Commissie: Notariaat
Categorie: Informatieplicht
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
108607
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het niet verschaffen van informatie in het kader van de nalatenschap van de vader van klaagster.
Klaagster heeft op 11 april 2016 de klacht voorgelegd aan de notaris.
Standpunt van klaagster
Klaagster heeft haar klachten vermeld in het door haar op 7 februari 2017 ingevulde klachtenformulier en de daarbij behorende bijlagen, waarvan de kern – kort en zakelijk – als volgt wordt weergegeven:
De klacht betreft het optreden van de notaris in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klaagster, overleden op 26 september 2015. Op 3 november 2015 ontvingen klaagster en haar broer een brief van de notaris met daarin uitleg over de afhandeling van de nalatenschap en de vraag of zij de nalatenschap wilden aanvaarden. Omdat de broer en klaagster daar niet zonder meer antwoord op konden geven, hebben zij bij brief van 23 november 2015 een aantal vragen gesteld. Daarop kwam van de notaris geen antwoord. Klaagster heeft diverse keren gebeld en op 11 april 2016 een e-mail gestuurd en aangegeven dat het te lang duurde. Op 22 april 2016 ontvingen klaagster en haar broer een deel van de gevraagde informatie van de notaris. Klaagster was niet tevreden met de antwoorden en is met haar broer in gesprek gegaan met een andere notaris. Deze heeft de notaris bij brief van 9 september 2016 verzocht om bepaalde informatie. Ook daarna heeft deze notaris telefonisch en via e-mail geprobeerd de gevraagde informatie te krijgen. Hierop is geen antwoord gekomen.
Ter zitting is namens klaagster verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Klaagster wil graag verder, maar de juiste informatie ontbreekt om een keuze te kunnen maken.
Klaagster verlangt dat de commissie oordeelt dat de notaris niet juist heeft gehandeld. Ter zitting blijkt dat de notaris niet over de gevraagde informatie beschikt, maar dit heeft ze niet met klaagster gecommuniceerd. Dan had klaagster actie kunnen ondernemen.
Standpunt van de notaris
Het standpunt van de notaris luidt in hoofdzaak als volgt.
De tweede echtgenote van de vader van klaagster kwam bij de notaris voor de afwikkeling van de nalatenschap van de vader. Het is voor de notaris moeilijk om de door klaagster gevraagde informatie te krijgen. Het sentiment is erg groot. De tweede echtgenote wil eerst weten wat klaagster en haar broer gaan beslissen alvorens zij de gevraagde informatie wil verstrekken.
De notaris heeft de gevraagde informatie niet en krijgt deze ook niet van de tweede echtgenote.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het
volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
De commissie acht de klacht over het niet en niet tijdig geïnformeerd worden gegrond. De notaris heeft erkend dat zij de gevraagde informatie slechts gedeeltelijk heeft verstrekt. Daar waar de notaris geen informatie kon verkrijgen had zij klaagster daarover moeten informeren. Zij heeft aldus niet gehandeld zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris verwacht mag worden.
Nu de klacht van klaagster gegrond wordt verklaard, ziet de commissie daarin aanleiding de notaris te veroordelen tot een vergoeding van het klachtengeld dat klaagster aan de commissie heeft voldaan, te weten een bedrag van € 52,50. Bovendien dient de notaris – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage in de behandelingskosten te voldoen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van klaagster gegrond;
– bepaalt dat de notaris aan klaagster een bedrag van € 52,50 verschuldigd is;
– bepaalt dat de notaris aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 115,– verschuldigd is;
– wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat op 22 mei 2017.