Hovenier dient opdrachtgever deugdelijk te informeren en – zo nodig – te waarschuwen voor de consequenties van het negeren van het gegeven advies middels clausule in de offerte.

  • Home >>
  • Groen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Groen    Categorie: Informatie    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: GRO08-0015

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 30 april 2002 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van metselwerk in het kader van de aanleg van een tuin tegen de daarvoor door de consument in totaal te betalen prijs van € 20.528,50. De overeengekomen werkzaamheden zijn verricht aan het eind van 2002. De consument heeft de klacht herhaaldelijk voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Het metselwerk (een trap en drie muurtjes) is niet deugdelijk uitgevoerd. Zij zijn gemaakt op een instabiele ondergrond en zonder deugdelijke fundering, waardoor zij zijn gaan verzakken en scheurvorming is opgetreden. Nu, na vijf jaar, is het metselwerk slooprijp.   Bij het geven van de opdracht is al ter sprake gebracht dat vanwege de aanwezige veengrond een paalfundering onder het metselwerk aangebracht moest worden. De ondernemer vond dat niet nodig. Die merkt nu echter op dat hij de paalfundering heeft geadviseerd, maar dat de consument daar vanwege de daarmee gemoeide kosten van heeft afgezien.   De consument heeft de opinie van een onderhoudsbedrijf ingeroepen. [De deskundige van het onderhoudsbedrijf] merkt op dat de objecten vijf jaar geleden zijn gebouwd op een 40-60 cm diep liggende fundering op grondtegels. De ondergrond bestaat uit een circa 1,5 tot 2 meter dikke veenlaag, met daaronder vaste zandgrond. De muurtjes en traptreden vertonen forse verzakkingen. Ze zijn losgekomen van de woning over een afstand van 5 tot 10 cm. Ook is er scheurvorming in het metselwerk zelf. Gepoogd is om één en ander te herstellen door middel van muurankers, maar dat heeft geleid tot schade aan de spouwmuur. [De deskundige van het onderhoudsbedrijf] verklaart de verzakkingen doordat de metselwerken niet zijn gefundeerd op vaste zandgrond.   De ondernemer heeft aangeboden het metselwerk te slopen en te vervangen door hout, waarbij de kosten over beide partijen zouden worden verdeeld. De consument vindt dat niet acceptabel.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het huis staat op vaste grond. Het is duidelijk dat voor de fundering van de muurtjes niet is doorgegraven tot op de vaste grond, want anders waren ze niet verzakt.   In het gesprek over de opdracht heb ik zelf de kwestie van een paalfundering aan de orde gesteld. Mijn overbuurman had dat aangeraden en ik heb het aan de ondernemer voorgesteld. Die merkte echter op dat met een goed zandbed als fundering een paalfundering niet nodig zou zijn.   De oplossing met hout is voor mij niet acceptabel. In de eerste plaats past dat niet in het beeld van het huis, maar belangrijker nog is dat hout glad wordt en zeker voor een trap wil ik dat niet hebben. Het financiële aanbod van de ondernemer vind ik niet genoeg, want daar kan ik net de sloopkosten van betalen.   De consument verlangt de sloop van het bestaande metselwerk, het aanbrengen van een paalfundering en het opnieuw opmetselen van het werk.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De werkzaamheden zijn conform offerte uitgevoerd. Een paalfundering was daarin niet inbegrepen. Een dergelijke fundering is in het oriënterend gesprek, voorafgaand aan de opdracht, wel ter sprake gebracht, maar de consument heeft daar van afgezien vanwege het kostenaspect, zowel voor de fundering zelf als voor het onderzoek door een op dat gebied gespecialiseerd bedrijf dat noodzakelijk is om zo’n fundering te maken.   De ondernemer betwist uitdrukkelijk dat hij de consument zou hebben gegarandeerd dat ook zonder een paalfundering een deugdelijke fundering zou kunnen worden verkregen.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het probleem in deze zaak is dat datgene wat wel is besproken, niet op papier is gezet. Wanneer een paalfundering aangelegd had moeten worden, waren we op een heel ander kostenplaatje uitgekomen. Daarvoor is nader onderzoek nodig (sonderingen) door een gespecialiseerd bedrijf.   Zes jaar geleden stond mijn bedrijf nog in haar kinderschoenen. Ik heb geprobeerd om de consument een aanbod te doen dat qua kwaliteit: prijs-verhouding optimaal was. In dat verband heb ik geprobeerd hem in de prijs zoveel mogelijk tegemoet te komen. Het maken van metselwerk en funderingen ligt niet in ons vakgebied.   Er ligt een vaste zandlaag op ongeveer 2 meter diepte. Bij het metstelwerk is tot op die diepte gegraven voor de fundering. Ik bestrijd dan ook de gang van zaken zoals door de consument geschetst. Ik wil best mijn eerdere aanbod voor een financiële afwikkeling herhalen, maar acht mij niet verantwoordelijk voor de uitvoering van het complete herstelwerk zoals door de deskundige genoemd.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Eén trap naar de tuin en drie muurtjes, die om kelderramen zijn gebouwd, zijn verzakt. Onduidelijk is tot hoe diep bij het aanleggen van het metselwerk straatzand is aangebracht en hoeveel veen dus onder het zand is blijven zitten. Dat valt nu ook niet meer vast te stellen.   De deskundige noemt drie opties voor herstel. De eerste betreft het afbreken en slopen van de muurtjes en opnieuw opbouwen op een fundering van palen, één en ander als nader omschreven door de deskundige in zijn rapport. De tweede optie is het opbouwen van de muren en trap vanaf de vaste zandgrond, door middel van een gemetselde fundering. De derde optie is de oplossing, zoals voorgesteld door de ondernemer. Of de tweede optie een permanente oplossing voor het probleem biedt, is onzeker. De deskundige beveelt die dan ook niet aan. De derde optie is voor de consument niet aanvaardbaar. Rest de eerste optie. De daarmee gemoeide kosten begroot de deskundige op een totaal van € 6.875,–.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie volgt de bevindingen en conclusies van de deskundige in diens rapport, ondersteund door de daarbij gevoegde foto’s. Daaruit volgt afdoende dat het metselwerk aan de muurtjes en de trap door verzakking zodanig is beschadigd dat herstel vrijwel onmogelijk is.   Partijen zijn het met elkaar eens over het feit dat bij het bespreken van de opdracht is stilgestaan bij de fundering van het metselwerk. De ondernemer stelt dat de consument daar van heeft afgezien, de consument stelt dat de ondernemer heeft geadviseerd dat het zonder paalfundering ook kon. Wat daar ook van zij: de commissie is van oordeel dat de ondernemer het metselwerk niet had mogen maken zonder deugdelijk onderzoek naar de noodzakelijke fundering.   Uit hetgeen ter zitting door de ondernemer is opgemerkt volgt dat hij bij het aannemen van dit werk naar alle waarschijnlijkheid in zijn bedrijf onvoldoende kennis en ervaring had om zich ten volle de consequenties van een keuze voor de ene of andere wijze van funderen te realiseren. Bij het bouwen van een zwaardere constructie van baksteen op veen mag echter van een hovenier die het werk aanneemt worden verlangd dat hij zich van de noodzakelijke maatregelen tot fundering van het bouwwerk op de hoogte stelt en de opdrachtgever daaromtrent deugdelijk informeert en – zo nodig – ook waarschuwt voor de consequenties van het negeren van het gegeven advies, bijvoorbeeld door het opnemen van een clausule in de offerte dat geen aansprakelijkheid wordt geaccepteerd voor de gevolgen van het bouwen met een andere fundering dan geadviseerd.   Dat de ondernemer de consument deugdelijk heeft geadviseerd, is door de consument betwist en kan de ondernemer niet aantonen. Uit het rapport van de deskundige blijkt afdoende van de verzakkingen en de oorzaken daarvan: het ontbreken van een voldoende deugdelijke (paal)fundering. Die oorzaak ligt zodanig in de risicosfeer van de ondernemer, die als aannemer de deskundigheid op dit gebied moet hebben (of van buiten zijn bedrijf moet betrekken), dat hij in beginsel aansprakelijk kan worden gehouden voor de gevolgen van het onvoldoende funderen van het bouwwerk.   Dat de ondernemer de consument expliciet heeft geadviseerd om een paalfundering aan te leggen en dat de consument daar ter besparing van kosten van heeft afgezien, is in deze zaak niet gebleken, kan de ondernemer ook niet aantonen en wordt door de consument betwist. Redenen om – ondanks voormeld uitgangspunt – de gevolgen van een onvoldoende fundering voor rekening van de consument te laten, zijn dan ook niet gebleken.   De commissie zal de ondernemer – die zelf ter zitting heeft aangegeven eventueel herstelwerk uit te moeten besteden – dan ook opdragen een financiële tegemoetkoming te betalen in de herstelkosten. Voor wat betreft de door de deskundige genoemde opties is de commissie van oordeel dat eigenlijk optie 1 de enige is die een oplossing biedt die tot volle tevredenheid van de consument is. Herstel met behulp van hout vindt de consument bezwaarlijk en de commissie kan hem in die bezwaren volgen.   Hierbij heeft evenwel het navolgende te gelden. Voor rekening van de ondernemer komen slechts de kosten voor sloopwerk en het wederom opmetselen van de muurtjes en trap. Indien de consument immers van meet af aan een paalfundering had laten aanleggen, zou het kostenplaatje voor het metselwerk een heel andere zijn geweest. Ware meteen tevens opdracht gegeven tot het maken van een paalfundering, dan zou de consument die (meer)kosten immers ook zelf hebben moeten dragen. Het is niet redelijk om die meerkosten, die de consument zich in eerste instantie heeft bespaard, nu ten laste van de ondernemer te brengen. De commissie zal de door de ondernemer aan de consument te betalen vergoeding dan ook met inachtneming van het advies van de deskundige vaststellen op € 4.275,–.   Mitsdien wordt beslist als na te melden.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4.275,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen op 18 november 2008.