Commissie: Tuchtcommissie NIVRE
Categorie: bejegening
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: Uitspraak
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
206674/230147
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Klager stelt dat beklaagde niet heeft gehandeld volgens de Richtlijn bindend advies motorvoertuigen NIVRE door vijf Richtlijn punten te overtreden. Klager stelt dat beklaagde niet onafhankelijk is geweest, omdat hij niet alle informatie had om een advies uit te brengen. Ook zou beklaagde onzorgvuldig en gehaast te werk gegaan zijn.
De commissie oordeelt dat nergens uit blijkt dat beklaagde geen beschikking had over alle stukken en daaruit blijkt dat er onafhankelijk een rapport is opgesteld. De commissie verklaart dat beklaagde zich aan de opdracht heeft gehouden en niet in strijd met de Richtlijnen heeft gehandeld.
De klacht wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van de klacht
In een daartoe ontvangen vragenformulier heeft klager zich met een klacht gewend tot de Tuchtcommissie NIVRE (verder te noemen: de commissie). De beklaagde heeft schriftelijk verweer gevoerd.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 19 december 2023 te Utrecht.
Beide partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Ter zitting werd klager vertegenwoordigd door mevrouw [naam].
Ter zitting werd beklaagde vertegenwoordigd door de heer [naam].
Beoordeling
Ingevolge artikel 3. 1. van haar reglement heeft de commissie tot taak het behandelen van klachten over het handelen en/of nalaten van een beklaagde ten tijde van diens NIVRE-registratie of inschrijving in de Kamer van het NIVRE, dat mogelijk in strijd is met de gedragscode en/of Statuten en/of Reglementen van het NIVRE en/of met hetgeen overigens bij een goede beroepsuitoefening door de beklaagde betamelijk is. Zij doet dit door een uitspraak te doen.
Voorop gesteld wordt dat een expert dient te handelen conform de Gedragsregels, de Statuten en Reglementen van het NIVRE, alsmede conform al hetgeen overigens bij een goede beroepsuitoefening betamelijk is. Zo dient men zich te gedragen, zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend expert betaamt, waarbij men dient te voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid, professionaliteit, integriteit en collegialiteit, zoals nader omschreven in de gedragsregels van het NIVRE.
Deze gedragsregels zijn bedoeld, zo blijkt uit de inleiding daarvan, als een norm voor de verwachtingen die mensen hebben over het gedrag en de intentie van een NIVRE-geregistreerde. Het inhoudelijke werk van een expert staat in beginsel niet ter beoordeling van de commissie. Inhoudelijke geschillen, zoals die over de hoogte van een vergoeding voor geleden schade, dienen langs daartoe geëigende wegen beslecht te worden. Slechts indien en voor zover een expert een inhoudelijk standpunt heeft betrokken dat redelijkerwijze niet verdedigbaar is, kan dat strijd opleveren met de gedragsregels en tot een gegrondverklaring en/of tot een eventuele tuchtrechtelijke veroordeling leiden. Daarbij dienen alle omstandigheden van het geval betrokken te worden waardoor het mogelijk is dat, ook indien men achteraf/objectief gezien een (inhoudelijke) fout heeft gemaakt, daar niet automatisch uit volgt dat men tevens klachtwaardig gehandeld heeft.
Standpunt klager
Klager heeft gesteld dat beklaagde niet heeft gehandeld volgens de Richtlijn bindend advies motorvoertuigen NIVRE. Beklaagde heeft, aldus klager, de volgende punten overtreden:
– Richtlijn Punt 1: Hierbij zijn de regels niet in acht genomen door beklaagde. Hij is onzorgvuldig en gehaast te werk gegaan, omdat de opdrachtgever haast had volgens beklaagde.
– Richtlijn Punt 2/3: Beklaagde heeft de eerste expert nooit op de hoogte gebracht dat hij de benoeming heeft aanvaard. In de eerste akte die beklaagde heeft verstuurd, stond een fout. Beklaagde heeft daarop de akte aangepast en opnieuw verstuurd. Vervolgens is hij al gestart alvorens beide getekende akten in zijn bezit zijn.
– Richtlijn Punt 4: Klager verwijt de beklaagde dat hij niet onafhankelijk is opgetreden door bij het opstellen van een bindend advies niet alle relevante informatie te betrekken. De relevante stukken van de eerste expert heeft de arbiter bij zijn werkzaamheden niet nodig geacht, omdat hij alle stukken al in zijn bezit zou hebben. Dit is niet correct. De aparte bijlage bij het expertise rapport van expert [naam expert 1] met relevante informatie kon beklaagde nog niet in zijn bezit hebben.
– Richtlijn Punt 5: Beklaagde heeft zich niet specifiek gehouden aan de opdracht akte met betrekking tot het verschil van mening over de schade aan een [naam auto] met kenteken [kentekennummer] die deze op 4 juni 2022 heeft opgelopen. De schade was vastgesteld op basis van herstel (1e expert) versus de mening dat er sprake is van totaal verlies (2e expert). De opdracht aan beklaagde was om vast te stellen of de auto te repareren was of als total loss moest worden afgeschreven.
Klager wenst de kosten die hij heeft moeten maken om deze klacht in te dienen en de kosten van zijn belangenbehartiger vergoed te krijgen.
Standpunt beklaagde
Op 3 oktober 2022 kreeg beklaagde het verzoek per e-mail van expert [naam expert 2] tot het opmaken van een bindend advies. Op 4 oktober 2022 kreeg beklaagde bericht dat de opdrachtgever van expert [naam expert 2] haast had met dit dossier. Beide experts waren akkoord met het feit dat beklaagde een bindend advies uit zou brengen, hetgeen ook blijkt uit het feit dat zowel [naam volmacht bedrijf] als klager de akte van benoeming hebben getekend. De eerste akte, die naar beide partijen is verzonden met de vraag of zij met de benoeming akkoord konden gaan, was inderdaad niet correct door beklaagde opgesteld. In eerste instantie had beklaagde de akte opgesteld met als sub 2 [naam schadeherstelwebsite] en deze voorgelegd aan [naam volmacht bedrijf] en [naam schadeherstelwebsite] met de vraag of ze akkoord konden gaan met de inhoud van de akte. Deze is in overleg met mevrouw [naam vertegenwoordiger klager] aangepast en [naam schadeherstelwebsite] is vervangen door de naam van klager en dat [naam volmacht bedrijf] de aansprakelijke verzekeraar is.
De gecorrigeerde akte is opnieuw naar partijen gestuurd, waarna de akte door beide partijen werd getekend. Op 4 oktober 2022 heeft beklaagde de akte van benoeming van klager ontvangen. Om reden dat er een tweede versie van de akte was verzonden aan [naam volmacht bedrijf] heeft beklaagde telefonisch contact gehad met mevrouw [naam] van [naam volmacht bedrijf] op 4 oktober 2022 die hem telefonisch heeft toegezegd akkoord te gaan met de inhoud van de akte (versie 2). De getekende akte van [naam volmacht bedrijf] heeft beklaagde op 5 oktober 2022 per mail ontvangen. De beklaagde beschikte voor 4 oktober 2022 al over de expertiserapporten die door de twee experts waren opgemaakt. Beklaagde kon pas een akte van benoeming opstellen, nadat hij kennis had genomen van de stukken.
Beklaagde wilde alvorens een bindend advies uit te brengen de auto zelf inspecteren, omdat expert [naam expert 2] geen fysieke controle had uitgevoerd. Op 4 oktober 2022 heeft beklaagde contact opgenomen met [naam autoschadebedrijf], het adres waar expert [naam expert 1] van [naam expert bedrijf] expertise had verricht, met de vraag of hij de auto daar kon bezichtigen. Dit bedrijf deelde beklaagde mee dat klager inmiddels de auto had verkocht aan [naam autohandel] te [plaatsnaam] en dat naar alle waarschijnlijkheid de auto daar nu stond. Op 4 oktober 2022 had beklaagde telefonisch contact met de heer [naam] die hem meedeelde dat de auto bij zijn bedrijf stond, maar dat hij snel moest zijn, want inmiddels had hij de auto weer doorverkocht. Op 5 oktober 2022 heeft beklaagde de auto geïnspecteerd. Op 5 oktober 2022 heeft beklaagde uitvoerig contact gehad met expert [naam expert 1] en hem meegedeeld dat beklaagde in deze was benoemd als bindend adviseur en de auto fysiek had bekeken. Tijdens dit gesprek heeft beklaagde expert [naam expert 1] meegedeeld dat klager het voertuig aan Venema als schadeauto heeft verkocht voor € 16.500.– Aan de hand van het door [naam expert 1] opgesteld expertiserapport heeft beklaagde de zaak besproken en [naam expert 1] geconfronteerd met zijn bevindingen. Tijdens het gesprek heeft [naam expert 1] beklaagde niet geïnformeerd dat hij nog meer stukken had omtrent deze schade behoudens het expertiserapport met referentienummer [nummer]. Expert [naam expert 1] gaf toe dat de schade ‘ruim’ was gecalculeerd. Beklaagde heeft deze expert geconfronteerd met een aantal onderdelen die in de calculatie zijn opgenomen waaraan beklaagde geen defect heeft kunnen constateren.
Na bestudering van de stukken, de inspectie van de auto en de gesprekken met beide deskundigen heeft beklaagde het bindend advies met voorrang opgesteld vanwege de haast die met het dossier was gemoeid en afgerond op 6 oktober 2022.
Overwegingen commissie
De commissie heeft vastgesteld dat de beklaagde pas met zijn werkzaamheden is aangevangen, nadat hij van beide partijen een akkoord heeft gekregen over zijn benoeming. Beklaagde heeft op 4 oktober 2022 de door klager getekende akte ontvangen. Op 4 oktober 2022 heeft beklaagde mondeling van [naam volmacht bedrijf] vernomen dat ook zij akkoord was met de benoeming. De getekende akte van [naam volmacht bedrijf] heeft beklaagde op 5 oktober 2022 per mail ontvangen.
Nu de mondelinge toestemming van [naam volmacht bedrijf] op 4 oktober 2022 al was gegeven, mocht de deskundige naar het oordeel van de commissie al voorbereidende afspraken maken met de autoschade bedrijven waarvan de beklaagde bekend was dat de auto zich daar zou bevinden. Vast is komen te staan dat beklaagde op 5 oktober 2022, nadat hij van beide partijen de getekende akte heeft ontvangen, zijn werkzaamheden officieel heeft aangevangen met een bezoek aan het autobedrijf waar de auto in kwestie zich bevond.
Klager heeft gesteld dat beklaagde niet onafhankelijk is opgetreden, doordat hij niet over alle informatie beschikte die van belang was voor het geven van een bindend advies. De commissie is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat de beklaagde voortvarend te werk is gegaan, niet betekent dat hij daarmee niet onafhankelijk heeft geopereerd. Daarbij neemt de commissie in aanmerking dat vanwege de wens van beklaagde om de auto zelf te inspecteren om zodoende een gedegen rapport te kunnen opstellen, er haast geboden was om deze inspectie uit te voeren, nu de auto inmiddels al voor een tweede keer was doorverkocht. Niet is gebleken dat beklaagde bij zijn beoordeling niet de beschikking heeft gehad over alle stukken. Beklaagde heeft aangegeven dat voordat hij de akte van benoeming heeft opgesteld in het bezit was gesteld van de twee expertiserapporten. Expert [naam expert 1] heeft in zijn gesprek met beklaagde over de bevindingen tijdens de inspectie van de auto geen nadere stukken overgelegd terwijl hij daartoe wel de mogelijkheid had. Het is de commissie niet gebleken dat beklaagde zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden.
De commissie zal de klacht ongegrond verklaren.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het gevorderde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Tuchtcommissie NIVRE, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer H.J.F.M. Boelens, mevrouw J.M.A. van Haren, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 19 december 2023.