Afrekeningen voor de levering van gas en elektriciteit; ondernemer geen informatie verstrekt zodat consument onvoldoende inzicht kon krijgen in haar financiële verhouding met de ondernemer.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Jaarafrekening    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 30927

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de door de consument ontvangen afrekeningen voor de levering van gas en elektriciteit.   De consument heeft in augustus 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Vanaf het moment waarop ik klant werd bij de ondernemer heb ik problemen gehad met de afrekeningen. Er klopte steeds niets van en wat ik ook deed om daarin verandering te krijgen, niets hielp. Ik krijg of in het geheel geen antwoord of de antwoorden zijn volstrekt onduidelijk. Ik heb hieraan veel tijd en energie verloren. Ondertussen kreeg ik steeds aanmaningen. In maart 2009 werd mij door de ondernemer meegedeeld dat de in rekening gebrachte aanmaningkosten werden gecrediteerd. Tot mijn verbijstering kreeg ik daarna opnieuw allerlei aanmaningen en er werd zelfs een incassobureau op mijn dak gestuurd. Ik had er zo genoeg van dat ik de overeenkomst met de ondernemer heb beëindigd per 10 mei 2009. Vervolgens kreeg ik een eindafrekening met een creditbedrag van € 1.009,01. In plaats van dat dit bedrag op mijn rekening werd overgemaakt, werd ik echter opnieuw aangemaand tot betalen. Ik begrijp hier niets van. Ik krijg een bedrag terug en moet toch betalen. Tot op heden is de ondernemer in gebreke gebleven mij hierover opheldering te verschaffen. De ondernemer heeft mij een schikkingsvoorstel gedaan dat ik heb afgewezen omdat dit geen recht doet aan de ernst van mijn klacht. Door de houding van de ondernemer ben ik gedwongen een advocaat in de arm te nemen. Het lijkt mij redelijk dat de ondernemer mij diens kosten vergoedt.   De consument verlangt uitbetaling van het bedrag van € 1.009,01, een redelijke vergoeding voor de door haar gemaakte porto- en telefoonkosten en ondervonden ongemak en vergoeding van advocaatkosten ten bedrage van € 1.004,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De eindafrekening is gebaseerd op door de netbeheerder geschatte beginstanden van de gas- en elektriciteitsmeters en door de netbeheerder aan ons doorgegeven eindstanden. De eindnota vermeldt een creditbedrag van € 1.009,01. Dit bedrag wordt verrekend met aan de consument eerder in rekening gebrachte bedragen voor zover deze nog niet zijn betaald. Wij hadden ter zitting een saldo-overzicht willen overleggen waaruit de financiële verhouding met de consument blijkt. Door een computerstoring is dit niet gelukt, maar wij bieden aan dit overzicht alsnog te produceren. Ondanks het feit dat wij menen correct gehandeld te hebben zijn wij bereid de in rekening gebrachte opzegvergoeding wegens het tussentijds beëindigen van de overeenkomst door de consument te crediteren. Verder zijn wij bereid het klachtengeld aan de consument te vergoeden. Dit aanbod is gedaan onder de voorwaarde dat de consument het geschil zou intrekken. Nu zij het geschil heeft doorgezet is het aanbod vervallen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Aanvankelijk heeft de consument bezwaar gemaakt tegen de eindafrekening op grond dat de daarin gehanteerde meterstanden niet zouden kloppen. Ter zitting heeft de consument echter verklaard dat zij het met het creditbedrag op de eindafrekening van € 1.009,01 eens is. Over de juistheid van de eindafrekening behoeft de commissie dus geen uitspraak te doen.Ter zitting is afgesproken dat de ondernemer het saldo-overzicht alsnog zal toesturen aan de commissie. De consument krijgt daarvan een kopie en kan daarop binnen twee weken reageren. De ondernemer heeft een saldo-overzicht gezonden dat eindigt op nihil. In dit overzicht is het genoemde creditbedrag van € 1.009,01 verrekend. Verder komen op het overzicht aanmaningkosten voor. De consument heeft bij brief d.d. 23 september 2010 een groot aantal stukken overgelegd, waaronder haar bankafschriften. De commissie slaat alleen acht op de bankafschriften. De overige door de consument overgelegde stukken hebben geen betrekking op het door de ondernemer overgelegde saldo-overzicht en kunnen dus niet in de beoordeling worden betrokken. Deze zijn overigens grotendeels al eerder in het geschil overgelegd. De door de consument verrichte betalingen die blijkens de bankafschriften zijn verricht komen alle op het saldo-overzicht voor, behalve een betaling op 22 januari 2009 aan het incassobureau [naam incassobureau] ten bedrage van € 545,54. De ondernemer dient deze betaling dus nog te verrekenen. Nu het saldo-overzicht voor het overige correct is bestaat er geen grond tot het uitbetalen van het eindbedrag van de eindafrekening per 10 mei 2009. Uit de stukken valt echter op te maken dat het van de kant van de ondernemer in ernstige mate heeft ontbroken aan het verstrekken van zodanige informatie dat de consument daarmee voldoende inzicht kon krijgen in haar financiële verhouding met de ondernemer. Dat heeft haar veel ongemak en kosten bezorgd en de commissie is van oordeel dat de ondernemer de consument daarvoor in behoorlijke mate dient te compenseren. Een vergoeding van € 150,– acht de commissie, rekening houdend met alle haar gebleken omstandigheden, in overeenstemming met maatstaven van redelijkheid en billijkheid, naast creditering van de in rekening gebrachte aanmaning- en incassokosten, acceptgirokosten en opzegvergoeding. Kosten van rechtsbijstand worden in het algemeen niet vergoed, omdat de geschillenregeling voorziet in een relatief eenvoudige rechtsgang waarvoor in principe geen rechtsgeleerde bijstand noodzakelijk is, ook niet in de voorfase. De omstandigheden van de consument zijn naar het oordeel van de commissie niet van dien aard dat een uitzondering op dit principe gerechtvaardigd zou zijn.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer is aan de consument een vergoeding verschuldigd van € 150,–. De ondernemer crediteert de consument voor de in rekening gebrachte opzegvergoeding (blijkens de eindafrekening € 200,–), acceptgirokosten ( € 4,–) en aanmaningkosten (€ 50,–). Indien en voor zover door incassobureaus nog verdere incassokosten in rekening zijn gebracht, worden ook deze door de ondernemer gecrediteerd, voor zover niet reeds geschied. Tenslotte dient de ondernemer nog het door de consument op 22 januari 2009 aan [naam incassobureau] betaalde bedrag van € 545,54 te verrekenen. Een eventueel saldo ten gunste van de consument dient binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies aan de consument te worden betaald. Indien de betaling niet tijdig geschiedt, is de ondernemer over het openstaande bedrag de wettelijke rente verschuldigd vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 12 oktober 2010.