Commissie: Energie
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
187076/188287
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De ondernemer beroept zich op niet-ontvankelijkheid van de consument in zijn klacht, aangezien de consument neit kan bewijzen dat hij de klacht eerst schriftelijk kenbaar is gemaakt. De commissie onderschrijft dit. De consument is niet-ontvankelijk.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De vraag of per 1 april 2022 een overeenkomst tussen partijen is gesloten.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument is een contract aangegaan met de ondernemer. Deze is digitaal ondertekend en aangeleverd per mail. Hij heeft dit contract niet nageleefd, noch de consument geïnformeerd over de contractbreuk of de reden van contractbreuk. Op de aangetekende brief die correct is ontvangen heeft de ondernemer niet gereageerd.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Allereerst wil de ondernemer graag kenbaar maken dat hij de aangetekende brief waarover de consument spreekt niet heeft ontvangen. De consument heeft ook geen bewijs aangeleverd van het aangetekend versturen van een brief. Er is slechts een foto van een brief aangeleverd, zonder bewijs dat deze ook daadwerkelijk tijdig aangetekend aan de ondernemer is verstuurd. De ondernemer verzoekt de consument dan ook dit bewijs alsnog aan te leveren. Als de consument dit bewijs niet kan tonen, dient de consument in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard te worden. De consument is namelijk verplicht de klacht eerst kenbaar te maken bij de ondernemer alvorens zij naar de Geschillencommissie kan stappen. Dit staat ook vermeld in het reglement van de geschillencommissie en in de algemene voorwaarden van de ondernemer.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Artikel 6 lid 1 aanhef en onder a van het reglement bepaalt het volgende:
De commissie verklaart op verzoek van de ondernemer – gedaan bij eerste gelegenheid – de consument in zijn klacht niet ontvankelijk: indien hij zijn klacht niet eerst overeenkomstig de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden bij de ondernemer heeft ingediend.
Van de uitzondering op deze bepaling, als vermeld in lid 2, namelijk dat de consument ter zake redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, is geen sprake. Iets dergelijks is noch gesteld, noch gebleken.
De consument heeft niet aangetoond dat zij de klacht bij de ondernemer eerst heeft ingediend. Zij is niet ingegaan op de vraag van de ondernemer om bewijs van de aangetekende zending over te leggen. De commissie is dan ook op grond van voornoemde bepaling van oordeel dat de consument niet ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering.
Ten overvloede merkt de commissie op dat het de consument vrijstaat, zodra haar klacht bij de ondernemer is afgerond, desgewenst alsnog haar klacht bij de commissie in te dienen.
Op grond van het voorgaande is de consument niet-ontvankelijk in de klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard.