Ondanks het advies de auto voor nader onderzoek te laten staan gaat de consument er toch mee rijden. Dat had hij beter niet kunnen doen want de problemen met de auto waren ontstaan door het tanken van benzine in plaats van diesel. Door toch te rijden is de schade aan de motor veel ernstiger geworden. Zijn klacht dat het onderzoek door de ondernemer onvolledig was is ongegrond.
Door een onvolledige diagnose is volgens de consument ernstige schade aan de motor van zijn auto ontstaan. Nadat hij heeft getankt hapert de motor. De consument meldt zich bij de ondernemer waar een monteur inspuitproblemen constateert. Hij adviseert de consument niet verder naar Duitsland maar naar huis te rijden en de auto naar zijn dealer te brengen.
De volgende dag slaat de motor niet aan en de Wegenwacht van de ANWB ziet vrijwel meteen dat er geen diesel maar benzine is getankt. Nadat de tank leeg is gehaald en met diesel is gevuld loopt de motor ogenschijnlijk als vanouds, maar de dealer constateert dat het gehele brandstofsysteem met metaaldeeltjes is vervuild. Door de verkeerde brandstof is de hogedrukpomp onvoldoende gesmeerd en zijn de injectoren beschadigd.
De consument verwijt de monteur van de ondernemer dat diens diagnose onvolledig was. Hij heeft niet naar de achterliggende oorzaak gekeken. Als de benzine toen was afgetapt en door diesel was vervangen was de schade zeer beperkt gebleven. De monteur heeft echter niet geadviseerd helemaal niet meer met de auto te rijden. De consument mocht ermee naar huis rijden waardoor de schade onnodig veel ernstiger is geworden.
De ondernemer is daarmee volgens de consument tekortgeschoten. Om de zaak minnelijk te regelen is hij bereid met een vergoeding van € 5.000,– genoegen te nemen.
De ondernemer ontkent iedere aansprakelijkheid en ziet geen aanleiding op de claim van de consument in te gaan. Na een eerste onderzoek naar aanleiding van een brandend voorgloeilampje heeft de monteur de consument gezegd dat verder onderzoek nodig was om de oorzaak te achterhalen. De consument wilde dit bij zijn eigen dealer laten uitvoeren en de auto niet laten staan. Hem is toen expliciet geadviseerd in verband met mogelijke gevolgschade niet door te rijden.
De commissie is van oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is. Nadat hij benzine in plaats van diesel had getankt is met de auto ongeveer zestig kilometer gereden alvorens hij zich tot de ondernemer wendde. Het is derhalve aannemelijk dat er toen al sprake was van min of meer ernstige motorschade. Geadviseerd wordt dan ook na het tanken van verkeerde brandstof, zeker benzine in plaats van diesel, de motor niet meer te starten. Laat staan te rijden, zoals de consument heeft gedaan. De commissie ziet geen reden eraan te twijfelen dat de ondernemer heeft geadviseerd de auto voor verder onderzoek te laten staan.
Aangezien de consument de auto niet meer heeft, is nader onderzoek naar de aard en de omvang van de schade niet mogelijk. De consument heeft zichzelf de mogelijkheid ontnomen om de – eventueel – aan de ondernemer wegens een vermeende nalatigheid toe te rekenen schade vast te kunnen stellen. De klacht is ongegrond.