Aanbod ondernemer voor verwijderen gasleiding die onder bestrate carport ligt voldoet aan veiligheidseisen

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 14999/20846

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt dat de ondernemer hem alleen en offerte wil aanbieden voor het volledig verwijderen van de gasleiding en niet ook voor het afdoppen van de gasleiding. Volgens de ondernemer is afdoppen geen veilige optie, de gasleiding moet volledig verwijderd worden. Echter, doordat de leiding onder een bestrate carport ligt van nog geen jaar oud met garantie op verzakking is dit volgens de consument niet mogelijk. Die garantie vervalt namelijk als de ondernemer gaat graven en er verzakking optreedt. De ondernemer heeft voorgesteld een deel van de leiding dat zich onder de carport bevindt te laten liggen. Het overige deel wordt veiliggesteld. Als de consument later wil dat het resterende deel wordt verwijderd, dan zal de ondernemer dit zonder daarvoor kosten in rekening te brengen alsnog doen. De consument is niet op dit voorstel ingegaan. De ondernemer vindt dat hij gerechtigd is om een offerte uit te brengen voor de volledige verwijdering van de gasleiding. De commissie oordeelt dat het aanbod van de ondernemer voldeed aan de daaraan te stellen veiligheidseisen. De ondernemer mag overgaan tot het volledig verwijderen van de gasleiding, indien daarvoor geen hogere kosten dan in geval van het veilig afdoppen in rekening worden gebracht. In dit geval blijkt niet dat afdoppen goedkoper zou zijn geweest. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het verzoek van de consument aan de ondernemer om zijn gasaansluiting te verwijderen c.q. los te koppelen van het gasnet.

De consument heeft op 6 maart 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In het kader van het “gasloos worden” heeft de consument bij de ondernemer een aanvraag gedaan om het leidingwerk van het gas af te koppelen.

Na diverse telefonische contacten heeft de consument op 8 mei 2019 om een offerte gevraagd, die hij op 22 juli 2019 ontving. De offerte hield de volledige verwijdering van de leiding in tegen een bedrag van ruim € 700,–. Gelet op de situatie van de consument stelde de ondernemer voor om de leiding af te koppelen en deze op een later moment geheel te laten verwijderen. Daarvoor worden dan geen kosten in rekening gebracht. Dat vindt de consument raar.

De consument wenst ook een offerte voor het alleen loskoppelen en afdoppen van de leiding. De consument wijst op een eerdere uitspraak van de commissie die inhoudt dat de ondernemer twee opties dient aan te bieden.

De consument heeft de woning per 8 mei 2020 verkocht. Hij klaagt niet alleen uit eigen belang.

De consument verlangt dat de ondernemer hem een aangepaste offerte doet.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 8 mei 2019 heeft de consument een aanvraag gedaan voor het loskoppelen van leidingwerk ten behoeve van het gasloos worden. Op de aanvraag heeft de consument vermeld dat hij een offerte wil voor het loskoppelen en afdoppen van de gasleiding van het netwerk. Verwijdering is geen optie voor de consument omdat de leiding onder een bestrate carport ligt van nog geen jaar oud met een garantie van 5 jaar op verzakking. Die garantie vervalt als de ondernemer gaat graven en er een verzakking optreedt.

De ondernemer heeft de consument een offerte gestuurd inhoudende de volledige verwijdering van de leiding. Dat is volgens de consument niet in lijn met de door de commissie gedane uitspraken waarbij is bepaald dat twee opties moeten worden aangeboden.

De ondernemer heeft aangegeven dat deze uitspraak van de commissie niet geldt en dat de consument te allen tijde toegang tot de volledige leiding moet verschaffen. Het is de keuze van de consument geweest om een carport te bouwen waardoor de leiding niet meer kan worden verwijderd.

De ondernemer heeft daarop aan de consument laten weten een deel van de leiding dat zich onder de carport bevindt te laten liggen. Het achtergebleven deel wordt zoveel mogelijk veiliggesteld. Indien de consument na verloop van tijd wil dat het resterende deel van de leiding wordt verwijderd, zal de ondernemer dit resterende stuk leiding zonder daarvoor kosten in rekening te brengen verwijderen. De consument heeft daarvoor dan al betaald. De consument is op dit voorstel niet ingegaan.

Uit de uitspraak van de commissie, (dossier 119641), blijkt dat de ondernemer bij de beëindiging van de aansluit- en transportovereenkomst, (“ATO”) de consument twee opties moet bieden, te weten het volledig verwijderen van de aansluiting dan wel het aan beide zijden afdichten van de gasleiding conform artikel 5.3 van de NEN 7244-7. Als de afnemer kiest voor afdoppen, maar de ondernemer besluit om tot verwijdering van de gasleiding over te gaan, dan moet de consument daaraan meewerken. In dat geval mag de ondernemer geen eventuele meerkosten in rekening brengen.

Het genoemde advies is door een andere netbeheerder aan de kantonrechter ter vernietiging voorgelegd. De kantonrechter heeft bij vonnis van 14 augustus 2019, (ecli:RBGEL:2019:3921), het bindend advies vernietigd.

De consument kan dan ook geen beroep doen op dit bindend advies.

De consument handelt in strijd met de Algemene Voorwaarden door de gasleiding onbereikbaar te maken vanwege de aanwezigheid van een carport + bestrating. Verder zou de ondernemer aansprakelijk zijn als bij de werkzaamheden verzakking van de bestrating zou optreden.

De ondernemer concludeert dat de consument om afdoppen heeft verzocht maar dat dit geen veilige optie is volgens het KIWA-rapport.

De ondernemer heeft in dit geval een pragmatische oplossing aangeboden om een mogelijke verzakking te voorkomen. Dit aanbod is door de consument niet geaccepteerd en komen te vervallen.
De ondernemer is gerechtigd een offerte uit te brengen die alleen voorziet in de volledige verwijdering van de gasleiding.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In dit geschil klaagt de consument over de inhoud van een op zijn verzoek door de ondernemer uitgebrachte offerte voor het gasloos maken van zijn woning. De ondernemer bood slechts aan om de gasleiding volledig te verwijderen en wilde niet tot het afdoppen van de gasleiding over gaan, zoals door de consument werd verlangd.

De ondernemer voert gemotiveerd verweer.

Naar het oordeel van de commissie voldeed het nadere aanbod van de ondernemer om de leidingen tijdelijk veilig af te doppen en deze op enig moment alsnog geheel, zonder verdere kosten voor de consument, te verwijderen aan de daaraan te stellen (veiligheids-)eisen.

Het stond de consument vanzelfsprekend vrij om van dit aanbod geen gebruik te maken.

De omstandigheid dat de ondernemer bereid bleek om de facto af te doppen en nadien tot nader order tot volledige verwijdering over te gaan is niet in strijd met het bindend advies van de commissie, nog daargelaten dat dit bindend advies door de kantonrechter is vernietigd. Uit dit bindend advies volgt immers dat de ondernemer mag overgaan tot het volledig verwijderen mits daarvoor geen hogere kosten dan in geval van het veilig afdoppen conform het KIWA-rapport in rekening worden gebracht. Gesteld noch gebleken is dat afdoppen in casu goedkoper zou zijn geweest.

Overigens heeft consument aangegeven dat hij de betreffende woning heeft verkocht, maar de zaak aanhangig heeft gemaakt voor anderen in de regio. De commissie is echter niet bevoegd om buiten de grenzen van een aan haar voorgelegd geschil te treden, noch is zij bevoegd om algemeen geldende beslissingen te nemen. Dit belang kan de consument dan ook niet baten.

Op grond van het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is.

Derhalve wordt beslist als volgt

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. Sj. S. Bakker en drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 29 april 2020.