Een consument erkent dat hij bij het terugbrengen van de gehuurde bedrijfswagen met de achterbumper een vlaggenmast heeft geraakt, maar volgens hem was dat zo zachtjes dat er geen enkele schade was. Uit foto’s blijkt volgens de commissie dat er wel schade was. De ondernemer heeft daarom na een objectieve berekening van de schade de herstelkosten terecht in mindering op de waarborgsom gebracht.
De waarborgsom die een consument bij het huren van een bedrijfsauto heeft betaald, krijgt hij niet terug. Volgens de ondernemer is er bij het terugbrengen van de wagen schade aan de auto en aan een vlaggenmast ontstaan, maar de consument spreekt dat tegen. Weliswaar heeft hij bij het achteruit parkeren met de bumper zachtjes een vlaggenmast geraakt, maar is er noch aan de auto, noch aan de vlaggenmast schade ontstaan. De ondernemer geeft ook niet aan wat voor schade er is. Hij wil dat de consument een schadeformulier invult, maar die voelt daar niets voor omdat er, naar de mening van de consument, geen schade is. Hij wil dat de ondernemer de waarborgsom van € 525,- terugbetaalt.
Volgens de ondernemer is er wel degelijk schade aan de bumper ontstaan. De consument heeft ook erkend dat hij tegen een vlaggenmast is gereden. De schade aan de auto is getaxeerd op € 372,-. De WA-schade aan de vlaggenmast is (nog) niet bekend. Op grond van de voorwaarden is de consument verplicht een schadeformulier te overleggen. Daar is meerdere malen om gevraagd, maar hij heeft dit niet gedaan. Voor de consument gold een eigen risico van € 250,-. De ondernemer wil hem daarvoor belasten. Inmiddels is het restant van de waarborgsom, na aftrek van het eigen risico, aan de consument terugbetaald. Daarmee is voor de ondernemer de zaak afgedaan.
De commissie komt aan de hand van foto’s tot de conclusie dat de achterbumper licht is ontzet. Er is dus wel degelijk enige schade ontstaan. Of het ook noodzakelijk is de schade te herstellen is niet aan de consument ter beoordeling. De Hoge Raad heeft recent bepaald dat het Audatex-systeem een deugdelijk en objectief middel is om vast te stellen dat er schade is en wat de herstelkosten zijn. Afspraken van auto-eigenaren met schade herstelbedrijven over een vaste korting spelen daarbij geen rol, net zo min als de vraag of een eigenaar de schade al dan niet laat repareren.
Op het mede door de consument ondertekende uitgifteformulier staat dat de auto geen schade vertoonde. Er was wel schade nadat hij de wagen had teruggebracht. Uit de Audatex-berekening blijkt dat de herstelkosten hoger zijn dan het eigen risico, zodat de ondernemer terecht het eigen risico van € 250,- op de waarborgsom heeft ingehouden. De eindafrekening is dan ook correct. De ondernemer is de consument niets meer verschuldigd.