Als een product niet aan de verwachtingen voldoet is er sprake van non conformiteit. Dat geldt niet voor de brandstofpomp die volgens de consument veel te snel kapot is gegaan en daarom gratis moet worden hersteld, ook al is de garantietermijn verlopen. Volgens de commissie kan de pomp door diverse oorzaken kapot zijn gegaan, zoals corrosie. Daarvoor is de ondernemer niet aansprakelijk.
Al na vier jaar gaat de brandstofpomp van de boot die de consument voor ruim € 108.000,–heeft gekocht, kapot. De boot ligt in Italië en wordt jaarlijks onderhouden. Volgens de consument was de brandstofpomp na slechts 167 uur gedraaid te hebben al kapot. Naar zijn mening moet de pomp minstens vijf jaar meegaan. De reparatie kostte € 1.458,–. Bovendien moet de consument om herhaling te voorkomen additieven aan de benzine toevoegen en dat kost ruim € 533,–. Hij meent dat hij de reparatie niet hoeft te betalen, ook al is de garantietermijn van twee jaar verlopen. De pomp behoort langer dan 4 jaar en 167 draaiuren mee te gaan en voldeed dus niet aan wat de consument ervan mocht verwachten. Er is sprake van non conformiteit zodat de ondernemer de herstelkosten voor zijn rekening moet nomen.
Bovendien wist de ondernemer dat de consument de boot in Italië en alleen bij mooi weer zou gebruiken. Dat betekent dat met de boot weinig wordt gevaren en had de ondernemer hem er vooraf op moeten wijzen dat hij additieven aan de benzine moest toevoegen. De uit coulance aangeboden vergoeding van € 900,– is bij lange na niet genoeg is om alle schade te dekken. De consument wil een vergoeding van de reparatie, de additieven en de buitengerechtelijke incassokosten.
Volgens de ondernemer is de pomp ruim buiten de garantietermijn van twee jaar kapot gegaan. Daarom is de pomp niet onder garantie vervangen. De pomp kan om meerdere redenen kapot gegaan zijn, die niet in de risicosfeer van de ondernemer en de fabrikant liggen. Een mogelijke oorzaak is vocht in de brandstof waardoor de pomp kan corroderen, zeker als de boot maar enkele weken per jaar wordt gebruikt. Om die reden adviseert de fabrikant additieven aan de brandstof toe te voegen. De fabrikant is bereid een bedrag van € 900,– te vergoeden, waarmee de consument volgens de ondernemer voldoende schadeloos is gesteld.
De commissie is het eens met de consument dat zijn rechten niet tot de fabrieksgarantie beperkt zijn. De consument heeft recht op een deugdelijk product. Zo niet, dan is er sprake van non conformiteit. De commissie tekent daarbij aan dat een brandstofpomp die weinig wordt gebruikt een grotere kans op defecten heeft, zoals corrosie. In Italië is het door de kwaliteit van de brandstof bij het Gardameer noodzakelijk additieven te gebruiken. De ondernemer verschuilt zich achter de fabrikant van de brandstofpomp met het argument dat de garantietermijn is verlopen. Hij moet echter volgens de commissie verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen verplichtingen als verkoper. Wellicht had de ondernemer de consument wat voortvarender kunnen begeleiden.
Toch is hij niet aansprakelijk voor de reparatiekosten. De pomp kan door diverse oorzaken kapot gaan die buiten de risicosfeer van de ondernemer liggen zoals corrosie. De commissie kan niet zonder meer vaststellen dat de brandstofpomp non conform is. Daar komt bij dat de consument de pomp 4 jaar probleemloos heeft gebruikt. Het is niet onredelijk dat de consument bij vervanging van de pomp een deel bijbetaalt. De vergoeding die de fabrikant van de pomp heeft aangeboden is volgens de commissie niet onredelijk. De verwachte levensduur van de pomp staat in redelijke verhouding tot de aangeboden vergoeding.
De vordering met betrekking tot de toevoeging van de additieven wijst de commissie af. Het was wellicht beter geweest als de ondernemer de consument hierop bij de aankoop van de boot had gewezen, maar het is niet aannemelijk dat de consument in dat geval de boot niet had gekocht. Hij moet deze kosten hoe dan ook maken.
Geschillencommissie Waterrecreatie, Jaarverslag 2016