De ondernemer kan de klassikale opleiding waarvoor de consument heeft gekozen en waarop de overeenkomst is gebaseerd niet meer leveren. De consument en niet de ondernemer bepaalt of het alternatief, in dit geval e-learning, passend is. Zij heeft het recht dit niet te accepteren en de overeenkomst te ontbinden. De consument hoeft de kosten van de eerste module die zij heeft gevolgd niet te betalen en krijgt het volledige cursusgeld van de ondernemer terug.
De klassikale opleiding MBO Interieur Architectuur waarvoor de consument zich heeft ingeschreven en vooraf € 3.934,– heeft betaald, kan zij niet in Amsterdam volgen waar haar voorkeur naar uitgaat maar in Utrecht. Als ze daar de eerste les van de eerste module heeft gehad deelt de ondernemer mede dat de volgende module niet doorgaat omdat er te weinig aanmeldingen zijn. Als alternatief biedt hij aan het traject via e-learning te volgen, maar dat accepteert de consument niet. Zij heeft heel bewust voor klassikaal onderwijs gekozen en de ondernemer levert dus niet wat is overeengekomen.
Na een aantal contacten stemt de ondernemer er mee in de overeenkomst te ontbinden, maar dan moet de consument wel de kosten van de eerste module, € 1.070,–, voor haar rekening nemen. De consument is het daar niet mee eens. Zij heeft geen module gekocht maar een volledige opleiding die de ondernemer niet kan bieden. Daarom wil ze dat de overeenkomst wordt ontbonden en de ondernemer de studiekosten van € 3.934,– terugbetaalt.
Volgens de ondernemer staat het hem vrij met de consument overeen te komen dat de module op een andere locatie of een ander tijdstip wordt gevolgd. In dat kader is haar aangeboden de tweede module via e-learning te volgen waarmee wel degelijk de overeengekomen opleiding wordt geleverd. E-learning is volledig gelijkwaardig aan een klassikale opleiding. De ondernemer meent dat de consument dit passend alternatief niet kan afwijzen. Als de overeenkomst toch wordt ontbonden moet zij de kosten van de eerste module betalen omdat zij die heeft gevolgd.
De commissie constateert dat de consument voor een klassikale opleiding heeft gekozen en niet voor e-learning. De overeenkomst is op die keuze gebaseerd. Als de ondernemer vervolgens die keuze niet kan aanbieden komt hij wat is overeengekomen niet na. Hij heeft niet het recht de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. Dat kan alleen in overleg met de consument. Die bepaalt of het alternatief passend is, niet de ondernemer. De consument heeft het alternatief niet geaccepteerd en er voor gekozen de overeenkomst te ontbinden omdat de ondernemer de overeengekomen klassikale opleiding niet meer kan geven. Zij heeft daartoe het recht.
Bij het ontbinden van een overeenkomst moet voor de gedeeltelijk geleverde prestatie een vergoeding worden betaald. In dit geval hoeft dat volgens de commissie niet omdat een enkele losse module voor de consument die de opleiding niet binnen de voorziene termijn kan afmaken, geen waarde heeft. Zij hoeft de eerste module niet te betalen. De ondernemer moet haar het volledige cursusgeld van € 3.934,– terugbetalen.