Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT04-0019
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de koop van een nieuwe motorkruiser. De koopovereenkomst is schriftelijk gesloten op 4 juni 2002. De levering vond plaats op 15 mei 2004. De koopprijs bedroeg € 80.559,18, welk bedrag de consument volledig heeft voldaan. De consument heeft sinds 27 juni 2003 zijn klachten schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Klachten betreffende de bouw en de proefvaart Ondanks herhaalde toezeggingen tot levering binnen een bepaalde termijn, was er voortdurend vertraging in de bouw. Het initiatief tot het verkrijgen van informatie lag daarbij steeds bij de consument. De consument is daardoor ook regelmatig voor niets naar de werf van de ondernemer gereden. De ondernemer reageerde agressief op enkele brieven van de consument. De datum voor een proefvaart is stelselmatig verschoven zonder dat daar in de ogen van de consument een goede reden voor was. De afspraken die op 15 januari 2005 zijn gemaakt over het verhelpen van gebreken zijn door de ondernemer niet nagekomen. Klachten betreffende de uitvoering van de boot De in de ‘Handleiding eigenaar’ ingevoegde kopie van het CE certificaat B/C, waarnaar in de tijdschriftadvertenties en in de contractbespreking is verwezen, is reeds in 2001 ingetrokken. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de consument d.d. 23 april 2005 en naar hetgeen hieronder vermeld staat onder de kop ‘Deskundigenrapport’. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument gaat akkoord met behandeling van het geschil voor zover het geschil het financieel belang hoger is dan € 14.000,–. De ondernemer heeft de consument er niet op gewezen dat de boot voor een 50-uren buurt terug naar de ondernemer had gemoeten. Op klachten van de consument heeft de ondernemer nooit gereageerd. De afspraak die met de ondernemer is gemaakt om de gebreken in april 2005 op te lossen, is de ondernemer niet nagekomen. Bij de oplevering van de boot was geen ‘echte’ expert aanwezig. De consument had zij zwager meegenomen. De extra accu is ook door de ondernemer geplaatst. Deze had de accu moeten borgen. Voor het overige verwijst de commissie kortheidshalve naar de bij partijen bekende schriftelijke stukken. De consument verlangt een vergoeding van de vertragingsschade ad € 2.108,99, een vergoeding naar redelijkheid en billijkheid voor geleden ongerief, verkrijging van een CE-certificaat en een schadevergoeding voor de gebreken aan de boot. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Met betrekking tot de vertraging in de aflevering van de boot kan de ondernemer geen verwijt worden gemaakt. De ondernemer ontkent niet dat de van toepassing zijnde [branche]-voorwaarden een schriftelijke kennisgeving aan de afnemer voorschrijven wanneer de overeengekomen levertermijn dreigt te worden overschreden en dat een dergelijke mededeling niet, althans niet in de voorgeschreven vorm, is gedaan. Zoals echter onder meer uit de brieven van de consument aan de werf d.d. 27 juli en 8 augustus 2003 uitdrukkelijk blijkt, is de ontstane vertraging tussen partijen wel degelijk onderwerp van gesprek geweest en heeft de consument voor de oorzaken daarvan ook uitdrukkelijk begrip getoond. Achteraf komt de consument daarom geen beroep toe op de betreffende bepaling zodat de klacht op dit punt ongegrond is. De van toepassing zijnde [branche]-voorwaarden voorzien in een verplichting voor de leverancier om (de) schade welke een afnemer lijdt te vergoeden, wanneer is voldaan aan de bij artikel 15 van de [branche]-voorwaarden gestelde voorwaarde. De ondernemer is van oordeel dat haar te dezen wel degelijk een beroep op overmacht toekomt, als gevolg waarvan zij in ieder geval voor wat de beweerdelijk door klager geleden materiële schade betreft is geëxonereerd. Voor een vergoeding van immateriële schade biedt de wettelijke regeling in casu geen grond. Slechts in zeer uitzonderlijke, doch te dezen niet aan de orde zijnde, omstandigheden zou uit overwegingen van billijkheid van het wettelijk criterium kunnen worden afgeweken. Daarvoor is echter geen aanleiding. Desondanks heeft de ondernemer de consument een vergoeding aangeboden van € 1.208,39. De consument heeft dit aanbod afgewezen. Overigens was de ondernemer de consument al aanzienlijk tegemoet gekomen door extra werkzaamheden slechts ten dele in rekening te brengen. Ten aanzien van de klachten over de boot zelf stelt de ondernemer allereerst dat de oplevering van het schip in aanwezigheid van een door klager zelf ingeschakelde deskundige heeft plaatsgevonden. Bij deze oplevering zijn geen onvolkomenheden geconstateerd welke de nadien omschreven klachten (kunnen) rechtvaardigen. De consument is verder destijds met verwijzing naar de handleidingen medegedeeld dat na 50 vaaruren een na-inspectie moet worden uitgevoerd, bij welke gelegenheid eventuele onvolkomenheden worden hersteld. Bovendien is de consument medegedeeld dat het zelf of door derden (doen) aanbrengen van aanvullende voorzieningen of het zelf dan wel door derden bewerken van de standaarduitrusting leidt tot verval van de garantiebepalingen. Nu de consument zowel de na-inspectie heeft genegeerd als zelf, althans in eigen beheer, na de oplevering voorzieningen heeft aangebracht, blijven de gevolgen daarvan voor zijn risico. Hierop gelet komt de consument geen beroep toe op de garantiebepalingen in de [branche]-voorwaarden. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer gaat akkoord met behandeling van het geschil voor zover het financieel belang van het geschil hoger is dan € 14.000,–. Met consument is afgesproken dat de boot in april 2005 naar de werf van de ondernemer zou gaan, mits daarvoor ruimte op de werf zou zijn. De ondernemer erkent vooralsnog alleen de klachten betreffende de beluchtingspijp en het kussen. De overig klachten zou de ondernemer eerst moeten zien. In februari 2006 is er ruimte op de werf om zonodig gebreken te herstellen. De scheve daklijn is een gevolg van de gebruikte mal. Alle [motorkruisers van dit type] hebben dat. De klacht over het scheve raam is daarmee ook verklaard. Op 14 oktober 2005 heeft de ondernemer het CE-certificaat gekregen, zodat de klacht daarover ook is opgelost. De twee accu’s die waren geleverd waren wel geborgd, zodat conform het koopcontract is geleverd. De derde accu is een toevoeging achteraf. Voor het overige verwijst de commissie kortheidshalve naar de bij partijen bekende schriftelijke stukken. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld ten aanzien van de klachten van de consument (voor zover niet reeds opgelost). (1) De pijp waarmee de demper op de motor is bevestigd is gescheurd en er ontbreekt een stuk kuststof uit de bodem van de demper. Constatering deskundige: de bedoelde pijp is een deel van het luchtfilter van de motor. Aan de onderzijde van het luchtfilter is een stukje uitgebroken. Het luchtfilter dient vervangen te worden. (2) Van de twee voorste motorsteunen staat de kap niet in lijn met de voetplaat. Constatering deskundige: de afdekkapjes van de voorste motorsteunen staan wat scheef op de rubbers. De motorsteunen (moeren) dienen gelost te worden, dan kan bezien worden of de motorsteunen spanningsvrij op de fundatie staan. Indien dit het geval is, de steunen juist monteren en vastzetten. (6) De leiding ten behoeve van de beluchting van de motor is niet aangebracht. Constatering deskundige: de luchttoevoerslang voor de verbrandingslucht van de motor is niet aangebracht. (9) Inschakeling van de boiler op walstroom veroorzaakt uitvallen van de aardlekschakelaar. Constatering deskundige: indien de boiler op het 220 Volt systeem van de walstroom wordt aangesloten, slaat de aardlek schakelaar er uit. Het elektrisch systeem van de boiler is niet juist aangesloten, dan wel is er een fout in het elektrisch systeem van de boiler aanwezig. (10) De teakomlijsting van de stuurhut is plaatselijk gescheurd en vertoont aan bakboordzijde een gat als gevolg van een noest met een losse structuur. De hoekverbinding stuurboordzijde/voorzijde vertoont een open naad. Constatering deskundige: de teakhouten lijst welke is aangebracht rond de stuurhut, is op verschillende plaatsen gescheurd. De lijst verdient nu niet direct een 100% kwalificatie. Voorts is zichtbaar dat verschillende hoeken, (verstekken) niet stroken. Verschillende delen dienen vervangen dan wel strokend gemaakt te worden. (12) Het middelste raam voor in de stuurhut is scheef gemonteerd. Constatering deskundige: het aluminium GEBO ventilatieluik op het voordek is gemonteerd op teakhouten latten welke aangebracht zijn op het dek. Deze latten zijn niet geheel vlak. Het frame van het aluminium luik wordt daardoor als het ware krom getrokken zodra de schroeven van het frame vastgezet worden. Na meting van de raamsponning aan de buitenzijde blijkt dat het raam/sponning circa 5-7 mm schuin gemonteerd is. (13) De daklijn van het stuurhuis verloopt niet symmetrisch. Aan bakboord is het dak lager dan aan stuurboord. Aangezien het plafond in de stuurhut de daklijn volgt is de afwijking daar ook duidelijk zichtbaar. Constatering deskundige: de daklijn is aan de bakboordzijde lager dan aan de stuurboordzijde. Ook aan de binnenzijde van de stuurhut is een en ander duidelijk zichtbaar. De fout is vermoedelijk al gemaakt in de mal. (14) De accu’s zijn niet geborgd. Constatering deskundige: de batterijen zijn niet dan wel niet juist met spanbanden vastgezet. (15) Er is losse ballast aan stuurboord aangetroffen. Deze is niet gezekerd en kan tot op zekere hoogte vrij bewegen. Constatering deskundige: aan stuurboordzijde is onder de bank losse ballast geplaatst. Deze ballast bestaat uit broodjes metaal. Het plaatsen van ballast in een vaartuig kan soms noodzakelijk zijn. Dit onder andere vanwege het plaatsen/inbouwen van (zwaardere) componenten aan één zijde van het vaartuig. De ballast dient echter wel zodanig geplaatst te zijn dat deze zeevast ligt. (16) Het zitkussen van de achterste bank van de dinette is circa 2 cm te breed, waardoor het steeds verschuift. Constatering deskundige: het zitkussen van de desbetreffende bank is te breed. Als gevolg hiervan gaat de voorzijde van dit kussens over en op de teakhouten lat aan de voorzijde van de bank liggen. (17) Aan bakboordzijde, direct onder de flens, is over een afstand van circa een meter een ongeveer 4 cm brede afwijking in de gelcoat te zien. Constatering deskundige: in het water constateerde de deskundige dat er een veeg in de blauwe gelcoat van de romp aan de bakboordzijde aanwezig te. Op de wal bleek dat er een topcoat over de bestaande gelcoat is aangebracht. (20) Tijdens het tanken van dieselolie ontsnapte de eerste paar keren een ammoniakachtige geur uit de vulopening van de tank. De tankdop en het kettinkje – wat overigens geknapt was – vertonen een blauwige aanslag die ik niet kan thuisbrengen. Constatering deskundige: het beveiligingskettinkje van de vuldop is gebroken. Voorts was er een groen/blauwe aanslag op het kettinkje. De deskundige heeft geen aparte reuk waargenomen. De consument informeerde de deskundige dat de reuk in de loop der tijd ook minder is geworden. De deskundige constateerde voorts dat er veel condens op de vuldop aanwezig was. Er is dus sprake van water in de dieselolietank. De groen/blauwe aanslag is hiermee ook verklaard. Het kettinkje is van messing vervaardigd. Als gevolg van het aanwezige water/condens slaat dit materiaal uit. Het is voor deskundige niet vast te stellen of het water al tijdens de aflevering van het vaartuig aanwezig was in de tank. Het is zeer goed mogelijk dat er tijdens een tankbeurt wat water mee is getankt. (22) Er is sprake van niveauverschil tussen motorluik en vloer t.p.v. de achterste dinettebank. Constatering deskundige: er is niveauverschil in de vloerdelen van de stuurhut. De oorzaak is het gevolg van het niet juist stroken van de onderliggende vloerdragers. (23) De boot ligt scheef over bakboord. Constatering deskundige: de deskundige verwijst naar de klacht over de ballast. Indien de ballast juist zeevast gezet zal worden, kan hiermee ook nog geschoven worden. Het vaartuig dient juist beladen te worden alvorens de ballast op de juiste plaats gelegd wordt. (24) De waterlijn lijkt te laag te zijn aangebracht. Constatering deskundige: in het desbetreffende vaartuig zijn extra’s aangebracht. Deze bestaan uit een extra batterij, boiler et cetera. Het is daarom maar de vraag is of de waterlijn te laag is aangebracht. Ook hiervoor zal het vaartuig eerst juist geballast dienen te worden alvorens een en ander exact vast te kunnen stellen. (25)In strijd met art. 3.4 van de essentiële eisen voor het verkrijgen van een CE-certificaat is de bakboordafsluiter van de loospijp in de kuip zeer moeilijk bereikbaar. Constatering deskundige: alvorens men de afsluiters kan bereiken, dienen er eerst delen van de kuipvloer verwijderd te worden. Vervolgens ziet men dan de afsluiters naast de watertank zitten. Er is echter zeer moeilijk bij de handels van de afsluiters te komen. (1a) De meters van de motorinstrument vallen af en toe uit. Constatering deskundige: de deskundige heeft dit ter plaatse niet kunnen constateren. Vermoedelijk betreft het een probleem van een stekker verbinding van een kabelboom van de motor. (18, 19, 1b) Klachten over polyester c.q. gelcoat: a. Op verschillende plaatsen van de opbouw zijn o.a. pinholes en een grijze verkleuring in de gelcoat zichtbaar. b. Op verschillende plaatsen zijn sterren en spinnenwebachtige figuren in de gelcoat zichtbaar. Deze zijn ook zichtbaar in het antislip profiel. c. Op verschillende plaatsen zijn luchtinsluitingen in het laminaat dan wel de toplaag (gelcoat) zichtbaar. Constatering deskundige: de gebreken zijn het gevolg van de verwerking van de gelcoat en het laminaat tijdens de bouw van het dek. De spinnenwebachtige figuren, welke zichtbaar zijn in de gelcoat, zijn direct dan wel indirect het gevolg van het lossen van het dek uit de mal. Deelreparatie is zeer arbeidsintensief. Voorts is het maar de vraag of er bij deelreparatie een bevredigend resultaat zal ontstaan. Tijdens het deskundigenonderzoek op 19 december 2005 deelde de consument mede nog een klacht te hebben. In de handleiding welk bij het vaartuig behoort, is opgenomen dat er bij de roerkoning, een (hand) vetspuit gemonteerd is waarmee regelmatig vet in de hennegatskoker gepompt dient te worden. Deze vetspuit is niet aanwezig. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt allereerst vast dat op grond van de koopovereenkomst d.d. 4 juni 2002 de levering van de boot zou plaatsvinden in juni 2003. Uit de overgelegde stukken maakt de commissie op dat de levering feitelijk plaatsvond op of omstreeks 15 mei 2004. Dat is een vertraging van de levertijd van meer dan 15%. Het beroep op overmacht dat de ondernemer doet, kan de commissie niet onderschrijven. Voorzover de vertraging in de levering is te wijten aan te weinig personeel of te weinig ruimte op de werf, is dat een bedrijfsrisico dat voor rekening en risico van de ondernemer dient te komen. Bij gebreke van een andere onderbouwing van het beroep op overmacht, zal de commissie dan ook aan dat beroep voorbijgaan. Op grond van het voorgaande is de ondernemer ingevolge art. 6 lid 4 c jo. art. 15 van de van toepassing zijnde [branche]-voorwaarden schadeplichtig jegens de consument ten aanzien van de ontstane vertraging. De consument heeft aannemelijk gemaakt dat hij door de vertraagde levering extra kosten heeft moet maken. De commissie stelt deze naar redelijkheid en billijkheid vast op een bedrag van € 1.500,–. Voor een vergoeding van immateriële schade ziet de commissie geen aanleiding. Hoewel de commissie zich de ergernis en frustratie van de consument vanwege de vertraging kan voorstellen, acht de commissie dergelijke emoties niet zwaarwegend genoeg voor het toekennen van een vergoeding. Ten aanzien van de gebreken van de boot volgt de commissie de bevindingen van de deskundige, nu zij geen aanleiding ziet daarvan af te wijken. Dat betekent dat de klachten 13 en 20 (nummering deskundigenrapport) als ongegrond aangemerkt dienen te worden. Ten aanzien van klacht 13 overweegt de commissie nader dat de niet symmetrische daklijn een gevolg is van de gebruikte mal, zodat deze daklijn een producteigenschap van dit type boot is. Alle boten van dit type, ook degene die de consument vooraf heeft gezien, hebben daardoor een dergelijke daklijn. Van een gebrek aan het de boot is zodoende geen sprake. Ten aanzien van de klachten 1, 6, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 1b (nummering deskundigenrapport) heeft de ondernemer zich bereid getoond de geconstateerde gebreken te herstellen, zodat de commissie deze klachten als erkend beschouwd. Voorzover de ondernemer de geconstateerde gebreken niet heeft erkend, ziet de commissie geen aanleiding van het deskundigenrapport af te wijken. De commissie kan de ondernemer niet volgen voor wat betreft zijn standpunt dat een aantal gebreken (waaronder klacht 2) bij de 50-uren beurt hersteld hadden kunnen worden, maar dat de consument niet voor de 50-uren beurt naar de ondernemer is gekomen, zodat deze gebreken thans voor rekening van de consument dienen te komen. Uit niets blijkt dat de consument door de 50-uren beurt niet uit te laten voeren, zijn rechten die voortvloeien uit de door de ondernemer verleende garantie (art. 5 lid 3 van de [branche]-voorwaarden) heeft verspeeld. Naar het oordeel van de commissie kan het niet uit laten voeren van de 50-uren beurt bovendien niet afdoen aan de wettelijke rechten van de consument (art. 7:17 e.v. BW). Ten aanzien van de klachtpunten 9, 10, 12, 22, 23, 24, 25, 1a heeft de ondernemer naar het oordeel van de commissie onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze zijn veroorzaakt door de consument zelf of anderszins een uitzondering op de verleende garantie rechtvaardigen. Omdat de klachten zich binnen de garantietermijn hebben geopenbaard, is het aan de ondernemer om aannemelijk te maken dat de ondernemer de klachten niet onder de verleende garantie behoeft te herstellen. Daarin is de ondernemer naar het oordeel van de commissie gezien de deskundigenrapportages en het gemotiveerde standpunt van de consument niet, althans onvoldoende geslaagd. Meer in het bijzonder kan het beroep op art. 5 lid 7 van de [branche]-voorwaarden ten aanzien van de scheuren in de teaklijst niet op gaan. Scheurvorming kan naar het oordeel van de commissie niet gekwalificeerd worden als (uiterlijke) onvolkomenheid die intrinsiek is aan het gebruikte materiaal. Wanneer hout scheurvorming vertoont, is dat te kwalificeren als een gebrek aan dat materiaal. Op grond van art. 5 lid 4 van de [branche]-voorwaarden heeft de consument recht op kosteloos herstel van gebreken. Nu de ondernemer ten aanzien van een (groot) deel van de gebreken alsnog heeft aangeboden herstelwerkzaamheden uit te zullen voeren, ziet de commissie vooralsnog geen aanleiding om de ondernemer te verplichten een vervangende schadevergoeding te betalen. Gezien de historie tussen partijen ziet de commissie wel aanleiding om het herstel te laten plaats vinden onder, hieronder nader te noemen, strikte voorwaarden. Herstel dient plaats te vinden conform het deskundigenrapport van 21 september 2005. Omdat de ondernemer een eerdere afspraak voor het verrichten van herstelwerkzaamheden niet is nagekomen, acht de commissie voldoende grond aanwezig om het vervoer van de boot naar de werf van de ondernemer voor rekening van de ondernemer te laten komen. Indien de ondernemer de boot niet tijdig naar de werf vervoerd, zal de verplichting tot herstel worden omgezet in vervangende schadevergoeding. De hoogte daarvan stelt de commissie naar redelijkheid en billijkheid vast op een bedrag van € 18.600,–. Betreffende de CE-keuring (8) ten slotte acht de commissie voldoende aannemelijk geworden dat daaraan bij levering van de boot niet was voldaan. Omdat onweersproken is dat tussen partijen overeengekomen is dat een CE-gekeurde boot geleverd diende te worden, dient de ondernemer daarvoor alsnog zorg te dragen en de consument van de benodigde bewijsstukken daarvan te voorzien. Gezien het door de ondernemer ter zitting van 29 november 2005 gestelde gaat de commissie ervan uit dat de ondernemer daarvoor alsnog zorg draagt. Daarbij kan niet worden volstaan met het uitreiken van een CE-certificaat wanneer dat certificaat eerst na de levering is verstrekt. In dat geval dient de boot van de consument afzonderlijk CE gekeurd te worden op kosten van de ondernemer. Mocht aan het hieraan niet worden voldaan, dan kan de consument zich opnieuw tot de commissie wenden, zonder opnieuw klachtengeld te betalen. De klacht betreffende de vetspuit kan de commissie niet in behandeling nemen, nu deze klacht niet eerst conform art. 16 lid 3 aan de ondernemer is voorgelegd en ook eerst na de mondelinge behandeling van 29 november 2005 aan de commissie kenbaar is gemaakt. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klachten in hoofdzaak gegrond zijn. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De ondernemer voert daarnaast herstelwerkzaamheden uit ten aanzien van de volgende klachtenpunten (nummering deskundigenrapport): 1, 2, 6, 9, 10, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 22, 23, 24, 25, 1a en 1b. Herstel dient plaats te vinden conform het deskundigenrapport van 21 september 2005. Het vaartuig van de consument dient binnen drie weken na verzending van het bindend advies op kosten van de ondernemer naar de werf vervoerd te zijn. Indien hieraan niet wordt voldaan – om welke reden dan ook – wordt de verplichting tot herstel door de commissie omgezet in een verplichting tot betaling van een vervangende schadevergoeding van € 18.600,–. Dat bedrag dient alsdan binnen zeven weken na verzending van dit bindend advies aan de consument betaald te worden. De herstelwerkzaamheden dienen te geschieden binnen een termijn van 1 maand na aankomst van het vaartuig op de werf van de ondernemer. Zodra de ondernemer weet wanneer de werkzaamheden volledig uitgevoerd zullen zijn, doch uiterlijk na ommekomst van bovengenoemde termijn, neemt de ondernemer contact op met [de deskundige van de commissie], zodat deze een datum kan afspreken waarop de ondernemer en de consument aanwezig kunnen zijn bij het onderzoek of de herstelwerkzaamheden naar behoren zijn verricht in het licht van het in deze uitspraak bepaalde. Indien de deskundige van mening is dat de werkzaamheden niet (volledig) naar behoren zijn uitgevoerd, zal deze de commissie rapporteren omtrent de resterende gebreken en de kosten van herstel van deze gebreken begroten. De commissie zal vervolgens nader beslissen. De ondernemer draagt er binnen een maand nadat de herstelwerkzaamheden verricht zijn of verricht hadden moet zijn, zorg voor dat de boot van de consument aan de CE-keuring voldoet en zend het bewijs daarvan binnen deze termijn naar de consument. Bij gebreke daarvan kan de consument zich wederom tot de commissie wenden, die alsdan nader zal beslissen. Inzake de vetspuit wordt de consument in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 12 januari 2006.