Commissie: Voertuigen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE05-0360
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 december 2004 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte [merk en type] en/of het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.000,–. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 27 december 2004. De consument heeft op 4 mei 2005 de klacht mondeling voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op grond van de herhaalde toezegging van de ondernemer en de tekst van de internetadvertentie mocht de consument erop vertrouwen dat de auto was voorzien van een airbag. Dit bleek niet het geval te zijn. De consument is een leek op autogebied en was derhalve niet in staat om zelf een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van een airbag. Pas bij het eerste bezoek na de koop aan de garage van de ondernemer vernam de consument van een monteur dat er geen airbag aanwezig was. De consument is afgegaan op hetgeen door de ondernemer aan haar is gemeld. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Wij wisten niet dat de aanwezigheid van een airbag door een bepaald logo kenbaar is. Ik heb specifiek naar de aanwezigheid van een airbag gevraagd. Via een kennis werden we geattendeerd op de betreffende auto. We hebben eerst een bezoek aan de garage gebracht en vervolgens de internet site bekeken waarop de auto met airbag staat aangeboden. De consument verlangt een financiële compensatie. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De auto is conform de koopovereenkomst afgeleverd. De internet site bevat een disclaimer. Het ontbreken van een airbag heeft geen invloed op de prijsstelling van auto’s van deze leeftijd. Er is sprake geweest van een misverstand. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Hij kan zich niet meer herinneren aan de consument meegedeeld te hebben dat de auto wel was voorzien van een airbag. Hij heeft dergelijke auto’s in het verleden wel nieuw verkocht. De meerprijs voor een airbag was hoogstens een paar honderd euro’s. Mijn internet site is verbonden met die van [naam andere ondernemer]. Onze auto’s worden op die site aangeboden en bij het aanklikken van zo’n auto komt men op onze site. Wij maken ook gebruik van de disclaimer van [naam andere ondernemer]. Mijn bedrijf is wel te onderscheiden van dat van [naam andere ondernemer]. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt voorop dat de ondernemer heeft in te staan voor de juistheid van de door hem opgestelde advertenties en door hem gedane uitlatingen. In het midden kan blijven of de aanwezigheid van een disclaimer op de internetsite van de ondernemer aan de consument in deze zaak kan worden tegengeworpen aangezien de disclaimer waarop de ondernemer zich beroept niet op zijn site voorkomt, maar betrekking heeft op een site waaraan zijn site is gekoppeld. Het beroep op de aanwezigheid van een disclaimer door de ondernemer wordt dan ook op voormelde grond verworpen. De consument heeft voorts gesteld dat zij van de ondernemer de herhaalde toezegging heeft gekregen dat de auto was voorzien van een airbag. De ondernemer heeft hiertegen aangevoerd dat hij zich niet kan herinneren een dergelijke toezegging heeft gedaan. Gelet hierop en op het feit dat de advertentie waarin de auto werd aangeboden de mededeling bevatte dat deze was voorzien van een airbag, is de commissie van oordeel dat de consument, bij wie immers geen bijzondere deskundigheid op dit punt mag worden verondersteld, erop mocht vertrouwen dat de gekochte auto was voorzien van een airbag. De commissie verwerpt de stelling van de ondernemer dat gelet op de leeftijd van de auto het ontbreken van de airbag geen invloed heeft op de prijsstelling. De commissie is van oordeel dat ook bij auto’s van oudere leeftijd de aanwezigheid van een airbag, in meerdere opzichten, een meerwaarde heeft. De consument maakt dan ook terecht aanspraak op een vergoeding van de schade die zij lijdt wegens het ontbreken van een airbag. De commissie begroot deze schade naar billijkheid op € 150,– en zal de ondernemer tot betaling daarvan veroordelen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 150,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 112,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, op 2 december 2005.