
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Garantie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55469
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in februari 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een warmtepompinstallatie met warmwaterbron tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 23.800,–. De levering en de overeengekomen werkzaamheden vonden plaats in de loop van 2008, maar zijn nog niet voltooid. De consument heeft op 13 augustus 2008 de eerste van een reeks klachten de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Volgens de consument voldoet het door de ondernemer uitgevoerde werk op 20 onderdelen niet aan normale eisen van vakbekwaamheid. Een overzicht van de gestelde gebreken is te vinden sub 10 van het door de consument ingevulde vragenformulier van de commissie, waarnaar de commissie verwijst. Ter zitting heeft de consument verklaard geen vertrouwen meer in de ondernemer te hebben en van hem afscheid te willen nemen, waaruit de commissie afleidt dat de consument een schadevergoeding wenst die hij kan gebruiken om een ander bedrijf opdracht te geven de gebreken te herstellen en de installatie af te maken. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft een gedeelte van de klachten erkend en aangeboden deze te herstellen, waaronder de vervanging van de bronpomp door een pomp met een kleinere capaciteit. Tot een uitvoering van het herstel is het tot heden niet gekomen, aldus de ondernemer, doordat de verhouding tussen partijen is verslechterd en doordat de voltooiing van de installatie en de inregeling daarvan afhankelijk zijn van het tijdstip waarop de verbouwing van de woning van de consument is voltooid. Daarvan was op het moment waarop het geschil ter zitting werd behandeld nog geen sprake. Bij brief d.d. 31 augustus 2011 heeft de ondernemer een kopie overgelegd van de open begroting aan de hand waarvan het werk is uitgevoerd en tevens als zijn oordeel te kennen gegeven dat ook hij voortzetting van de relatie met de consument niet wenselijk acht. Daarbij heeft de ondernemer een begroting gemaakt van de kosten die noodzakelijk zijn om het werk af te maken. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Wegens het ontbreken van de nodige gegevens, zoals (transmissie)berekeningen en proeven, heeft de deskundige niet kunnen vaststellen of de installatie wel of niet goed is ontworpen en uitgevoerd. Wel heeft de deskundige vastgesteld dat er een bronpomp is geplaatst met een capaciteit van 6 m3 per uur, terwijl een capaciteit van 2½ à 3 m3 per uur meer dan voldoende is. Hierdoor en mede als gevolg van het feit dat geen duidelijk onderscheid te maken valt tussen datgene wat de consument zelf heeft uitgevoerd en datgene wat tot de aan de ondernemer verstrekte opdracht behoort, terwijl de installatie nog niet kan worden afgemaakt en ingeregeld omdat de renovatie van de woning van de consument nog niet is voltooid, heeft de deskundige geen hersteladvies kunnen geven en geen begroting van de herstelkosten. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer heeft meerdere klachtonderdelen erkend. Reeds om die reden moet de klacht gegrond worden verklaard. Nu beide partijen hebben verklaard voortzetting van hun relatie niet zinvol te achten, dient er een financiële oplossing te komen in de vorm van een door de ondernemer aan de consument te betalen bedrag tegen finale kwijting. De commissie kan in dit stadium echter geen vergoeding vaststellen, omdat de deskundige geen begroting van de herstelkosten heeft kunnen maken vanwege het feit dat het werk nog niet kan worden afgemaakt en vanwege het ontbreken van verschillende gegevens. De commissie kan niet afgaan op de door de ondernemer in diens brief d.d. 31 augustus 2011 genoemde bedragen, omdat deze eenzijdig door de ondernemer zijn begroot op basis van de door hem erkende klachtonderdelen, die de door de consument genoemde klachtonderdelen slechts ten dele dekken. Een probleem is in dit verband ook dat partijen geen sluitende afspraken hebben gemaakt omtrent de omvang van het werk en het aandeel in de uitvoering daarvan dat door de consument zelf is of wordt uitgevoerd. Wat wel vaststaat is dat een bronpomp met te grote capaciteit is geleverd. De ondernemer dient aan de consument kosteloos een pomp met de juiste capaciteit te leveren tegen teruggave van de geplaatste pomp. Over de klachtonderdelen die betrekking hebben op een gesteld niet naleven van overheids- en andere voorschriften kan de commissie geen uitspraak doen, omdat de daarvoor noodzakelijke aanknopingspunten ontbreken. Ter zitting heeft de ondernemer verklaard dat de diepte waarop de leidingen in de tuin van de consument liggen (volgens de consument is die diepte te gering) geen gevaar oplevert voor bevriezing en dat hij dat garandeert. De praktijk zal dit moeten uitwijzen. De consument kan te allen tijde aanspraak maken op deze garantie, mocht er toch bevriezing ontstaan. Het enige criterium dat de commissie nog kan aanleggen is dat de installatie moet voldoen aan daaraan normaal te stellen eisen van vakmanschap en aan het doel dat met de levering en aanleg daarvan is beoogd. Dat kan eerst worden beoordeeld nadat de renovatie van de woning van de consument is voltooid en de installatie is afgemaakt en ingeregeld. Het bovenstaande leidt tot het oordeel dat de ondernemer de bronpomp kosteloos dient te vervangen en dat voor het overige de consument (een deel van) de kosten die hij zal maken om de installatie door een ander bedrijf te laten voltooien en in te regelen te zijner tijd aan de ondernemer kan declareren. Komen partijen niet tot overeenstemming over het door de ondernemer aan de consument te vergoeden bedrag, dan kunnen zij zich opnieuw tot de commissie wenden met het verzoek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Zij dienen hun standpunten dan wel goed gedocumenteerd aan de commissie voor te leggen teneinde te voorkomen dat de commissie zich opnieuw geconfronteerd ziet met onvoldoende gegevens, waardoor zij niet tot een behoorlijk oordeel kan komen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer levert aan de consument binnen vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies kosteloos een nieuwe bronpomp met de juiste capaciteit ter vervanging van de bestaande pomp. De consument kan het werk, met inbegrip van de vervanging van de bronpomp, laten afmaken door een andere deskundige installateur. In de kosten daarvan draagt de ondernemer met een nader te bepalen bedrag bij. Komen partijen over de hoogte van dat bedrag niet tot overeenstemming, dan kan de meeste gerede partij zich opnieuw tot de commissie wenden teneinde daarover een uitspraak uit te lokken, zonder dat opnieuw klachtengeld behoeft te worden betaald. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 20 september 2011.