Adreswijziging niet doorgegeven, dat leidt tot incasso van abonnementsgeld van abonnement

De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 21926/26748

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft aanmaningen voor haar moeder van de ondernemer ontvangen op een oud adres. De consument heeft als gemachtigde van haar moeder onder dreiging van een deurwaarder betaald. De consument verlangt vergoeding. De ondernemer heeft betalingsherinneringen verstuurt omdat automatische incasso niet lukte. Ook heeft de ondernemer de consument voldoende geïnformeerd en vaak de gelegenheid gegeven om te betalen. De berichten hebben haar niet bereikt, omdat de ondernemer niet op de hoogte was gesteld van het nieuwe adres. Nu betaling uitbleef heeft de ondernemer het abonnement van de consument beëindigd en de incasso van het abonnementsgeld uit handen gegeven aan een incassobureau. De commissie steunt de ondernemer in zijn standpunt. De ondernemer heeft zelf niet de bevoegdheid om na te gaan of het adres van de consument nog geldig is. Het had dan ook op de weg van de consument gelegen om de ondernemer zelf op de hoogte te stellen van de adreswijziging. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de beëindiging van een voordeelurenabonnement.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft aanmaningen voor mijn moeder naar een oud adres gestuurd. De ondernemer heeft nooit gebeld en nooit gemaild. Mijn ouders zijn verhuisd (staat goed in de basisadministratie) in Nederland en wonen een groot deel van het jaar in Spanje. De ondernemer reageert niet op e-mails en telefoontjes zijn zinloos want er is altijd storing en men kan op hun eigen kenmerk nooit wat zien. Onder dreiging van een deurwaarder heb ik als (notarieel) gemachtigde van mijn moeder de deurwaarder betaald. Onterecht naar mijn mening, maar zelfs dan voor een heel jaar terwijl de [naam van de ondernemer] eenzijdig het contract met mijn bejaarde moeder heeft opgezegd in oktober. Ik verlang een vergoeding.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

[Naam van de ondernemer] heeft gehandeld in overeenstemming met de toepasselijke productvoorwaarden en gaat niet lichtvaardig om met het beëindigen van abonnementen. [Naam van de ondernemer] verstuurt eerst meerdere betalingsherinneringen als een automatische incasso niet lukt. [Naam van de ondernemer] heeft de consument voldoende geïnformeerd en meermaals de gelegenheid gegeven haar abonnement te betalen. Dat de berichten van [naam van de ondernemer] haar niet bereikt hebben, omdat zij [naam van de ondernemer] niet op de hoogte heeft gesteld van haar nieuwe adres, kan niet aan [naam van de ondernemer] worden tegengeworpen. Nu betaling uitbleef heeft [naam van de ondernemer] terecht – conform de productvoorwaarden – het abonnement van de consument beëindigd en de incasso van het abonnementsgeld uit handen gegeven aan een incassobureau.

Op grond van bovenstaande verzoekt [naam van de ondernemer] de commissie de klacht van de consument ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer. Het had op de weg van de consument gelegen de ondernemer zelf in kennis te stellen van de adreswijziging. De ondernemer heeft zelf niet de bevoegdheid actief na te gaan of een door de consument zelf opgegeven adres nog geldig is. De consument had gebruik kunnen maken van de doorzendservice van PostNL, in ieder geval voor de periode waarin zij in het buitenland verkeerde; aangenomen mag toch worden dat de post gedurende dat verblijf gemonitord wordt. De klacht treft geen doel.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De klacht wordt ongegrond verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. D. van Setten, de heer mr. P. Rijpstra, leden, op 9 september 2020.