
Commissie: Energie
Categorie: Verhuizing
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
58525
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil heeft betrekking op de eindafrekeningnota gas. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Half december 2010: telefonisch contact opgenomen met de ondernemer in verband met beëindiging van het contract in verband met samenwonen partner op een ander adres. Ik kreeg te horen dat ik schriftelijk moest opzeggen en dat daar een bewijs van samenwonen bijgevoegd moest worden, aangezien ik anders een boete moest betalen. 28 december 2010: verhuizing. 30 december 2010: brief verstuurd naar de ondernemer inclusief bewijs van samenwoning op nieuw adres en de meterstanden (gas 30.844), zoals opgenomen op 28 december 2010 bij inlevering van de sleutels bij de woningstichting. 2 maart 2011: eindafrekennota ontvangen van de ondernemer met daarop onjuiste meterstanden (gas 32.208). 2 maart 2011: telefonisch contact opgenomen met de ondernemer in verband met onjuiste meterstanden. Er werd afgesproken dat er bij de Netbeheerder een correctieverzoek voor de meterstanden zou worden ingediend en dat er voor de eindafrekennota een betalingsregeling zou komen, aangezien ik de rekening eerst wel gewoon moest betalen en dat zou dan later verrekend worden. 4 maart 2011: betalingsregeling ontvangen. 10 maart 2011: bericht ontvangen van de ondernemer dat er een verzoek is ingediend bij Netbeheerder (naam netbeheerder). 23 maart 2011: bericht ontvangen van de ondernemer dat het verzoek tot correctie door (naam netbeheerder) is afgewezen om de volgende reden: "U hebt via het berichtenverkeer de mogelijkheid om door te geven dat de klant op onderstaande aansluiting is verhuisd en hierbij een voorgestelde stand aan te leveren. De aansluiting is door een andere leverancier aangemeld waardoor uw levering geforceerd is beëindigd. De afwijking valt binnen de gestelde marges van het verwachte verbruik." De ondernemer adviseerde mij vervolgens contact op te nemen met de nieuwe bewoner en samen een correctieverzoek in te dienen. 30 maart 2011: samen met de nieuwe bewoner schriftelijk een correctieverzoek ingediend bij de ondernemer met daarin de door de woningstichting op 5 juni 2011 opgenomen meterstanden (gas 30.943). 26 maart 2011: bericht ontvangen van de ondernemer dat er een verzoek is ingediend bij Netbeheerder (naam netbeheerder). 24 mei 2011: bericht ontvangen van de ondernemer dat het verzoek tot correctie door (naam netbeheerder) is afgewezen om dezelfde reden als de vorige keer. Mijn klacht in het kort is dus dat ik niet gehoord word in mijn verzoek om correctie van de meterstanden. Is het alsnog mogelijk om de meterstanden aangepast te krijgen, aangezien het verschil van 1.265 m3 behoorlijk is? Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wij hebben een rechtsgeldige overeenkomst gesloten met de consument voor de levering van gas en elektriciteit aan haar adres te (plaatsnaam) voor de duur van 3 jaar. De consument gaat vervolgens per 28 december 2010 samenwonen op een ander adres met haar partner en wil derhalve de leveringsovereenkomst met ons beëindigen. Op 22 december 2010 neemt de consument telefonisch contact op met ons. Zij geeft aan te gaan verhuizen naar het adres van haar partner, die op dat adres al een leveringsovereenkomst voor gas en elektriciteit heeft. De overeenkomst met ons wil zij beëindigen. Onze medewerker vermeldt dat opzegging van de overeenkomst schriftelijk gedaan dient te worden. Voorts dient de consument een bewijs van samenwonen bij te voegen, zodat wij geen boetes voor de beëindiging van het contract in rekening zullen brengen. Wij ontvangen vervolgens op 4 januari 201 1 de schriftelijke opzegging van de consument, gedateerd op 30 december 2010. Zij is op dat moment al verhuisd. Conform onze algemene voorwaarden dient een verhuizing ten minste 10 werkdagen voor het verlaten van de oude woning te worden doorgegeven (artikel 20.2 Algemene Voorwaarden). In dit geval is er sprake van een opzegging, daar er op het nieuwe adres al een leveringsovereenkomst bestaat op naam van de partner van de consument. In dit geval heeft de consument een opzegtermijn van 30 kalenderdagen, conform artikel 21.2 van onze algemene voorwaarden. Wij willen benadrukken dat de opzegging van de consument pas op 4 januari 201 1 ontvangen is, waarna het normaliter enkele weken duurt om de leveringsovereenkomst te beëindigen. Na de ontvangst van voornoemde brief spannen wij ons in om de leveringsovereenkomst zo spoedig mogelijk te beëindigen. Het proces ter beëindiging van de levering wordt direct opgestart en er wordt een meterstandenkaart verstuurd naar de consument. Deze meterstandenkaart ontvangen wij op 19 januari 2011 ingevuld retour. Op 6 januari 2011 meldt zich echter al een nieuwe leverancier op het adres dat de consument per 28 december 2010 heeft verlaten. Wij ontvangen van de netbeheerder bericht dat haar levering op deze datum (noodgedwongen) is beëindigd. Vervolgens ontvangen wij van de netbeheerder de meterstanden per 6 januari 2011 en wordt de eindnota opgemaakt. Deze eindnota is gedateerd op 28 februari 2011. Geforceerde uithuizing De consument heeft bezwaar gemaakt tegen deze eindafrekening omdat eindstanden niet correct zouden zijn. Zoals hiervoor al is aangegeven, heeft de nieuwe bewoner van het adres te (plaatsnaam) direct een nieuwe leverancier in de arm genomen. Deze is gestart met levering op 6 januari 2011. Omdat wij pas op 4 januari 2011 de opzegging van de consument ontvangen hadden, was het proces ter beëindiging van de levering nog niet afgerond. Doordat er een nieuwe leverancier is gaan leveren per 6 januari 2011 zij wij ‘geforceerd uitgehuisd’. Dit betekent dat de nieuwe leverancier per direct is gaan leveren op dit adres en dat wij per direct stopt op aangeven van de netbeheerder. De geforceerde uithuizing betekent eveneens dat wij geen meterstanden kunnen doorgeven aan de netbeheerder. Bij een geforceerde uithuizing is de nieuwe leverancier exclusief verantwoordelijk voor het opvragen van de meterstanden. De oude leverancier ontvangt de eindstanden van de netbeheerder en kan en mag zelf geen (eind)standen aanleveren. In casu hadden wij op dit moment ook nog geen meterstanden om aan te leveren aan de netbeheerder, de meterstandenkaart was immers pas rond 6 januari 2011 verzonden aan de consument, nu zij pas op 4 januari 2011 de overeenkomst had opgezegd. Wij zijn van mening dat onze eindnota correct is. De eindstanden zijn op de juiste manier verkregen van de netbeheerder. Wij konden door de geforceerde uithuizing geen meterstanden aanleveren aan de netbeheerder. Bovendien beschikten wij op 6 januari 2011 niet over deze standen, daar de consument te laat heeft opgezegd. Desondanks hebben wij onze uiterste best gedaan om de consument van dienst te zijn. Wij hebben tot twee maal toe, op 10 maart 2011 en 26 april 2011 een aanvraag gedaan bij de netbeheerder om de standen per 6 januari 2011 te wijzigen. De netbeheerder heeft hierop helaas twee maal afwijzend gereageerd, hetgeen wij vervolgens schriftelijk aan de consument hebben bevestigd. De historische meterstanden die bij de netbeheerder bekend zijn worden gepubliceerd in het Toegankelijk Meetregister. Alle energieleverancier zijn verplicht de meterstanden die hierin vermeld worden, te hanteren voor de facturatie van haar verbruik. Zie volledigheidshalve de uitdraai van de geregistreerde meterstanden voor gas en elektriciteit op het adres te (plaatsnaam). Conclusie Concluderend zijn wij van mening dat de klacht jegens ons ongegrond is. Wij hebben de meterstanden op de juiste wijze verkregen. Bovendien is het te wijten aan de te late opzegging van de consument dat wij op 6 januari nog leverancier waren op dit adres. Door de start van de levering door de nieuwe leverancier op dit adres zijn wij ‘geforceerd uitgehuisd’ en konden wij geen meterstanden aanleveren bij de netbeheerder. Indien de consument tijdig, conform onze algemene voorwaarden, had opgezegd hadden wij de levering rond 28 december 2010 kunnen beëindigen en de juiste, door de consument aangeleverde, standen kunnen doorgeven aan de netbeheerder. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting staat naar het oordeel van de commissie vast dat de bedoelde eindafrekennota is gebaseerd op werkelijke standen. Nu de werkelijke standen ten tijde van de uithuizing wel bekend zijn, moet worden vastgesteld dat de ondernemer de consument meer geleverde energie in rekening heeft gebracht dan feitelijk is geleverd. Dat betekent dat de consument betaald heeft voor niet door haar afgenomen energie. Of en in hoeverre één en ander in systemen van de netbeheerder al dan niet juist is verwerkt, regardeert de consument niet. Naar het oordeel van de commissie vertegenwoordigt de teveel in rekening gebrachte energie een waarde van € 826,50, welk bedrag de ondernemer aan de consument dient te restitueren. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 826,50. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 3 oktober 2011.