Niet de ondernemer maar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stelt het energielabel vast. Dat het toegekende energielabel lager is dan wat de consument meent te moeten hebben, kan de ondernemer dus niet worden verweten. Die heeft zijn beperkte taak juist en correct uitgevoerd. Daarom is de klacht van de consument over de ondernemer ongegrond.
Nadat de woning van de consument een voorlopig energielabel C heeft gekregen wordt uiteindelijk het energielabel D toegekend. De consument is het daar niet mee eens. De vloer op de begane grond is geïsoleerd, de gehele woning is van isolatieglas voorzien en er is een HR-ketel geplaatst. Volgens de ondernemer heeft een tweede warmwater apparaat negatief op de beoordeling gewerkt, maar de consument brengt hier tegen in dat de CV ketel met warmwaterbereider op de tweede verdieping staat en zo’n 10 meter vanaf het tappunt in de keuken en bijkeuken. De geiser is boven het tappunt in de bijkeuken en 2,5 meter vanaf het tappunt in de keuken geplaatst. Dat is juist gedaan om gas en water te besparen. De consument is van mening dat de ondernemer de beoordeling moet herzien en het energielabel B moet afgeven. Ook wil hij een vergoeding.
De ondernemer wijst erop dat hij in opdracht van de consument voor de aanvraag van een definitief energielabel de door de consument aangeleverde bewijsmiddelen correct heeft gecontroleerd en goedgekeurd en heeft gezorgd voor de registratie van het definitieve door de RVO toegekende label. Hij wijst erop dat dit uitsluitend zijn taak is. Het vaststellen van het definitieve energielabel of achteraf wijzigen ervan is een bevoegdheid van alleen de RVO en niet van hem. Eventuele klachten daarover moeten aan de RVO worden voorgelegd. Het is ook niet zijn oordeel maar dat van de RVO dat de extra geiser in de bijkeuken voor een hoger energieverbruik zorgt en daardoor een negatieve invloed op het energielabel heeft.
Wat betreft de gevraagde vergoeding stelt de ondernemer dat ook de consument heeft aangegeven dat hij geen materiële schade heeft veroorzaakt. De commissie staat eerst voor de vraag of de commissie bevoegd is dit geschil te beoordelen. Bepalend is het verwijt van de consument dat de opvatting van de ondernemer over de extra geiser niet juist is waardoor hij ten onrechte energielabel D heeft toegekend. De commissie kan in dit kader alleen beoordelen of de ondernemer als deskundige bij het beoordelen van de juistheid van de ingevulde gegevens en de bewijsstukken tot een ander oordeel had moeten komen en/of nadere gegevens had moeten vragen. Nu de consument de ondernemer verwijt dat hij een foutieve beoordeling heeft gegeven waardoor energielabel D is verstrekt, is de commissie van oordeel dat zij bevoegd is over dit geschil te oordelen.
De commissie stelt voorop dat de ondernemer de aanvraag voor een definitief label slechts kan goedkeuren of afkeuren, afhankelijk van de juistheid van de ingevulde gegevens en bewijsmiddelen. Hij stelt niet de maatstaven voor het toekennen van het definitieve energielabel vast. Hij kent dus ook niet het definitieve energielabel toe. Dat doet de RVO. Dat de ondernemer zich onjuist of niet correct van zijn – beperkte – taak heeft gekweten is niet gebleken. Er kan dus ook niet worden geconcludeerd dat hij in strijd heeft gehandeld met de op hem rustende verplichtingen. Daarom is de klacht van de consument ongegrond.