Julius Puts

“Het is leuk de droge lesstof te vertalen naar interessante praktijkgevallen”

Voor Julius Puts, medewerker secretariaat, is zijn baan bij het secretariaat van De Geschillencommissie zijn eerste ‘echte’, fulltime baan na zijn studie Rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

“Ik ben bij De Geschillencommissie terecht gekomen via het uitzendbureau. Ik had eerst een andere baan, toen die stopte was hier een vacature. Ik wilde het wel proberen, omdat het aansloot bij mijn studie en interesses. Ik vind het interessanter dan verwacht. Ik dacht dat het vooral administratieve taken zaken zouden zijn, maar het is inhoudelijker dan ik dacht.”

Wat houdt je werk in?
“Ik begeleid een geschil vanaf de eerste aanmelding totdat de commissie uitspraak heeft gedaan. Het is vooral procesmatig. Ik vind het leuk om te zien hoe het er in de praktijk toe gaat. Ik kan heel veel geschillen die binnenkomen al plaatsen in een juridisch kader, welk artikel uit het wetboek is van toepassing is. Veel geschillen gaan over consumentenrecht en dan met name over wanprestatie. Uit mijn hoofd is dat boek 6, artikel 74. Consument en ondernemer hebben een overeenkomst gesloten, die uiteindelijk niet wordt nagekomen. Er is dan sprake van contractbreuk. De vraag is vaak of er sprake is van een wanprestatie. De geschillen geven een praktijkinvulling van wat je uit het wetboek hebt geleerd. Ik leer een hoop nuttige dingen die aansluiten bij mijn studie.”

Ambitie
“Ik wist nooit zo goed wat ik wilde worden en vond rechten wel interessant. Daarom heb ik voor rechten gekozen. Nu heb ik wel ambitie op dit vlak. 

Ik zou op termijn wel iets uitdagender werk willen doen, bijvoorbeeld wat de juristen doen, maar ik weet niet of ik dat nu al zou kunnen doen. Wellicht kan ik wel al advies geven bij een geschil over welke wet het betreft, wat hier over in het wetboek staat, wat de rechten van een consument of ondernemer in deze zouden zijn. Dus geen bindend advies, maar meer ‘wat zijn de regels’. 

Ik vind het leuk om een geschil te bekijken, het wettelijk te bekijken, maar ook zeker wat ik rechtvaardig vind en om dit dan te toetsen aan wat de commissie heeft geoordeeld. Onze voorzitters zijn allemaal rechters. Ik zou misschien ooit de opleiding rechterlijk ambtenaar in opleiding willen gaan doen. Dan zou ik uiteindelijk ook een keer voorzitter kunnen worden.

Veel van de zaken bij ons cluster komen vooral neer op de algemene voorwaarden en de algemene wetsregels. Ik heb geen tijd om nu zo diep in die zaken te duiken en het hoort ook niet bij mijn werkzaamheden. Maar ik denk dat in sommige eenvoudige zaken wij zelf ook wel zaken zouden kunnen toetsen aan de wettelijk regels, de algemene voorwaarden en de lijn van de commissie die door de voorzitters is bepaald. Dat is geen bindend advies, maar ik denk wel dat dit voor eenvoudige zaken ook een oplossing kan zijn.

Als ik mijn vrienden uitleg wat De Geschillencommissie doet, dat leg ik uit dat het eigenlijk gaat om de kleine rechtszaken die vroeger bij een kantonrechtbank werden behandeld. Geen super-ingewikkelde zaken en snel een uitspraak.”

Praktijkgevoel
“Als je rechten studeert, bestudeer en analyseer je alleen de wetsartikelen. Je leert hoe je dat moet lezen. Bijvoorbeeld over een wanprestatie, daarvoor gelden 4 voorwaarden. Er moet een verbintenis zijn, er moet schade zijn, de schade moet toe te kennen zijn aan de schuldenaar en er moet een causaal verband zijn tussen het niet nakomen van de verbintenis en de schade. Hier kun je dat in het echt ervaren.

Het is leuk om dit wetsartikel te toetsen op dingen die echt zijn gebeurd. Je ziet uitspraken van begin tot het eind. Het is een beetje het gevoel van de ‘Rijdende Rechter’; in korte tijd zie je het probleem, de argumenten en de oplossing. Het is leuk de droge lesstof te vertalen naar interessante praktijkgevallen. Als studenten niet zo goed weten wat ze willen, of een praktijkgevoel willen krijgen bij de theorie, dan zou ik een stage bij De Geschillencommissie zeker aanraden.”