Commissie: Energie
Categorie: Informatieverstrekking / Tarief / Warmte
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
194603/197058
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het gaat in deze zaak om de vraag of de tarieven voor 2022 aan de consument medegedeeld zijn en over de vraag of de meetinrichting op afstand uitleesbaar moet zijn. Beide klachtonderdelen worden afgewezen.
De uitspraak
Beoordeling
Het gaat in deze zaak om de levering van warmte. Na de voorbeslissing d.d. 18 april 2023 resteren twee klachtonderdelen:
- de tarieven over 2022 zijn niet bekend;
- het verbruik van warmte is sinds 1 februari 2022 niet meer op afstand uitleesbaar.
Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel erkent de consument dat aan hem de tarieven over 2021 door [naam woningcorporatie] gecommuniceerd zijn. Voor 2022 zijn de tarieven niet aan hem gecommuniceerd. De ondernemer betoogt dat hij de eigendom van de warmteinstallatie in 2020 van een derde, [naam woningcorporatie], heeft overgenomen, maar dat [naam woningcorporatie] de exploitatie (beheer) namens de ondernemer heeft voortgezet. Die overname was gebaseerd op de warmteleveringsovereenkomst (artikel 3.3) en de toepasselijke algemene voorwaarden (artikel 24.2). Deze overname is aan onder meer de consument medegedeeld. Per 1 januari 2022 is de exploitatie van [naam woningcorporatie] naar de ondernemer overgegaan. Ook daarvan heeft onder meer de consument bericht gehad. De consument heeft het voorgaande niet weersproken.
De commissie overweegt dat de consument waarschijnlijk eind 2020 van [naam woningcorporatie], naar uit het voorgaande volgt als vertegenwoordiger van de ondernemer, bericht heeft gehad dat de tarieven per 1 januari 2021 gewijzigd zijn. Dan lopen die tarieven zonder tegengestelde berichtgeving (die eerst in 2023 heeft plaatsgevonden) door in 2022, ongeacht of de exploitatie inmiddels door de ondernemer is overgenomen. De tarieven over 2022 waren dus aan de consument bekend. Dit klachtonderdeel wordt dan ook afgewezen.
Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel staat voorop dat de wet, gezien het bouwjaar van de installatie van voor 25 oktober 2020, de ondernemer niet verplicht de meetgegevens op afstand te kunnen uitlezen (naar volgt uit de kamerstukken, tweede kamer 2019-2020, 35292, nr. 3). De ondernemer betoogt dat de door hem ingeschakelde organisatie, [naam organisatie], wel de meetgegevens op afstand kon uitlezen, maar vaak met vertraging. De ondernemer bevestigde dat de consument sinds februari 2022 niet meer continu de juiste meetgegevens op het klantenportal kon aflezen. Door de haperingen in de afleesbaarheid door [naam organisatie] is er bijvoorbeeld per 1 juli 2022 (wijziging BTW) de stand geschat, maar later is een correctienota aan de consument verstuurd met de juiste stand per 1 juli 2022. De consument erkent dat laatste, maar stelt dat de correctie heeft plaatsgevonden nadat hij een foto van de meterstand van 1 juli 2022 aan [naam organisatie] had toegestuurd.
Nu de ondernemer niet verplicht is de meetgegevens op afstand te kunnen uitlezen en de consument erkent dat de hem toegestuurde nota’s uiteindelijk gebaseerd zijn op juiste meterstanden, is niet van belang op welke basis [naam organisatie] de meterstanden heeft verkregen. Overigens is inmiddels een nieuwe meter geplaatst, waardoor het uitlezen op afstand beter gewaarborgd is en het klantenportal ook beter up-to-date zal zijn. Doch een en ander moet feitelijk op korte termijn nog geactiveerd worden. Uit het voorgaande volgt dat dit klachtonderdeel van de consument ook afgewezen zal worden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer R.A. Timmer, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 6 oktober 2023.