Commissie: Advocatuur
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
58678
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
De bevoegdheid van de commissie. Standpunt van de cliënt Voor het standpunt van de cliënt omtrent de bevoegdheid van de commissie, verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de cliënt op het volgende neer. Gedurende de looptijd van zijn dossier was de advocaat aangesloten bij de commissie. De advocaat heeft de verbintenis met de commissie pas verbroken na beëindiging van zijn dossier. Bovendien heeft de advocaat de cliënt daarvan niet in kennis gesteld. Op het moment dat de commissie de klacht van de cliënt met betrekking tot de ontvankelijkheid werd getoetst was de advocaat aangesloten bij de commissie. Op grond van het voorgaande verzoekt de cliënt de commissie zich bevoegd te verklaren om zijn klacht te beoordelen. Standpunt van de advocaat Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de advocaat op het volgende neer. De advocaat stelt zich op het standpunt dat aangezien zij niet langer is aangesloten bij de commissie en zij niet bereid is vrijwillig ervoor te kiezen om onderhavig geschil door de commissie te laten behandelen, zij ervan uitgaat dat de commissie niet langer bevoegd is om dit geschil in behandeling te houden. Op grond van het vorenstaande verzoekt de advocaat de commissie zich van de klacht van de cliënt onbevoegd te verklaren. Beoordeling van het geschil Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende. Conform artikel 2 lid 1 van haar reglement is de Geschillenregeling Advocatuur van toepassing indien door partijen daarnaar bij schriftelijke overeenkomst is verwezen. De commissie stelt vast dat in de door beide partijen ondertekende opdrachtbevestiging is verwezen naar de Klachten- en Geschillenregeling Advocatuur. Voorts staat daarin vermeld: “U hebt op ieder moment de gelegenheid om uw klacht voor te leggen aan de Geschillencommissie Advocatuur.” Ook in de door de cliënt overgelegde algemene voorwaarden is verwezen naar de Klachten- en Geschillenregeling Advocatuur. Blijkens de opdrachtbevestiging is op 18 maart 2010 door de cliënt aan de advocaat de opdracht gegeven. Zulks komt overeen met het antwoord van de cliënt gegeven op de vraag wanneer de overeenkomst tot dienstverlening is aangegaan zoals vermeld op het vragenformulier van de commissie, hetgeen niet door de advocaat is weersproken. Het is de commissie ambtshalve bekend dat de advocaat ten tijde van de opdrachtbevestiging was aangesloten bij de commissie. Nu in de opdrachtbevestiging en de daarmee samenhangende algemene voorwaarden is verwezen naar de Klachten- en Geschillenregeling Advocatuur is de commissie bevoegd van het geschil kennis te nemen. De stelling van de advocaat dat zij thans niet meer is aangesloten bij de commissie, doet daar niet aan af, nu bepalend is of de advocaat ten tijde van het accepteren van de opdracht bij voornoemde Geschillenregeling aangesloten was. Gelet op de overgelegde stukken en het vorenoverwogene is de commissie van oordeel dat zij bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Mitsdien wordt de advocaat in de gelegenheid gesteld om binnen 2 weken na verzending van deze bevoegdverklaring schriftelijk inhoudelijk verweer te voeren. De procedure zal nadien op de gebruikelijke wijze worden voortgezet. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen. De commissie bepaalt dat de advocaat binnen 2 weken na verzending van deze bevoegdverklaring schriftelijk inhoudelijk verweer kan voeren. De procedure zal nadien op de gebruikelijke wijze worden voortgezet. De commissie houdt verder iedere beslissing aan. Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur op 14 september 2011.