Niet de facturen van de inhoud van het pakket maar de waarde die de consument bij het verzenden heeft opgegeven is bepalend voor de hoogte van de schadevergoeding.
Via PostNL stuurt een consument twee brillen naar een geadresseerde in het buitenland. Het pakket wordt met de service ‘Verzekerservice’ verzonden en is tot een waarde van € 5.500,- verzekerd. PostNL erkent dat het pakket zoek is geraakt. Op verzoek van PostNL stuurt de consument de facturen, € 953,50, maar zij krijgt een schadevergoeding van € 718,50. PostNL baseert deze vergoeding op het bedrag van € 700,- dat de consument op het postkantoor bij de verzending heeft opgegeven. Volgens de consument had ze de bonnen bij het aanbieden van het poststuk niet bij de hand. Er werd om een globale waarde gevraagd. Het is nooit de bedoeling geweest hiermee de aansprakelijkheid van PostNL te beperken. De consument wil dat PostNL ook de resterende € 235,- vergoedt.
PostNL stelt dat de schadevergoeding is gebaseerd op het bedrag van € 700,- dat op het verzendbewijs van het pakket stond. Uit de later door de consument gestuurde aankoopbonnen van de brillen bleek dat de waarde van de inhoud van het pakket € 935,- bedroeg. Op basis van de Postwet 2009 en de Algemene Voorwaarden voor de universele Postdienst aanvaardt PostNL alleen – een wettelijk beperkte – aansprakelijkheid voor schade aan brieven of pakketten als die met de services ‘Aangetekend’ of ‘Verzekerservice’ zijn verzonden. De consument wil echter een volledige schadevergoeding, maar gaat er aan voorbij dat zij bij de verzending een waarde van € 700,- opgaf. Dat is dan ook het maximum bedrag waarover zij een overeenkomst met PostNL heeft gesloten. Het gaat om de daadwerkelijk opgegeven waarde. Het afsluiten van een Verzekerservice betekent niet dat men ‘dus’ in alle gevallen tot een maximum van € 5.500,- kan claimen.
De commissie is het met PostNL eens dat uit artikel 9 van de Algemene Voorwaarden voor de universele Postdienst volgt dat het door de consument aan de loketmedewerker opgegeven bedrag van € 700,- de maximale aansprakelijkheid van PostNL is. In de tweede plaats stelt de consument dat de loketmedewerker heeft gevraagd wat de waarde van de inhoud van het pakket ongeveer was. Het is nooit haar bedoeling geweest daarmee tevens de aansprakelijkheid van PostNL te beperken. Daaruit begrijpt de commissie dat de consument vindt dat zij met de loketmedewerker een van de algemene voorwaarden afwijkende overeenkomst heeft gesloten, zodat PostNL voor het bedrag van € 935,- aansprakelijk is. De consument heeft voor deze stelling echter geen enkel bewijs aangedragen. Haar klacht is ongegrond en haar vordering wordt afgewezen.