De consument mocht er niet vanuit gaan dat hij niet zelf zijn abonnementen hoefde op te zeggen. Ook was de ondernemer niet verplicht hem daarover te informeren. Dat hij daardoor een dubbele aansluiting had valt alleen hem te verwijten.
Volgens een consument heeft hij zes jaar voor een internetverbinding betaald die hem niet is geleverd. Dat hij een dubbele aansluiting heeft, ontdekt hij als een kabelexploitant hem meldt dat het abonnement wordt opgezegd omdat de samenwerking met een regionaal kabelbedrijf wordt beëindigd. Zes jaar geleden is hij ingegaan op het aanbod naar het regionaal kabelbedrijf over te stappen en een alles-in-één-pakket af te nemen. Een monteur heeft de internetverbinding en het draadloze WiFi-signaal geïnstalleerd en de internetverbinding en het modem van de vorige ondernemer vervangen. Ook de vaste telefoonverbinding werd met behoud van het nummer overgezet.
De consument ging er vanuit dat zijn oude abonnement daarmee was beëindigd. Aangezien hij in de veronderstelling verkeerde dat de vorige ondernemer nog altijd een rol bij de internetverbinding speelde heeft hij nooit tegen de periodieke incasso bezwaar gemaakt. Kennelijk is alleen het telefoongedeelte van het alles-in-één-pakket automatisch beëindigd, maar dat heeft de ondernemer niet gecommuniceerd. Volgens de consument heeft de ondernemer verzuimd hem op een fatsoenlijke wijze te informeren dat hij het internetabonnement moest opzeggen. Bovendien had de ondernemer in de periode van zes jaar als beheerder van het netwerk moeten constateren dat er een dubbele aansluiting op één aansluitpunt was. De consument wil terugbetaling van de abonnementsgelden.
De ondernemer stelt dat hij het netwerk tegen een vergoeding aan een andere provider beschikbaar stelde, maar verder geen klantrelatie over dit product had. De provider handelde zelf het internetverkeer met eigen modems af en had ook zelf het klantbeheer en de klantrelatie.
De commissie buigt zich eerst over de vraag op welke grond de ondernemer zoals de consument aangeeft een informatieplicht heeft. Volgens de consument stelt de ondernemer ten onrechte dat hij geen overstapservice verleent. Hij heeft namelijk van die service gebruik gemaakt om zijn telefoonnummer te porteren. Bovendien heeft de ondernemer volgens de consument niet gecommuniceerd dat wel het telefoongedeelte van een alles-in-één pakket automatisch wordt beëindigd, maar niet het internetgedeelte. Kennelijk, zo merkt de commissie op, meent de consument dat de ondernemer als hij wel de nummerportering kan verzorgen verplicht is de consument erop te wijzen dat deze zelf het internetabonnement bij de vorige provider moet opzeggen.
Naar het oordeel van de commissie moet voorop worden gesteld dat de onderneming in 2008 van netwerkbeheerder een provider van diverse diensten is geworden. De consument heeft bij deze onderneming een abonnement TV, Internet en Telefonie afgesloten. Op dat moment wist hij dat hij bij een andere provider een internetabonnement had en bij weer een andere provider een telefoonabonnement. Volgens de commissie heeft niet de ondernemer maar de consument zelf de portering van zijn telefoonnummer in gang gezet. Hij wist of moest weten dat hij zelf zijn oude abonnementen waaronder het internetabonnement moest beëindigen. Op het aanmeldformulier staat ook dat onder het kopje ‘Let op!’ de consument ook andere abonnementen zelf moet opzeggen.
De tweede klacht van de consument betreft zijn stelling dat de ondernemer hem had moeten informeren over de beëindiging van het internetabonnement. Volgens de consument regelde de ondernemer niet alleen de doorgifte van de internetverbinding van een provider over zijn netwerk, maar bood hij als tussenpersoon ook actief productinformatie aan. Kennelijk meent hij volgens de commissie dat de onderneming met betrekking tot de dienst ‘internet’ met de provider moet worden vereenzelvigd. De ondernemer stelt dat de provider over zijn netwerk de verbinding levert en dat hij geen tussenpersoon is. Bovendien staat op zijn website dat men voor dit product en informatie bij de provider moet zijn.
De commissie is het niet met de consument eens. Dat de ondernemer met een eigen product onder eigen naam kwam speelt ook geen rol want het ging niet om de levering van een dienst van een ander bedrijf zodat verwarring is uitgesloten.
Ook verwerpt de commissie de klacht van de consument dat de onderneming als beheerder van het netwerk had moeten constateren dat er een dubbele aansluiting was. De ondernemer stelde zijn netwerk tegen een vergoeding aan de provider ter beschikking, maar had verder geen klantrelatie over dit product. De provider handelde het internetverkeer via een eigen platform met eigen modems af en had zelf het klantbeheer en de klantrelatie. Het enkele feit dat de monteur de modem van de provider loskoppelt en de modem van de ondernemer aansluit betekent niet dat de ondernemer ervan op de hoogte is dat de consument klant bij de provider is en dat er sprake is van een dubbele aansluiting. De klachten van de consument zijn ongegrond.