Er mankeert veel aan het klimaatsysteem dat de ondernemer heeft geplaatst. Om de ontwerp- en uitvoeringsfouten te constateren en de herstelkosten te begroten zijn zelfs twee deskundigenonderzoeken nodig. In totaal moet de ondernemer als schadevergoeding een bedrag van € 11.392,- aan de consument betalen.
Het vervangen van de gasgestookte luchtverwarmer en gasboiler door een nieuw indirect gestookt systeem met buffervat, cv ketel en zonnecollectoren voor een bedrag van € 30.000,- is volgens de consument niet deugdelijk uitgevoerd en dus moet de gehele installatie opnieuw worden aangelegd. Er zijn blijvende klachten, de installatie maakt lawaai en het wordt niet voldoende warm omdat het retourluchtkanaal is afgesloten en de hoeveelheid lucht van de verwarmingsinstallatie te laag is. De consument heeft daarom in de badkamer een elektrische verwarming bij moeten plaatsen. Voorts leveren de zonnecollectoren geen energie en is de airco-unit van de gevel losgekomen.
De ondernemer weerspreekt de klachten van de consument. Na zijn klacht dat de woning niet voldoende warm werd is getracht de consument telefonisch te helpen. Daarbij is afgesproken dat als dat niet tot het juiste resultaat zou leiden de ondernemer langs zou komen. Vervolgens kwam er geen reactie van de consument maar een bezoekverslag van zijn adviseur. De ondernemer zegt dat hij met deze wijze van communiceren klaar is. De consument heeft een servicecontract dat hij kan gebruiken om storingen te laten verhelpen. Hij heeft geen schadebedragen genoemd, dus heeft hij geen schade geleden. De ondernemer stelt dat hij heeft geleverd wat is overeengekomen en dat de installatie functioneert, althans kan functioneren. Hij erkent wel dat er nog enkele fouten in de installatie zitten. Zo zijn de stoomslang aansluiting en de hygrostaat niet volgens het montagevoorschrift gemonteerd. Dit moet hij herstellen. De zonnecollectoren werken inderdaad niet. Ook de klacht over de airco moet worden opgelost. Dergelijke storingen vallen onder het onderhoudscontract.
De door de commissie ingeschakelde deskundige constateert dat de constructie voor de retourlucht uit de woning zeer omslachtig en onduidelijk is. Voorts hebben de zonnecollectoren geen druk, werkt de circulatiepomp niet, komt de steun waarop de condensingunit is bevestigd los van de muur en zijn de aansluiting van de stoomslang en de hygrostaat niet volgens voorschrift gemonteerd. De deskundige doet een aantal aanbevelingen voor herstel die in totaal € 5.637,- kosten. De grootste kostenpost is het wijzigen van de aansluiting van de retourlucht waardoor minimaal 90% van de lucht uit de woning retour komt.
In een reactie op het rapport van de deskundige verwijst de consument naar de installatievoorschriften. Daaruit blijkt volgens hem dat de installatie zoals de ondernemer deze heeft aangelegd niet naar behoren kan functioneren. Er is sprake van een ontwerpfout. Volgens de consument kan daarom niet worden volstaan met het door de deskundige geadviseerde herstel. De noodzakelijke werkzaamheden zijn veel omvangrijker en mede door noodzakelijke bouwkundige aanpassingen ook aanzienlijk duurder.
Ook de ondernemer is het niet eens met het vaktechnische oordeel van de deskundige. Volgens hem gaat het om storingen die onder het servicecontract van de consument vallen. Er is geen sprake van een ontwerpfout en is er geen reden voor alle herstelwerkzaamheden die de deskundige heeft aangegeven.
De commissie geeft in een tussenadvies aan vooralsnog geen reden te hebben om te veronderstellen dat het oordeel van de deskundige niet juist is. Bovendien heeft hij geen kennis kunnen nemen van de reacties van de consument en de ondernemer en daarop dus ook niet kunnen reageren. Met het oog op een zorgvuldige besluitvorming vindt de commissie het van belang dat de deskundige hiertoe alsnog in de gelegenheid wordt gesteld.
Omdat de deskundige in zijn rapport aangeeft dat een aantal punten nader moet worden onderzocht besluit de commissie een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren. De deskundige moet onder andere beoordelen of de hoofdcomponenten correct zijn geselecteerd en in samenhang met de door de installateur ontworpen installatie kunnen functioneren. Ook moet hij nagaan of de consument gelijk heeft dat de installatie niet normaal en veilig werkt en geheel opnieuw moet worden aangelegd en de woning niet voldoende warm wordt. Een punt van aandacht is ook de hoeveelheden luchttoevoer en de luchttemperaturen van de verwarmingsunit. Op basis van zijn waarnemingen moet de deskundige aangeven welke herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd en wat daarvan de kosten zijn.
Naar aanleiding van het aanvullende deskundigenonderzoek concludeert de commissie dat er in de door de ondernemer geplaatste installatie ontwerp- en uitvoeringsfouten zitten. Er is uitgegaan van verkeerde aannames en uitgangspunten. De benodigde luchthoeveelheden worden niet gehaald en daardoor ook niet voldoende verwarmingsvermogen. Toevoerluchtkanalen zijn te klein met geluidsoverlast als gevolg. Ook de retourlucht voorzieningen zijn onvoldoende. Voorts werken de zonnecollector en de warmtepomp niet correct en worden door fouten in het hydraulisch systeem de beloofde energiebesparing en energie-efficiency niet gehaald. De regeling van de installatie is gecompliceerd en daardoor voor de gebruiker niet duidelijk.
Volgens de commissie had van de installateur een meer deskundige aanpak verwacht mogen worden. De ontwerp- en uitvoeringsfouten kunnen hem worden aangerekend. Dit brengt met zich mee dat de ondernemer de gevolgen van deze fouten moet herstellen of de consument financieel moet compenseren. Volgens de berekeningen in het aanvullend deskundigenrapport kosten de noodzakelijke herstelwerkzaamheden € 9.517,-. De ondernemer heeft niet op het tweede onderzoek gereageerd waaruit de commissie afleidt dat hij tegen de werkzaamheden en de kosten geen bezwaar maakt. De consument heeft een offerte van een andere ondernemer ingebracht, maar volgens de deskundige is deze offerte niet realistisch. Ook tekent de consument aan dat hij er geen vertrouwen in heeft dat de ondernemer deugdelijk werkt. Daarom doet hij uitdrukkelijk een beroep op vervangende schadevergoeding.
Uitgangspunt voor de commissie is dat de ondernemer in de gelegenheid moet worden gesteld eventuele gebreken te herstellen. Uit de gebreken blijkt echter dat de kwaliteit van het door hem geleverde werk ernstig tekortschiet, hetgeen al geruime tijd een aanzienlijke impact op het leefklimaat in de woning van de consument heeft. De noodzakelijke herstelwerkzaamheden zijn aanzienlijk. Het geschil loopt al lang zonder dat de ondernemer blijk heeft gegeven in te zien dat hij tekortgeschoten is. Daarom kan de commissie niet van de consument verlangen dat hij de ondernemer de gebreken laat herstellen. De commissie verplicht de ondernemer daarom een schadevergoeding te betalen die overeenkomt met de door de deskundige begrote herstelkosten van € 9.517.–. Dat is inclusief € 1.077,- voor het bevestigen van de airco, het aansluiten van de stoomslang en het monteren van de hygrostaat.
De consument wil voor het onderzoek door zijn adviseur en het voeren van correspondentie een vergoeding van € 5.041,50. Met uitzondering van bijzondere omstandigheden worden deze kosten niet vergoed. De commissie vindt dat die bijzondere omstandigheden er in dit geval wel zijn en kent de consument een vergoeding toe van € 625,- voor de kosten die hij voor de behandeling van het geschil heeft moeten maken, plus een bedrag van € 1.250,- om de schade en de aansprakelijkheid vast te stellen. De commissie vindt dit gerechtvaardigd wegens de complexiteit van de materie en de ernst van de gebreken en de gevolgen hiervan voor de consument. De ondernemer moet de consument derhalve ook nog € 1.875,- vergoeden.