Commissie: Reizen
Categorie: Informatie schriftelijk
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
106572
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 21 juni 2016 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor 2 personen naar Corfu in Griekenland met verblijf in een appartement op basis van logies, voor de periode van 20 juli t/m 27 juli 2016 voor de som van € 1.995,–.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Puntsgewijs zijn onze klachten de volgende:
Wij hadden geen zeezicht vanuit ons appartement. Tussen de daken door is de zee te zien. Op die plek kan je niet zitten en past er geen stoel.
De klachten zijn niet naar behoren behandeld. Ik zou teruggebeld worden en dat is niet gebeurd. Ik heb zelf weer telefonisch contact gezocht.
Het toilet kon niet doorspoelen. Ik heb 2x gebeld maar het is niet gerepareerd. Ook waren de horren stuk en deed het licht het niet in de kamer.
In plaats van 3x per week heeft er 1x een wissel van handdoeken plaatsgevonden. De hele week met 2 schone handdoeken is ronduit vies.
Op 20 juli 2016 is een mail verstuurd, die in verband met slecht werkende wifi pas op 28 juli 2016 thuis is verstuurd.
Er is geen enkele reactie geweest op onze klacht per mail op 29 augustus 2016.
De eerste vakantiedag is compleet in het water gevallen door het uitzicht op het pannendak.
Bij aankomst op het vliegveld was onze gereserveerde auto niet beschikbaar.
Wij verwijzen ook naar onze brieven van 29 augustus 2016 en 28 oktober 2016.
Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Op de boekingssite van de reisorganisator staat letterlijk: “U kunt kiezen tussen een appartement of een maisonnette, telkens met een fijn balkon om uit te kijken op het zwembad en het glasheldere water van de zee en de bergen van de Albanese kust die de horizon vullen”. In de praktijk was de zee alleen aan de uiterste zijde van het balkon zichtbaar. De foto’s die de reisorganisator heeft overgelegd kloppen behalve voor wat betreft de laatste foto die waarschijnlijk op de trap naar boven is genomen.
De reisorganisator heeft ons misleid met betrekking tot het zeezicht. Uit onderzoek op internet is mij gebleken dat de accommodatie ook door hotels.com wordt aangeboden. Bij hotels.com kan de keuze worden gemaakt tussen volledig of gedeeltelijke zeezicht. Dat aanbod komt overeen met de feitelijke realiteit. Ik laat u overzichtsfoto’s van het complex zien. Ons appartement was gelegen achter de tweede woonlaag vanaf de zeezijde bezien. Ik merk ook nog op dat de reisorganisator ten onrechte is uitgegaan van een klachttermijn van 1 maand terwijl de ANVR voorwaarden melding maken van een klachttermijn van 2 maanden.
Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij verwijzen naar onze brieven van 5 oktober en 20 december 2016. Klager heeft een accommodatie geboekt waarbij vanaf het balkon zicht op zee zou zijn. Wij zijn van mening dat vanaf het balkon er zicht is op zee en op Albanië. Wij verwijzen naar de foto’s. Wij hebben nimmer aangegeven dat er zee zicht vanuit de kamer zou zijn. Wij hebben er alles aangedaan om klager tevreden te stellen en hebben twee andere accommodaties aangeboden. Er is nimmer melding gedaan dat de wc niet gerepareerd was, ook zijn wij niet op de hoogte gesteld van de schoonmaak en de linnenwissel. Wij hebben daarom niets aan de klachten kunnen doen. Wij zijn van mening dat de kamer voldeed aan de omschrijving en zeezicht had.
Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Wij konden het oorspronkelijke aanbod zoals gepresenteerd op de site niet meer achterhalen. Het gaat om het zeezicht principe. Een beetje zeezicht is ook zeezicht. In het aanbod stond enkel zeezicht vermeld. Er is geleverd wat is aangeboden. U vraagt mij of ik mij kan voorstellen dat een klant een ander verwachtingspatroon heeft op grond van de tekst op de site. Ik kan mij dat voorstellen maar blijf van mening dat alle vormen van zeezicht onder het begrip zeezicht moeten worden gerekend. U houdt mij tevens voor dat de tekst op de site ook zo kan worden uitgelegd dat het zicht op de bergen van Albanië de horizon vormt. Dat zou kunnen maar ik blijf bij mijn standpunt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Klager heeft aangevoerd dat hij in zijn verwachtingen omtrent het zeezicht is misleid. Op grond van het materiaal in het dossier en de behandeling ter zitting kan de commissie klager in zijn klacht volgen. Die klacht is derhalve gegrond. De aanbiedingstekst op de site op basis waarvan klager heeft geboekt, maakt melding van zeezicht zonder enige beperkende nuance. Het tegendeel is eerder het geval. De aanbiedingstekst suggereert dat het zeezicht en de Albanese bergen de horizon vormen waardoor de indruk wordt gewekt van een wijds uitzicht vanuit het balkon. Het is de commissie duidelijk geworden dat dat niet aan klager is geboden.
De commissie acht het aannemelijk dat de vakantiebeleving van klager door de onverwachte ligging van het appartement negatief is beïnvloed en dat hij niet voor het appartement had gekozen indien hij juist was geïnformeerd over het uitzicht. Mede gelet op de door klager tevens gesignaleerde onderhoudsklachten die de reisorganisator niet heeft weersproken kan hij aanspraak maken op een schadevergoeding.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 16 januari 2017.