
Commissie: Makelaardij
Categorie: Courtage
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
48637
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Op 31 mei 2010 is tussen partijen tot stand gekomen de Opdracht tot bemiddeling betreffende de verkoop van de woning van de consument. Deze opdracht is ingetrokken. De ondernemer heeft aan de consument een factuur d.d. 15 september 2010 terzake van intrekkingskosten voor € 1.000,– plus de BTW van € 190,–. Op 18 juni 2010 is tussen partijen tot stand gekomen de Opdracht tot bemiddeling betreffende de aankoop van een appartement ten behoeve van de consument. De ondernemer heeft bij factuur d.d. 18 juni 2010 aan de consument een bedrag in rekening gebracht van € 1.875,– aan courtage en € 356,25 aan BTW. De consument heeft een bedrag van € 1.190,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 24 juli 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer, na dit reeds eerder mondeling te hebben gedaan. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Kort na overdracht van het met bemiddeling van de ondernemer gekochte pand bleek dat de verwarmingsketel geen aanvoer en afvoer had (rookkanaal). Het luchtcirculatiesysteem was niet afgebouwd. Evenmin was er een correcte elektriciteitsvoorziening. Er was sprake van slecht afgewerkte muren. Bewust heeft de consument, wier partner een dwarslaesie heeft, een makelaar ingeschakeld ten behoeve van de aankoop omdat zij zelf niet goed dingen kan controleren. De consument verlangt terugbetaling van de reeds door hem betaalde courtage (€ 2.236,25) en vergoeding van door hem gemaakte kosten omdat de ondernemer zijn verplichtingen uit de Opdracht niet is nagekomen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft de Opdracht voor bemiddeling bij verkoop ingetrokken. Hiervoor is zij nog intrekkingskosten verschuldigd. De klacht van de consument ziet op de aankoopbemiddeling. Ten aanzien daarvan geldt dat dit is aangekocht voor een veel lagere prijs dan waarvoor het werd aangeboden. Er is geen bouwrente berekend en de verkoper heeft een extra berging geleverd. Dit is een goed onderhandelingsresultaat. De aankoopprijs was gebaseerd op casco omdat de consument het zelf wilde afbouwen met leveranciers van haar keuze. De consument heeft een akkoordverklaring bij oplevering ondertekend. Coulancehalve heeft de ondernemer een CV-installateur langs gestuurd om te beoordelen of de problemen konden worden opgelost. Er is geen enkele reden aanwijsbaar die de ondernemer zou noodzaken de courtage terug te betalen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Ter zitting is gebleken dat kort voor (maar ook kort na) de aankoop van het appartement er de nodige zaken aan schortten. Zo functioneerde de CV-ketel niet naar behoren, stak er een bundel draden uit de opening waar de thermostaat behoorde te zijn aangebracht en was er geen electriciteitsvoorziening in de keuken, maar ook niet in de schuur. Dit zijn zaken die een makelaar, ingeschakeld ten behoeve van de aankoop, behoort te zien en waarop hij zijn cliënt dient te attenderen om vervolgens richting de verkopende partij handelend op te treden. Het is de commissie onvoldoende gebleken dat de ondernemer dit heeft gedaan. De commissie begrijpt voorts ook niet waarom de ondernemer voor eigen rekening een CV-installateur heeft ingeschakeld terwijl het verhelpen van deze gebreken toch een verantwoordelijkheid is van de verkoper. De ondernemer beroept zich op de akkoordverklaring bij oplevering die door de consument is ondertekend. De consument betwist deze handtekening te hebben gezet en beticht de ondernemer van valsheid in geschrifte. Wat er ook zij van deze discussie, de commissie oordeelt dat de ondernemer, gelet op de aard, zichtbaarheid en omvang van de gebreken de consument ondertekening sowieso had moeten ontraden zodat de ondernemer geen beroep kan doen op deze akkoordverklaring. Duidelijk is dat de ondernemer wel een redelijk onderhandelingsresultaat (prijstechnisch) voor de consument heeft geboekt. Dit betekent dat de commissie, alles afwegende, van oordeel is dat de consument slechts de helft van de aankoopcourtage is verschuldigd aan de ondernemer. Wat betreft de intrekkingsnota constateert de commissie dat de intrekking van de Opdracht tot bemiddeling bij verkoop van de woning voortkomt uit het gebrek aan vertrouwen van de consument in de ondernemer naar aanleiding van de gang van zaken bij de aankoop van het appartement. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan de commissie zich de intrekking van deze Opdracht alleszins voorstellen. Nu de samenwerking tussen ondernemer en consument gebaseerd moet zijn op vertrouwen wordt geoordeeld dat de consument deze nota niet behoeft te betalen. Aldus wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer dient aan de consument € 1.115,63 terug te betalen betreffende de aankoopcourtage. De ondernemer dient de intrekkingsnota van € 1.190,– te crediteren. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 1.190,– als volgt verrekend. Een bedrag van € 1.115,63 dient aan de consument te worden betaald. Een bedrag van € 74,37 dient aan de ondernemer te worden betaald. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 6 april 2011.