Of de verfsmetten bij een eerdere verfbeurt zijn ontstaan of dat de ondernemer die heeft veroorzaakt is volgens de commissie niet vast te stellen. Het contra onderzoek dat de consument heeft laten uitvoeren legt de verantwoordelijkheid bij de ondernemer, maar dat overtuigt de commissie niet.
De afwerking van het schilderwerk waarvoor hij € 2.719,– heeft betaald, is volgens de consument niet fraai. Doordat niet goed is afgeplakt zitten er vooral aan de binnenkant van de ramen, kozijnen en deuren druppels en verfstrepen. Er is geknoeid met blauwe en gele verf, latten bladderen en zijn niet netjes geverfd, de achterdeur naar de tuin is niet goed afgewerkt en gekit, op diverse plekken zitten blaasjes en zijn de koppen van spijkers niet gedreveld en niet fatsoenlijk afgedicht. Verzakkingen wijzen op het gebruik van een roller in plaats van een kwast. Zonder toestemming heeft de ondernemer de ladder van de consument gebruikt en die is met blauwe verf besmeurd.
De consument heeft als reactie op het rapport van de deskundige van de commissie een contra onderzoek laten uitvoeren. Hieruit volgt naar zijn mening dat er sprake was van tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst door de ondernemer. De ondernemer is verantwoordelijk voor de gebreken en moet de schade vergoeden. Eventueel moet hij het herstelwerk verrichten en als hij dat niet doet alsnog een redelijke vergoeding betalen.
De ondernemer betwist dat hij tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. Bij het schoonmaken van de houtdelen aan de buitenkant van de woning kwam de ondernemer blauwe verf op de tochtstrippen en vitrages tegen. De consument gaf aan dat dit tijdens eerder schilderwerk was gebeurd en was na de oplevering van het werk zeer tevreden. Pas maanden later heeft hij geklaagd. De ondernemer is verbijsterd over de klachten. Hij heeft 40 jaar ervaring en zou nooit de gestelde schade maken.
Volgens de door de commissie ingeschakelde deskundige is het buitenschilderwerk aan kozijnen, ramen, deuren, gevelbetimmeringen en daklijsten van de woning naar behoren en vaktechnisch verantwoord uitgevoerd. De verontreiniging van de tochtstrippen is mogelijk een gevolg van het (te) vroeg sluiten van de ramen en deuren. De verf is dan nog onvoldoende doorgehard en ontstaat in combinatie met het rubber van de tochtstrip enige verkleving. Hierdoor zijn sporen van de verf op de strippen te zien.
De deskundige heeft niet kunnen vaststellen of de verfsmet op de tochtprofielen tijdens de laatste schilderbeurt is ontstaan of al aanwezig was. In een enkel geval is de kwast iets uitgeschoten waardoor een klein deel aan de binnenzijde van het raam van de computerkamer verfsmet heeft opgelopen.
Omdat de consument de binnenzijde van het raam nog een keer gaat schilderen kan dit eenvoudig aan het oog onttrokken worden. De laatste verflaag is met de kwast en niet met de rolborstel aangebracht. De spatten van de verfrol op de ruiten en raamdorpelstenen moeten bij een eerdere schilderbeurt zijn veroorzaakt.
De deskundige heeft niet kunnen vaststellen of de verfsmet op enkele beglazingsprofielen tijdens de laatste schilderbeurt is ontstaan. Volgens de schilder was deze verontreiniging er al en is dat aan de consument gemeld. Dat geldt ook voor de verfsmet op scharnieren en deurknoppen. Het regelmatig verwijderen van luizenpoep, stof en vuil op het buitenschilderwerk verdient aanbeveling. De blazen in het schilderwerk van de gevelbetimmering worden veroorzaakt door gassen uit het hout. Ze kunnen wegtrekken maar ook weer terugkeren. De schilder heeft hier geen invloed op.
De commissie sluit zich aan bij de constatering van de deskundige
dat niet is vast te stellen of de verfsmet is veroorzaakt door het schilderwerk van de ondernemer of, zoals de ondernemer stelt, tijdens een eerdere verfbeurt. Voor wat betreft de overige klachtonderdelen meent de commissie eveneens dat er geen gebreken zijn die de ondernemer kunnen worden verweten. Het in opdracht van de consument uitgevoerde rapport brengt de commissie niet tot een ander oordeel. De door de consument ingeschakelde deskundige neemt als uitgangspunt dat de verfsmetten door de ondernemer zijn veroorzaakt, maar geeft niet aan waarop deze conclusie is gebaseerd. Ook de overige kritiek van deze deskundige overtuigt de commissie
niet.
Omdat de consument daarmee niet is geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat er sprake is van gebreken die de ondernemer heeft veroorzaakt wordt zijn klacht ongegrond verklaard.
Geschillencommissie Schilders, Behangers en Glaszetbedrijven