Aangeboden contract niet herroepen door consument en bindend voor partijen

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 198155/199303

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de looptijd van een energiecontract. Volgens de ondernemer liep het vaste contract af op 1 januari 2023, zodat daarna een variabel tarief zou moeten worden betaald. In het portaal van de ondernemer heeft de consument een contract staan van 17 september 2021 tot en met 17 september 2024. Dit is ingegaan nadat de consument een verhuizing heeft doorgegeven op 17 september 2021. Hier heeft de consument een ontvangstmail gekregen. De ondernemer geeft aan dat dit een fout is en dat er destijds een storing in het systeem was. De consument stelt hier nooit van op de hoogte te zijn gebracht en stelt dat het contract (dat altijd in ons portaal is blijven staan) bindend is. De commissie oordeelt dat het aangeboden contract met betrekking tot het nieuwe adres als een onherroepelijk aanbod van de ondernemer moet worden beschouwd. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de herroepingsbrief en daarmee is door de consument het nieuwe contract aanvaard. Dat in het nieuwe contract de tarieven van haar oude contract gehandhaafd bleven, betekent op zich niet dat de consument had moeten begrijpen dat die prijzen niet konden kloppen. Daarnaast heeft de ondernemer pas meer dan een jaar nadat volgens hem het contract zou zijn afgelopen, de foutieve einddatum van de levering van energie en gas gecorrigeerd. Pas toen is de consument bericht dat haar contract 1 januari 2023 afliep en niet op 17 september 2024, zoals zij dacht. Dit alles komt voor rekening en risico van de ondernemer. De ondernemer dient dan ook het nieuwe contract met de ingangsdatum 17 september 2021 ten volle na te komen overeenkomstig de daarin opgenomen tarieven en einddatum. Dat betekent dat de klacht gegrond is.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de looptijd van een energiecontract.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Volgens de ondernemer liep ons vaste contract af op 1 januari 2023; dat zou betekenen dat wij daarna een variabel tarief moeten betalen. Nu hebben wij in ons portaal een contract staan van 17 september 2021 tot en met 17 september 2024. Deze is ingegaan nadat ik een verhuizing heb door gegeven op 17 september 2021. Hier heb ik ook een ontvangstmail gehad. De ondernemer geeft aan dat dit een fout is en dat er destijds een storing in het systeem was. Wij zijn hier echter nooit van op de hoogte gebracht en ons contract is altijd in ons portaal blijven staan, die naar ons idee ook bindend is.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij dezen kan ik u informeren dat wij ten tijde van de verhuizing inderdaad een verkeerde einddatum gecommuniceerd hebben voor de nieuwe woning. Wij hebben hierbij het reeds lopende contract logischerwijs meeverhuisd naar het nieuwe adres, maar hebben dit contract – wat een looptijd had voor drie jaar – per abuis opnieuw voor drie jaar aan de klager bevestigd.

Het contract op het oude adres; startdatum was 1 januari 2020. Het contract op het huidige adres; einddatum was 1 januari 2023. Binnen het proces van een verhuizing is een nieuw contract ook helemaal niet aan de orde. Het reeds lopende contract verhuisd gewoon mee en dit wordt niet gewijzigd, 1.) omdat wij een einddatum niet eenzijdig mogen aanpassen en 2.) omdat de klager de foutief bevestigde einddatum nooit heeft kunnen aanvaarden, daar dit nooit als zodanig aan de klager is aangeboden. Daarnaast is het onredelijk van de klager om te verwachten dat de klager dezelfde tarieven anderhalf jaar later opnieuw voor drie jaar zou kunnen afsluiten. Afsluitend wil ik refereren naar dossiernummer 161596-170795. Dit dossier had dezelfde situatie als bovenstaande, is uitgebreid behandeld en reeds beoordeeld. Laatstgenoemde was in ons voordeel. Ik vertrouw er dan ook op dat uw uitspraak betreffende dit geschil hetzelfde zal zijn.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de stukken blijkt dat de consument met ingang van 1 januari 2020 voor haar oude adres bij de ondernemer een contract met vaste prijzen heeft afgesloten met een looptijd van drie jaar. In september 2021 heeft de consument aan de ondernemer bericht te zullen verhuizen met de kennelijke bedoeling dat de ondernemer ook op haar nieuwe adres elektra en gas zou leveren. In september 2021 heeft de ondernemer aan de consument een nieuw contract voor drie jaar aangeboden met ingang van 17 september 2021 tot 17 september 2024 tegen ongeveer dezelfde voorwaarden als het contract voor haar oude adres. Daarbij heeft de ondernemer de consument gewezen op de bedenktermijn.

In december 2022 ontving de consument een mail van de ondernemer waarin deze stelde dat haar vaste contract op 1 januari 2023 af zou lopen en dat haar met ingang van die datum variabele tarieven in rekening zouden worden gebracht. De consument wenst de ondernemer te houden aan het contract met vaste tarieven dat zal eindigen op 17 september 2024.

Zoals de commissie al heeft overwogen in de zaak met dossiernummer 161596-170795 waaraan de ondernemer refereert, is de ondernemer niet gehouden tot nakoming van de schriftelijke bevestiging van een nieuwe looptijd van het contract indien voor de consument kenbaar was dat er sprake was van een fout van de ondernemer.

De commissie stelt vast dat, anders dan in die genoemde zaak, de ondernemer in dit geval niet een schriftelijke bevestiging van de verhuizing aan de consument heeft gestuurd, maar haar een nieuw contract heeft aangeboden. Dit staat haaks op de vermelding in het verweerschrift dat binnen het proces van een verhuizing een nieuw contract ook helemaal niet aan de orde is. Dit gaat verder dan een verkeerde communicatie met betrekking tot de einddatum. Het aangeboden contract met betrekking tot het nieuwe adres moet naar het oordeel van de commissie dan ook als een onherroepelijk aanbod van de ondernemer worden beschouwd dat de consument door geen gebruik te maken van de herroepingsbrief heeft aanvaard. De enkele omstandigheid dat in het nieuwe contract de tarieven van haar oude contract gehandhaafd bleven, maakt op zichzelf nog niet dat de consument had moeten begrijpen dat die prijzen niet konden kloppen

De commissie constateert verder dat pas tegen het eind van de looptijd van het oude contract en meer dan een jaar later de – in de visie van de ondernemer – foutieve einddatum van de levering van energie en gas is gecorrigeerd. Toen is de consument gemeld dat haar contract 1 januari 2023 afliep en niet op 17 september 2024, zoals zij dacht. Gesteld noch gebleken is dat de consument hier op enig eerder moment over is bericht. Dit terwijl uit de zaak met dossiernummer 161596-170795 blijkt dat in die zaak in september 2021 sprake was van een soortgelijke situatie. Blijkbaar heeft de klacht in de zaak met dossiernummer 161596-170795 er niet toe geleid dat de ondernemer nader onderzocht heeft of het mogelijk in meer zaken fout zou kunnen zijn gegaan na de melding van een verhuizing. Dit alles komt voor rekening en risico van de ondernemer.

Alles overziende is de commissie in de gegeven omstandigheden van oordeel dat de ondernemer gehouden is het in zijn ogen onverplicht aan de consument aangeboden contract met de ingangsdatum 17 september 2021 ten volle na te komen overeenkomstig de daarin opgenomen tarieven en einddatum.

Dat betekent dat de klacht gegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

Verklaart de klacht gegrond;

Bepaalt dat de ondernemer het aan de consument in september 2021 aangeboden nieuwe 3-jaarscontract dat op 17 september 2021 is ingegaan, dient na te leven;

De ondernemer dient een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 21 maart 2023.