Broodgeldregeling correct uitgevoerd

Sneetjes bruin brood (FreeImages - FrancesMagee)

Aanvullende diensten kunnen niet meer via de broodgeldregeling worden betaald want daar is het geld van de overheid niet voor bedoeld. De cliënten moeten het geld voor de broodmaaltijden in de winkel van de zorginstelling besteden. Als ze wat overhouden gaat dat terug naar de zorginstelling. Volgens de commissie is dat correct volgens de richtlijnen.

Met de financiële afhandeling van de broodgeldregeling door de zorgaanbieder is een cliënte het niet eens. Tot 1 januari 2015 kon zij het bedrag van € 64,– dat zij op basis van een ZZP indicatie voor haar broodmaaltijden kreeg, vrijelijk in- en extern besteden. Zij kon er bijvoorbeeld ook mee naar de kapper gaan. Nu mag ze dat geld alleen nog maar in de winkel van de organisatie besteden. Als ze niet het gehele bedrag besteedt vervalt wat ze overhoudt aan de organisatie.

Met deze gang van zaken is de cliënte het niet eens. Het geld is bedoeld voor de verzorging van de bewoners, in casu voor de broodmaaltijdenvoorziening. Als de organisatie er bezwaar tegen heeft dat het geld aan iets anders wordt besteed zou de zorgaanbieder de broodvoorziening weer zelf kunnen gaan verzorgen. Zij verzoekt de commissie de maatregel ongedaan te maken.

De broodgeldregeling is volgens de zorgaanbieder van toepassing op cliënten die zelfstandig wonen en een ZZP indicatie hebben. Vanuit het ZZP budget wordt voor de broodmaaltijden een bedrag vrijgemaakt. Voorheen konden de cliënten dit vrijelijk besteden. Nu krijgen ze een bedrag € 64,– dat ze in de winkel van de zorgaanbieder moeten besteden. Daardoor blijven de broodmaaltijden deel uitmaken van het ZZP waarvoor de zorginstelling geld van de overheid ontvangt. Voor 1 januari 2015 was er een verstrengeling van twee stromen omdat aanvullende diensten die de cliënten zelf moeten betalen onterecht met overheidsgeld werden gefinancierd.

Door de broodgeldregeling aan te passen moeten de cliënten aanvullende diensten zoals de kapper nu zelf betalen. Als ze het bedrag van € 64,– niet geheel besteden vervalt het restant aan de zorgaanbieder omdat dit overheidsgeld is en de zorgaanbieder dat aan de zorg en dienstverlening van de bewoners moet besteden. Besteding van dit bedrag in de winkel van de zorgaanbieder bevordert bovendien de zelfredzaamheid van de bewoners. Ze worden gemotiveerd aan de gemeenschap deel te nemen en dat sluit aan op het beleid van de overheid.

Volgens de commissie handelt de zorginstelling correct volgens de richtlijnen en is de klacht van de cliënte daarom ongegrond. Uit het integrale budget voor de zorg van de cliënten krijgen de bewoners een bedrag waarmee ze beide broodmaaltijden kunnen betalen en dat van hun zorgpas wordt afgeschreven. Deze regeling is onder meer bedoeld om bewoners van de zorginstelling zoveel mogelijk tot zelfredzaamheid te bewegen. Als ze minder verbruiken vloeit het restant terug naar de zorgaanbieder die het voor andere zorgverlening kan gebruiken. Zo kan het voorkomen dat als een cliënt meer dan gemiddelde zorg nodig heeft dit uit het integrale budget kan worden gefinancierd en krijgt deze cliënt geen extra rekening.

Geschillencommissie Verpleging, verzorging en thuiszorg