Aantal posten als minderwerk te verrekenen; open begroting essentieel document in overeenkomst tot aanneming van werk, onderdeel contractstukken.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw    Categorie: Meer- en minderwerk    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 68371

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft klachten naar aanleiding van in opdracht van de consument verrichte werkzaamheden van de ondernemer aan het woonhuis van de consument.   Van het totale factuurbedrag heeft de consument een bedrag van € 20.209,77 onbetaald gelaten. De consument heeft dit bedrag bij de commissie in depot gestort.   Standpunt van de consument (kort samengevat)   Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komen de klachten op het volgende neer:   Klacht 1: Stucwerk Het stucwerk voldoet niet aan hetgeen tussen partijen is overeengekomen en in zijn algemeenheid niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk: 1. het stucwerk is niet sausklaar uitgevoerd; 2. op de bovenverdieping is het overgrote deel niet gestuct; waar dat wel het geval is, is dit slecht gebeurd; 3. beneden is het stucwerk verre van glad uitgevoerd; 4. verschillende wanden zijn in het geheel niet gestuct, terwijl dat wel had moeten gebeuren; 5. op diverse uitwendige hoeken zijn geen stucprofielen toegepast; 6. alle plafonds vertonen onregelmatigheden; 7. in het toilet heeft een hoek losgelaten; 8. rond de stopcontacten en schakelaars is niet afdoende gestuct waardoor er grote gaten om de stopcontacten en schakelaars heen zitten; 9. er is niet tot op de grond gestuct, waardoor het noodzakelijk is om plinten te plaatsen. De kosten van herstel c.q. het op de juiste wijze uitvoeren van het stucwerk worden door de consument begroot op € 15.000,– exclusief BTW.   Klacht 2: Rolluiken De rolluiken zijn niet volgens de eisen van goed en deugdelijk werk geschilderd: 1. er is sprake van schuurkrassen en houtbeschadigingen; 2. er zijn meerdere matte plekken in hoogglans schilderwerk; 3. er is geen voorlak toegepast; 4. er is sprake van vervuilde rolbanden; 5. de rolluiken zijn aan de binnenkant niet met een ademende beschermende lak afgewerkt.   Klacht 3: Overige geschilpunten 1. zonder recht of titel heeft de ondernemer de cilinders van de sloten vervangen; 2. er is geen dagstuk boven de douche aangebracht; 3. schade aan de klink van de poort.   Klacht 4: Afrekening meerwerk De consument betwist de juistheid van de meerwerkfactuur die de ondernemer op 7 mei 2012 heeft uitgebracht. Post 1: er is ten onrechte BTW in rekening gebracht voor het verwijderen van de keuken; in mindering derhalve € 43,–; Post 2: de kosten van de plaatsing van weldorpels ad € 670,– behoren voor rekening van de ondernemer te komen; Post 7: verstevigen hoeken van spanten, het in rekening gebrachte is niet met de consument besproken en buitensporig hoog; ook de opslag strekt in mindering; Post 8: het in die post gestelde werk is niet uitgevoerd; in mindering is € 409,– gebracht terwijl de post € 469,– bedroeg; ook de opslag strekt in mindering; Post 11: het uitzetten van de indeling wordt ten onrechte in mindering gebracht; er is geen sprake van een herhaalde uitzetting, zodat € 157,– exclusief BTW en de opslag vervalt; Post 12: uithakken put: het is de consument niet bekend wat hiermee wordt bedoeld; € 157,– exclusief BTW en de opslag vervalt.   Klacht 5: Minderwerk 1. Geen dagkanten in de keuken, in mindering derhalve € 497,50. 2. Bekleding stalen ligger vervalt, in mindering derhalve € 589,67. 3. Voorzetwanden bijkeuken, hal en woonkamer niet aangebracht, in mindering derhalve € 500,–. 4. Spant 2 is niet afgewerkt, in mindering derhalve € 46,75. 5. De buitenpoort is smaller en klemt, in mindering derhalve € 200,–. 6. Er zijn vier dorpels in rekening gebracht terwijl er drie zijn geplaatst, in mindering derhalve € 62,84. 7. Ten onrechte is steigerhuur van derden in rekening gebracht, in mindering derhalve € 50,–. 8. Er is in afwijking van bestek en begroting niet overal nieuw hout gebruikt, in mindering derhalve € 500,–.   De consument verzoekt de commissie: 1. de feitelijke toestand van de uitgevoerde werkzaamheden vast te stellen, te bepalen dat de ondernemer niet aan zijn contractuele verplichtingen heeft voldaan en dat geen sprake is van goed en deugdelijk werk; 2. te bepalen dat de restant van de aanneemsom ad € 20.209,77, althans een door de commissie vast te stellen bedrag, niet door de consument behoeft te worden betaald; 3. voor zover het verzochte onder 2 niet toewijsbaar is, te bepalen welke werkzaamheden nog dienen te worden verricht en de ondernemer te gelasten de werkzaamheden binnen vier weken na uitspraak te verrichten en te voltooien conform de contractuele eisen en de eisen van goed en deugdelijk werk zoals door de commissie nader te bepalen; 4. de ondernemer te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen kosten van rechtsbijstand en overige kosten als dubbele woonlasten, langere opslag etc.     De consument heeft kort samengevat in reactie op het deskundigenrapport het volgende aangevoerd: Klacht 1: De wanden zijn niet glad gestuct terwijl dat wel was overeengekomen. Dat de wanden zonder stuclaag als sausklaar gekwalificeerd kunnen worden, doet daaraan niet af. De deskundige heeft niet beoordeeld of het afwerkingsniveau van de wanden voldoet aan hetgeen contractueel is overeengekomen. Ten aanzien van de hoekprofielen wordt opgemerkt dat niet het gewenste strakke resultaat is bereikt omdat geen metalen hoekprofielen zijn gebruikt. De kosten die gemoeid zijn met het niet conform de aanneemovereenkomst uitvoeren van de werkzaamheden bedragen volgens de consument in totaal € 12.675,75. De minderkosten bedragen € 13.835,75.   Standpunt van de ondernemer (kort samengevat)   De ondernemer heeft als volgt gereageerd op de klachten van de consument. Hij ontkent en betwist de juistheid van hetgeen de consument heeft gesteld, voor zover door hem niet als juist erkend.   De ondernemer stelt dat de consument reeds vervallen facturen onbetaald heeft gelaten op het moment dat de consument de ondernemer liet weten de oplevering van het werk niet te aanvaarden gelet op de tekortkomingen. Het niet betalen van die facturen was voorafgaand aan het e-mailbericht op geen enkele wijze in verband gebracht met de nadien geuite klachten. Hoewel betaling van die facturen opeisbaar was, heeft de ondernemer besloten het werk te voltooien. De ondernemer stelt dat hem echter de toegang is geweigerd en dat hij aldus enerzijds is geconfronteerd met klachten over de wijze waarop de werkzaamheden zijn verricht, maar anderzijds het werk niet meer mocht betreden. Daarmee heeft de consument zichzelf in de positie van crediteursverzuim gebracht. De ondernemer heeft de consument daarop gesommeerd om de openstaande nota’s te voldoen. Omtrent de kwaliteit van het stucwerk heeft hij voorgesteld het Bedrijfschap voor Stucadoors bindend te laten adviseren. Hij heeft zich tevens bereid verklaard een minderwerkprijs aan te bieden. De consument heeft daarop gereageerd met het voorstel € 17.000,– te crediteren tegen finale kwijting. Dat voorstel heeft de ondernemer niet aanvaard. Op 25 mei 2012 heeft de ondernemer aan de consument laten weten dat hij het werk per die dag als opgeleverd beschouwde. Op 29 mei 2012 is door de consument nog een alternatief voorstel gedaan dat de ondernemer evenmin heeft willen aanvaarden. De ondernemer acht zich niet gehouden tot herstel. De vordering komt de consument niet meer toe nu de klachten door de ondernemer worden betwist en het werk per 25 mei 2012 als opgeleverd moet worden beschouwd. De consument dient derhalve in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard. De consument heeft voorts een omzettingsverklaring uitgebracht zodat zij uitsluitend kan opteren voor een financiële afwikkeling.   Wat de geuite klachten betreft heeft de ondernemer ondermeer het volgende opgemerkt:   Klacht 1: Stucwerk Het stucwerk voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Waar het stucwerk niet is aangebracht schuilt dat in logische, verklaarbare omstandigheden, zoals het gegeven dat een inbouwkast zou worden gerealiseerd.Ook is ontraden ter plaatse van de douche en het toilet stucwerk aan te brengen omdat daardoor de hechting van de verf in het gedrang zou komen en in elk geval de garantie op het stucwerk zou komen te vervallen. Omdat plinten zouden worden aangebracht is het logisch dat niet tot de vloer is doorgestuct. Niet gebleken is dat het stucwerk onvoldoende glad of vlak zou zijn. Het begrip ‘sausklaar’ is niet nader omschreven en niet duidelijk is waarom de wanden thans niet sausklaar zouden zijn. De ondernemer betwist dat stucprofielen ontbreken. Met de klacht over het loslaten van het stucwerk in een hoek van de toiletruimte is de ondernemer niet eerder geconfronteerd. De constatering kan geen andere zijn dan dat derden die schade hebben veroorzaakt. De ondernemer betwist dat de schade met betrekking tot het stucwerk als gevolg van haar beweerdelijke tekortkomingen zou corresponderen met een bedrag van € 15.000,– exclusief BTW.   Klacht 2: Rolluiken De ondernemer heeft aan zijn verplichtingen op dit punt voldaan. De rolluiken zijn in de grondlak gezet. De afwerking door middel van hoogglanslak zat niet in de opdracht. Hij betwist voorts dat er sprake is van grove schuurkrassen en houtbeschadigingen en als dat al geval zou zijn worden dergelijke onvolkomenheden normaal gesproken door de schilder die de afwerklaag aanbrengt hersteld. De ondernemer schat de kosten voor het aanbrengen van de laklaag op € 250,–. De rolbanden zijn schoon in het werk aangebracht; als er wel vervuiling zou zijn, dan staat niet vast dat dit veroorzaakt is door de ondernemer. De ondernemer betwist dat een afdekplaat voor de bediening van de rolluiken niet goed bevestigd zou zijn.   Klacht 3: Overige geschilpunten 1. De ondernemer heeft de cilinders willen vervangen, maar dat is hem door de consument onmogelijk gemaakt. De kosten bedragen niet € 250,– zoals door de consument gesteld, maar € 92,37 inclusief opslagen, exclusief BTW. 2. De ondernemer betwist dat er geen dagstuk is aangebracht. Eventueel te gunnen minderwerk dient conform de begroting € 66,88 inclusief opslagen en BTW te bedragen. 3. De ondernemer ontkent schade aan de klink te hebben aangebracht.   Klacht 4: Afrekening meerwerk Post 1: De ondernemer betwist dat een totaalprijs is overeengekomen voor het verwijderen van de keuken. De consument is de opslagen over het bedrag voor het verwijderen van de keuken verschuldigd. Post 2: De ondernemer betwist onjuiste dorpels te hebben besteld; hij heeft in eerste instantie aluminium strips aangebracht, deze zijn later vervangen door standaard weldorpels à € 670,– ex BTW. Het is niet de ondernemer, maar de ontwerper en/of schrijver van het bestek die behoort te onderzoeken of en zo ja welke eisen door de Gemeentelijke Monumentencommissie worden gesteld aan de renovatie van een pand. In het bestek zijn geen weldorpels opgenomen. De ondernemer maakt aanspraak op het meerwerk inzake levering en montage van de weldorpels. Post 7: De ondernemer heeft tijdens de uitvoering van het werk opdracht gekregen tot het verstevigen van de hoeken van de spanten. Waarom opslagen niet zouden mogen worden doorberekend, is de ondernemer niet duidelijk. Post 8: De ondernemer heeft hier een ander bedrag gehanteerd dan begroot omdat de offerte van de staalleverancier ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet beschikbaar was. De ondernemer heeft het bedrag in mindering gebracht dat de staalleverancier in mindering heeft gebracht. Post 11: Na de uitzetting van het werk is de beplanking van de vloer verwijderd als gevolg van een omstandigheid die niet aan de ondernemer is toe te rekenen. Het gevolg daarvan was dat het uitgezette werk verdween, zodat het werk opnieuw moest worden uitgezet toen de beplanking weer was hersteld. Post 12: Tijdens de werkzaamheden is een put tevoorschijn gekomen die niet op tekening stond en moest worden uitgehakt in verband met ter plaatse uit te voeren werkzaamheden.   Klacht 5: Minderwerk 1. De ondernemer erkent het minderwerk, maar stelt dat in plaats daarvan stucwerk is aangebracht. Na verrekening resteert € 201,92. 2. Er is één ligger vervallen en één ligger bekleed. In mindering derhalve € 294,84. 3. Voorzetwanden bijkeuken, hal en woonkamer waren niet in de opdracht opgenomen, zodat er ook geen minderwerk verrekend behoeft te worden. 4. Afwerking van spant 2 is niet geoffreerd zodat er ook geen minderwerk verrekend behoeft te worden. 5. De buitenpoort is smaller als gevolg van onjuiste maatvoering door de architect. Het minderwerk bedraagt € 81,33 inclusief opslagen. 6. De ondernemer erkent dat één niet geplaatste dorpel in rekening is gebracht terwijl deze niet was geplaatst, in mindering derhalve € 62,84. 7. Van steigerhuur van derden was inderdaad geen sprake, maar het gaat om afschrijvingskosten. Voor minderwerk bestaat geen reden. 8. De bewering dat er in afwijking van bestek en begroting niet overal nieuw hout is gebruikt wordt niet concreet onderbouwd.   In reconventie vordert de ondernemer veroordeling van de consument in de kosten van de procedure, waaronder begrepen kosten van rechtsbijstand aan de zijde van de ondernemer. Tevens vordert de ondernemer dat de consument wordt veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag van € 21.246,02 vermeerderd met wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de facturen tot aan de datum van de algehele voldoening.   De ondernemer heeft op 10 september 2012 aan de consument een schikkingsvoorstel ad € 3.071,03 gedaan.   Behandeling ter zitting   Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht. De ondernemer is daarbij door de commissie in de gelegenheid gesteld mondeling op het deskundigenrapport te reageren. De klachten zijn puntsgewijs besproken.   Klacht 1: Stucwerk De ondernemer heeft erop gewezen dat de deskundige heeft vastgesteld dat het stucwerk ‘sausklaar’ is opgeleverd. Er wordt nu echter om een hogere staat van afwerking gevraagd dan tussen partijen overeengekomen. De open begroting waar consument zich op beroept, behoort niet tot de contractstukken bovendien is die post uitsluitend opgenomen om fiscale redenen. De ondernemer is echter bereid zich aan het oordeel van de deskundige te conformeren. De consument heeft gepersisteerd. Zij heeft om glad stucwerk gevraagd. Daarom is in de open begroting onder nummer 40999 een aparte post voor schuren en extra glad finishen opgenomen. De open begroting behoort volgens haar tot de contractstukken. De stelling van de ondernemer dat deze post uitsluitend om fiscale redenen is opgenomen, weerspreekt zij met klem. De consument heeft de muren inmiddels door een derde laten afwerken.   Klacht 2: Rolluiken De ondernemer heeft zich ter zitting geconformeerd aan het oordeel van de deskundige. De consument heeft gepersisteerd bij haar stelling dat het schilderen in de opdracht zat.   Klacht 3: Overige geschilpunten 1. Cilinders: de ondernemer heeft zijn verweer op dit punt ingetrokken en heeft aangeboden de sleutels na de zitting aan de consument te overhandigen. De consument heeft dit aanbod aanvaard. 2. Geen dagstuk bij de douche: de consument is ter zitting akkoord gegaan met het voorstel van de ondernemer, dat wil zeggen minderwerk conform de begroting ad € 66,88 inclusief opslagen en BTW. 3. Beschadigde klink: desgevraagd heeft de consument aangegeven niet te kunnen bewijzen dat de klink door de ondernemer is beschadigd.   Klacht 4: Afrekening meerwerk Post 1: De consument heeft toegelicht dat zij geen bewijs heeft van haar stelling dat er een toezegging van de ondernemer was dat het verwijderen van de keuken een all in prijs betrof nu het een mondelinge toezegging was. Zij blijft erbij dat de opslag die in rekening is gebracht voor het verwijderen van de keuken bij de prijs was inbegrepen; in mindering derhalve € 43,–. Post 2: Het kozijn is volgens de technische tekening door de timmerfabriek gemaakt. Op die tekening stonden geen weldorpels. Deze zijn later besteld. De ondernemer heeft aluminium strips besteld, behorend bij dit type kozijn. De consument heeft erkend dat op de tekening geen weldorpels waren vermeld.   Post 7: Partijen hebben beiden gepersisteerd. Post 8: De ondernemer heeft verrekend wat hij zelf heeft teruggekregen van zijn leverancier. Post 11: De ondernemer heeft het uitzetten van de indeling twee keer moeten doen omdat er na de eerste keer uitzetten in opdracht van de consument werkzaamheden door derden verricht moesten worden. De consument betwijfelde ter zitting of het uitzetten twee keer is gebeurd. Als het al is gebeurd, is haar niet verteld dat dit extra geld kostte. De werkzaamheden waren bovendien slechts in een hoek, zodat daarvoor niet het totale werk opnieuw uitgezet had behoeven te worden. Post 12: De consument heeft deze post ter zitting erkend.   Klacht 5: Minderwerk 1. Partijen zijn het ter zitting eens geworden dat voor het minderwerk in de keuken na verrekening € 201,92 resteert. 2. De consument heeft gesteld dat beide liggers zijn vervallen; tijdens de verbouwing kwamen de oorspronkelijke spanten tevoorschijn, die zij zo mooi vond dat werd besloten tot handhaving. Daarmee kwam de noodzaak om stalen liggers te plaatsen te vervallen. De ondernemer heeft dit niet weersproken. 3. Volgens de ondernemer zijn de voorzetwanden wel in de bespreking voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan de orde geweest, waarbij is gezegd ‘voorzetwanden uitsluitend indien nodig’. Noch in de begroting, noch in de tekeningen zijn voorzetwanden opgenomen. 4. De consument heeft de klacht over de buitenpoort ter zitting ingetrokken. 5. De ondernemer heeft erkend dat één niet geplaatste dorpel in rekening is gebracht terwijl deze niet was geplaatst, in mindering derhalve € 62,84. De consument is ter zitting akkoord gegaan. 6. De ondernemer heeft aangegeven dat van steigerhuur van derden inderdaad geen sprake was; het ging om afschrijvingskosten aan de zijde van de ondernemer. De term huur was hier wat ongelukkig. Voor minderwerk bestaat geen reden. De consument is ter zitting akkoord gegaan. 7. De ondernemer heeft gesteld dat het gebruik van nieuw hout onvoldoende gespecificeerd was; in de technische omschrijving staat daarover niets vermeld en in de prijsopgave staat alleen vermeld ‘vervangen indien nodig’. De consument heeft erop gewezen dat bij punt 31 van de offerte vermeld staat: ‘nieuwe boeiboorden, dakoverstekken en goten’.    Deskundigenrapport   De commissie heeft een onderzoek laten verrichten door [naam deskundige], die daarover schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast. De consument heeft bij brief van 3 november 2012 de commissie een reactie op het deskundigenrapport doen toekomen. De ondernemer heeft geen reactie gegeven.   Beoordeling van het geschil   De commissie overweegt als volgt. Vaststaat dat tussen partijen op 16 januari 2012 een contract tot stand is gekomen waarbij de consument opdracht heeft gegeven tot uitvoering van werkzaamheden aan de woning aan [straatnaam], hierna te noemen: de overeenkomst. Op de overeenkomst zijn de Consumentenvoorwaarden 2010 (CoVO 2010) van toepassing.   De commissie overweegt allereerst dat tussen partijen in geding is de vraag of de open begroting onderdeel uitmaakt van de contractstukken en aldus van hetgeen is overeengekomen tussen partijen. De commissie is van oordeel dat de open begroting een essentieel document betreft in een overeenkomst tot aanneming van werk als het onderhavige omdat dit document onder meer ten doel heeft vast te kunnen stellen wat er aan meer- en minderwerk moet worden afgerekend. Derhalve zal zij dit document in haar verdere overwegingen betrekken.   Ten aanzien van de klachten van de consument overweegt de commissie als volgt.   Klacht 1: Stucwerk De commissie verwijst met betrekking tot het stucwerk naar hetgeen de deskundige heeft vastgesteld en neemt dit als vaststaand aan. De ondernemer heeft ter zitting verklaard zich te conformeren aan het oordeel van de deskundige. De commissie zal de ondernemer conform de berekeningen van de deskundige veroordelen tot doorberekening van minderwerk.   Ten aanzien van de vraag of de gestucte wanden voldoen aan de ingevolge de tussen hen gesloten overeenkomst daaraan te stellen eisen, overweegt de commissie als volgt. De consument heeft gewezen op de open begroting waarin een aparte post 40999 is opgenomen, getiteld ‘Afwerking stucwanden’ waar onder punt 409901 is bepaald: ’gestukadoorde wanden schuren en finishen extra glad’. De ondernemer heeft gesteld dat hij deze post om fiscale redenen heeft opgenomen. De commissie volgt de consument waar deze zich erop beroept dat het een aparte post in de open begroting was. Nu niet is komen vast te staan dat deze post uitsluitend uit fiscale overwegingen was opgenomen, mocht de consument erop vertrouwen dat het werk aldus werd uitgevoerd. De deskundige heeft echter niet goed kunnen vaststellen of aan de gestelde eisen is voldaan, nu inmiddels ook werkzaamheden door derden zijn uitgevoerd. De commissie acht de vordering van de consument wegens niet dan wel niet volledig uitgevoerde werkzaamheden wel toewijsbaar. Zij zal het door de ondernemer te verrekenen minderwerk op grond van de redelijkheid en billijkheid stellen op een bedrag van € 1.000,–.   Klacht 2: Rolluiken De commissie verwijst naar hetgeen de deskundige heeft vastgesteld en neemt dit als vaststaand aan. De commissie stelt vast dat de ondernemer ter zitting heeft verklaard zich te conformeren aan het oordeel van de deskundige en heeft ingestemd met minderwerk. De commissie zal de consument op dit punt in het gelijk stellen.   Klacht 3: Overige geschilpunten 1. Cilinders: Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat de ondernemer de sleutels alsnog aan de consument zal overhandigen. De commissie gaat ervan uit dat de ondernemer deze afspraak gestand zal doen en laat dit punt verder buiten beschouwing. 2. Geen dagstuk bij de douche: De commissie stelt vast dat de consument ter zitting akkoord is gegaan met het voorstel van de ondernemer, dat wil zeggen minderwerk conform de begroting ad € 66,88 inclusief opslagen en BTW. De commissie zal de ondernemer daartoe veroordelen. 3. Beschadigde klink: De consument heeft deze klacht ter zitting ingetrokken en de commissie laat dit dan ook verder buiten beschouwing.    Klacht 4: Afrekening meerwerk Post 1: De commissie stelt vast dat de consument haar stelling dat de post voor het verwijderen van de keuken een all in prijs betrof niet heeft kunnen onderbouwen. Zij zal de consument derhalve in het ongelijk stellen. Post 2: De commissie stelt vast dat uit de contractstukken niet is gebleken dat ten aanzien van de weldorpels aanvullende dan wel specifieke eisen zijn gesteld. Het valt de ondernemer dan ook niet aan te rekenen dat hij in eerste instantie aluminium strips heeft besteld, behorend bij dit type kozijn. De commissie zal de consument dan ook in het ongelijk stellen, hetgeen betekent dat de consument de dorpels zal moeten betalen. Post 7: De commissie neemt als vaststaand aan dat de ondernemer tijdens de uitvoering van het werk opdracht heeft gekregen tot het verstevigen van de hoeken van de spanten, nu dit niet (voldoende) is weersproken. Het bedrag dat de ondernemer voor de verrichte werkzaamheden in rekening heeft gebracht, acht de commissie redelijk. Zij zal de vorderingen van de consument op dit punt afwijzen. Post 8: De commissie stelt vast dat ondernemer heeft verrekend wat hij zelf heeft teruggekregen van zijn leverancier. Nu de open begroting onder meer ten doel heeft vast te kunnen stellen wat er aan meer- en minderwerk moet worden afgerekend, moet het aldaar genoemde bedrag als uitgangspunt worden gehanteerd. De commissie zal de consument dan ook in het gelijk stellen. Post 11: De commissie acht het aannemelijk dat de ondernemer het uitzetten van de indeling twee keer heeft moeten uitvoeren, nu dit onvoldoende onderbouwd is weersproken door de consument. Zij zal de consument derhalve in het ongelijk stellen. Post 12: De commissie overweegt dat de deskundige heeft vastgesteld dat de ondernemer op basis van de tekeningen en aangeleverde informatie niet op de hoogte kon zijn van de aanwezigheid van de put. De consument heeft deze post ter zitting erkend. De commissie zal de consument derhalve in het ongelijk stellen.   Klacht 5: Minderwerk 1. De commissie overweegt dat de deskundige heeft vastgesteld dat de betimmering in de keuken ontbrak, maar dat er wel stucwerk is aangebracht. De commissie stelt vast dat partijen het er ter zitting over eens zijn geworden dat voor het minderwerk in de keuken na verrekening € 201,92 resteert. Zij zal de ondernemer conform deze afspraak tot minderwerk veroordelen. 2. De commissie overweegt dat de deskundige niet heeft kunnen beoordelen welke ligger werd bedoeld. De commissie neemt voor vaststaand aan dat beide liggers zijn komen te vervallen, zoals door de consument gesteld, nu de ondernemer dit ter zitting niet heeft weersproken. Zij zal de ondernemer conform deze afspraak tot minderwerk ad € 589,– veroordelen. 3. De commissie overweegt dat de deskundige geen voorzetwanden heeft aangetroffen. Ter zitting is komen vast te staan dat de voorzetwanden wel in de bespreking voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan de orde zijn geweest en dat daarbij is gezegd ‘voorzetwanden uitsluitend indien nodig’. Nu noch in de begroting, noch in de tekeningen voorzetwanden zijn opgenomen neemt de commissie als vaststaand aan dat deze wanden geen deel uitmaakten van de overeenkomst. De vordering van de consument op dit punt zal dan ook worden afgewezen.  4. De commissie overweegt dat de deskundige heeft vastgesteld dat de poort inderdaad smaller was dan op tekening aangegeven. De consument heeft de klacht over de buitenpoort ter zitting ingetrokken. 5. De commissie overweegt dat de ondernemer heeft erkend dat één niet-geplaatste dorpel ten onrechte in rekening is gebracht, in mindering derhalve € 62,84. De consument is daarmee ter zitting akkoord gegaan. De commissie zal de ondernemer veroordelen tot het in mindering brengen van genoemd bedrag. 6. De commissie overweegt dat de deskundige heeft gerapporteerd dat de steiger van de consument is gebruikt. Ter zitting is echter komen vast te staan dat de ondernemer zijn eigen steiger heeft gebruikt en daarvoor afschrijving in rekening heeft gebracht. De consument heeft deze post ter zitting erkend. De commissie zal deze vordering derhalve afwijzen. 7. De commissie overweegt dat de deskundige heeft geconstateerd dat bij de boeiboorden het bestaande hout van de dakgoot niet was vervangen. Wel was de gootbodem vernieuwd. De commissie stelt vast dat de technische omschrijving innerlijk tegenstrijdig was nu onder punt 31 van de technische omschrijving vermeld staat: ‘reparaties aan boeiboorden, dakkapel en dakgoten’, alsmede ‘nieuwe boeiboorden, dakoverstekken en goten’. Het risico van deze onduidelijkheid behoort naar het oordeel van de commissie voor rekening te komen van de partij die het stuk in de contractstukken heeft ingebracht, derhalve voor rekening van de consument. Zij zal de vordering tot minderwerk derhalve afwijzen.    Hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen en beslist leidt tot het oordeel dat klachten van de consument gedeeltelijk gegrond worden bevonden, zodat de commissie zal beslissen dat de ondernemer op grond van artikel 21 van het reglement van het klachtengeld ad € 250,– de helft, een bedrag van € 125,–, aan de consument moet vergoeden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie stelt de consument in het gelijk ten aanzien van de klachten 1,2, 3.2, 4.8., 5.1., 5.2., 5.5. en bepaalt ten aanzien daarvan als volgt:   – klacht 1: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 3.458,43 (= € 1.519,80 + € 1.000,– + € 938,63) als minderwerk te verrekenen voor het stucwerk;   – klacht 2: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 524,70 als minderwerk te verrekenen;   – klacht 3.2: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 66,88 als minderwerk te verrekenen;   – klacht 4.8.: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 469,– als minderwerk te verrekenen;   – klacht 5.1.: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 201,92 als minderwerk te verrekenen;   – klacht 5.2.: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 589,– als minderwerk te verrekenen;   – klacht 5.5.: de ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 62,84 als minderwerk te verrekenen;   – met inachtneming van bovenstaande wordt het depotbedrag aldus verrekend: van het depotbedrag van € 20.209,77 wordt een bedrag van (€ 2.519,80 + € 66,88 + € 524,70 + € 469,– + € 201,92 + € 589,– + € 62,84 =) € 4.434,14 aan de consument geretourneerd, het resterende deel € 20.209,77 – € 4.434,14 =) € 15.775,63 wordt overgeboekt aan de ondernemer;   – de commissie wijst de klachten 4.1., 4.2., 4.7., 4.11., 4.12., 5.3., 5.6. en 5.7. en het meer of anders verlangde af;   – bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld;   – overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 750,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen op 6 december 2012.