Commissie: Wonen
Categorie: Aanbod
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
39542
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 juni 2002 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een keuken tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 17.000,–. De levering vond plaats op of omstreeks april 2003. De consument heeft op 29 oktober 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Ik ben boos om wat ik beschouw als een verwerpelijke vertragingstactiek. Het staat vast dat het gaat om een productiefout. Op grond van jurisprudentie omtrent de conformiteitseis heb ik recht op vergoeding van de gemaakte kosten, ook buiten de garantietermijn. Wij hebben een verkeerd reparatieadvies gekregen van de ondernemer en deze heeft op geen enkele manier getracht verdere schade te voorkomen. Via internet blijkt dat er al aanwijzingen waren voor problemen met folie in 2005 en 2006 en daarom stel ik dat de ondernemer dit geweten heeft waardoor sprake is van verwijtbaar en nalatig gedrag omdat geen poging is ondernomen te voorkomen dat wij (te veel) geld zouden uitgeven voor reparatie. De technische oplossing van uw deskundige gaat verder en zal aanmerkelijk duurder zijn dan door de ondernemer is aangeboden. In het rapport van uw deskundige zijn geen uitspraken genoteerd die tijdens zijn bezoek niet zijn uitgesproken. De deskundige heeft zijn conclusie hardop en duidelijk gezegd. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het deskundigenbezoek en de inhoud van het rapport wekt verbazing. Er zijn uitspraken genoteerd die tijdens het bezoek niet zijn uitgesproken, zodat verweer cq schikking ter plekke niet mogelijk was. Dat uw deskundige heeft kunnen vaststellen dat de ondergrond te vettig en te stoffig is geweest tijdens het lijmproces is wonderbaarlijk, omdat tot op de dag van vandaag geen enkele deskundige de juiste kennis heeft oorzaak en ontstaansmoment te kunnen vaststellen. De eerstgenoemde hersteloptie van uw deskundige is onjuist. Dat is ook door de consument bevestigd. Wij hebben aangeboden de fronten van de gehele keuken tegen een bedrag van € 450,– te vervangen. De deskundige voegt uit eigen beweging in deze optie toe dat tevens de lijsten en zichtzijdes vervangen dienen te worden vanwege kleurverschil. Dat is niet aangeboden en ook niet mogelijk omdat deze onderdelen omtrokken zijn met melamine. De folie waarmee de fronten omtrokken zijn is nog leverbaar en dat impliceert dat zo er al sprake is van kleurverschil tussen de huidige fronten en huidige lijsten en zichtzijdes, dat daar geen afwijking in zal ontstaan. Deze optie zal door ons derhalve niet ingewilligd worden. Jurisprudentie leert dat loslatende folie geen belemmeringen in het gebruik geeft waardoor geen sprake is van non conformiteit. Dat is ook het geval geweest in een uitspraak van uw commissie. Het ontstaansmoment en oorzaak kan veelomvattend zijn en een absolute uitspraak is niet mogelijk. Wij kunnen aantonen dat dezelfde fronten van dezelfde leverancier van een zelfde jaar nog in prima staat zijn en daarmee geeft zij aan dat ook de woonomstandigheden, onderhoud en dergelijke invloed kunnen hebben op de folie en de verlijming. Desalniettemin sluit zij ook een productiefout niet uit. Op basis van bovenstaande hebben wij aangeboden de fronten te vervangen voor € 450,– en zijn bereid dit aanbod gestand te doen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Het betreft duidelijk een productiefout. Het komt voor op alle middendelen en niet op de kaderranden, wat dan ook een andere productielijn is. Enkele foliestukken waren er compleet af waardoor duidelijk te zien is dat de ondergrond te vettig en stoffig was tijdens het lijmproces. De omvang van de klacht is zeer ernstig. Herstel is technisch mogelijk. Of door het compleet vervangen en monteren van compleet nieuwe fronten of door reparatie. Het gaat dan om 11 fronten à € 80,– per stuk. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Naar aanleiding van hetgeen uit beide zittingen naar voren is gekomen alsmede uit de informatie die verschaft is door de door de commissie geraadpleegde deskundige is voor de commissie komen vast te staan dat het loslaten van de folie van de fronten het gevolg is van een fout tijdens de productie. Op grond van artikel 15 uit de algemene voorwaarden van [de branchevereniging] blijft de ondernemer verantwoordelijk, ook al is de overeengekomen garantietermijn verstreken, indien er sprake is van een gebrek en dit gebrek niet is veroorzaakt door normaal gebruik. De vraag die nu beantwoord dient te worden is de wijze waarop en de mate waarin de consument gecompenseerd dient te worden voor de opgetreden schade als gevolg van een productiefout. De consument verlangt als oplossing kosteloos herstel. De ondernemer heeft in december 2009 aangeboden om het complete keukenfront te vervangen tegen een betaling van € 1.250,–, een aanbod dat derhalve gedaan is voordat de consument het geschil aan de commissie heeft voorgelegd, hetgeen gebeurd is op 24 februari 2010. De commissie vindt dit aanbod op zich al redelijk en billijk. Nog los van het feit dat dit aanbod later nog is verlaagd naar een bijbetaling door de consument van € 450,– in plaats van € 1.250,–. De keuken is door de consument gebruikt van april 2003, terwijl de consument de klacht aan de ondernemer heeft voorgelegd op 29 oktober 2009. De consument heeft derhalve 6½ jaar ongestoord gebruiksgenot gehad van de door de ondernemer geleverde keuken. Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden is de commissie van oordeel dat redelijkerwijs niet van de ondernemer verlangt kan worden dat deze overgaat tot compleet kosteloze vervanging. Dat de consument reeds kosten heeft gemaakt kan de ondernemer niet worden toegerekend, nu de consument de fronten uit eigen beweging heeft laten behandelen. De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan ter oplossing van de op zichzelf terechte klacht, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De consument is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het reglement van de commissie in die zin derhalve ongegrond. De ondernemer is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, in de vorm van bijbetaling van € 450,–, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De ondernemer is gehouden zijn aanbod gestand te doen, hetgeen inhoudt vervanging van de fronten tegen betaling van € 450,– door de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 1 februari 2011.