Afwijzing verzoek tot correctie na verhuizing; werkelijke meterstanden inmiddels bekend; correctienota – 3

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Verhuizing    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 57395

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil heeft betrekking op de eindafrekening elektriciteit.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Het betreft een klacht tegen de eindafrekening in verband met verhuizing. Op 3 november 2010 heb ik de verhuiskaart van de ondernemer mede ondertekend door de verhuurder, opgestuurd omdat ik toen de betreffende woning verlaten heb. De ondernemer heeft de eindafrekening vastgesteld op basis van andere meterstanden dan die ik opgegeven heb. Omdat de nieuwe huurder zich al eerder bij een energieleverancier aangemeld heeft dan dat ik mij bij de ondernemer afgemeld heb schijnen mijn meterstanden "te laat" aangeleverd te zijn. De nieuwe huurder had zich al op het betreffende adres aangemeld terwijl ik daar nog steeds elektriciteit afnam. Mij wordt nu 693 kWh teveel berekend, wat de ondernemer ook bevestigd heeft, maar ik moet volgens hun niet bij de ondernemer zijn om dit te laten corrigeren. Ik heb wel de maandelijkse voorschotten aan de ondernemer betaald. Op 1 september 2010 heb ik van de ondernemer een instructiebrief ontvangen hoe ik bij verhuizing moest handelen. Aan deze instructies heb ik mij keurig aan geho(plaatsnaam).   De consument verlangt restitutie van de teveel in rekening gebrachte elektriciteit.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Via de internetsite van (naam internetsite) ontvingen wij een internetaanmelding van de consument voor een leveringsovereenkomst voor gas en elektriciteit voor de duur van 1 jaar op het adres te (plaatsnaam).   Naar aanleiding van de bovengenoemde aanmelding zonden wij op 1 juli 2010 aan de consument het welkomstpakket. Binnen de wettelijke ontbindingstermijn mochten wij geen annulering ontvangen van de consument. Daarop zonden wij op 13 juli 2010 een brief ter bevestiging van de overeenkomst. Tevens wordt op dit moment bij de netbeheerder het verzoek ingediend om de levering op het adres te (plaatsnaam) over te nemen van de toenmalige energieleverancier. Dit verzoek is vervolgens door de netbeheerder geaccepteerd en per 4 augustus 2010 zijn wij daadwerkelijk energieleverancier van de consument geworden voor gas en elektriciteit.   Op 17 december 2010 zonden wij aan de consument een eindafrekening waarin het verbruik van 4 augustus 2010 tot 2 november 2010 wordt afgerekend. De consument is immers verhuisd naar een adres te (plaatsnaam). In deze eindafrekening wordt een bedrag van € 68,61 aan de consument terug gegeven.   De consument liet ons op 6 juli 2010 telefonisch weten te zullen gaan verhuizen. De consument wist echter niet wanneer de sleuteloverdracht van de oude woning te (plaatsnaam) zou plaatsvinden. Hierom werd de afspraak gemaakt dat de energielevering op het oude adres zou worden voortgezet totdat de consument ons schriftelijk, in overeenstemming met onze productvoorwaarden, op de hoogte zou stellen van de verhuizing.   Aansluitend hierop zonden wij een verhuisformulier aan de consument. Hiermee dient de consument de meterstanden op te geven welke gehanteerd dienen te worden voor de afrekening van het verbruik. Dit verhuisformulier dient de consument binnen vijf werkdagen na de verhuizing op te sturen aan ons. Op 5 november 2010 heeft de Hoog de eindstanden van zijn oude woning doorgegeven. Echter op dit moment had de nieuwe bewoner zich al aangemeld bij een andere energieleverancier, de levering is dan ook 2 november 2010 beëindigd. Er vond een geforceerde uithuizing plaats. Indien een geforceerde uithuizing plaats vindt is het voor de oude leverancier niet mogelijk om standen door te geven aan de netbeheerder. Derhalve konden wij geen meterstanden doorgeven aan de netbeheerder. Conform artikel 8 van de Productvoorwaarden dient de consument een verhuizing uiterlijk 20 werkdagen voor de verhuisdatum schriftelijk door te geven. De consument heeft de verhuizing te laat doorgegeven aan ons.   Naar aanleiding van de verhuizing is de levering zoals hierboven gesteld op 2 november 2010 beëindigd. Wij zonden op 17 december 2010 de eindafrekening aan de consument voor de afrekening van het verbruik. Hierin wordt het verbruik van 297 m3 gas en 1.620 kWh elektriciteit over de periode van 4 augustus 2010 tot 2 november 2010 afgerekend. Met het ontbreken van werkelijke meterstanden heeft de netbeheerder de eindstanden geschat op 39.344 voor gas en voor elektriciteit op 2.737 en 43.278 voor telwerk 1 respectievelijk telwerk 2.   Uit het dossier blijkt dat de consument de eindstanden voor elektriciteit aangepast wenst. Naar aanleiding hiervan hebben wij een correctieverzoek ingediend bij netbeheerder (naam netbeheerder). Het verzoek tot de correctie van de standen is echter door (naam netbeheerder) afgewezen. De consument kon zich niet verenigen met de afwijzing van de correctie en heeft dit ook kenbaar gemaakt aan ons. Uit coulance, wij hadden immers aan onze verplichtingen voldaan, besloten wij nogmaals te proberen (naam netbeheerder) te bewegen tot een correctie. Wederom is het verzoek door (naam netbeheerder) afgewezen.   De historische meterstanden die bij de netbeheerder bekend zijn worden gepubliceerd in het Toegankelijk Meetregister. Alle energieleverancier zijn verplicht de meterstanden die hierin vermeld worden te hanteren voor de facturatie van haar verbruik. De eindstanden die wij gehanteerd hebben in onze eindafrekening zijn dan ook terug te vinden in het Toegankelijk Meetregister. Zie de uitdraai van de geregistreerde meterstanden voor gas en elektriciteit op het adres te (plaatsnaam).   Gezien het feit dat alle beginstanden aansluiten op de eindstanden van de vorige verbruiksafrekening is het gefactureerde verbruik tot 2 november 2010 ook daadwerkelijk verbruikt door de consument. Het voorgaande houdt eveneens in dat het verbruik niet dubbel is gefactureerd omdat een nieuwe verbruiksafrekening verder gaat waar de vorige verbruiksafrekening gestopt is. De meterstanden die geregistreerd zijn na 4 augustus 2010 zijn in het Toegankelijk Meetregister vermeld in de regels boven de laatste werkelijke meterstanden. Deze nieuwere meterstanden zijn geschat, maar uit het Toegankelijk Meetregister blijkt dat deze meterstanden weldegelijk in de lijn der verwachting liggen gezien het historische verbruik. De nieuwe werkelijke standen op 9 januari 2011 laten ook zien dat onze eindstanden niet afwijken.   Conclusie Zoals hierboven is gesteld, zijn wij van mening dat de afrekening d.d. 17 december 2010 correct is. De gehanteerde meterstanden hebben wij op correcte wijze verkregen. Het verbruik dat wij aan de consument factureren komt ook overeen met het werkelijke verbruik van de consument. Verder merken wij op dat de klacht is ontstaan doordat de consument te lang heeft gewacht met het doorgeven van de verhuizing en de eindstanden. Immers had de consument tijdig de standen doorgegeven dan had de geforceerde uithuizing niet plaats gevonden en konden standen zoals door de consument gewenst worden doorgegeven. De klacht van de consument dat het verbruik te hoog is vastgesteld dient derhalve afgewezen te worden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat vast is komen te staan dat de ondernemer aan de consument feitelijk meer elektriciteit in rekening gebracht dat feitelijk door de ondernemer aan de consument is geleverd. Dat de ondernemer hiervoor een verklaring heeft, neemt niet weg dat de ondernemer niet geleverde energie in rekening brengt. Hier hoeft de consument geen genoegen mee te nemen. Of en in hoeverre een oplossing in het systeem van de netbeheerder plaatsvindt: dit regardeert de consument niet die voor niet meer energie hoeft te betalen dan hij feitelijk geleverd heeft gekregen. Naar het oordeel van de commissie is met de teveel in rekening gebrachte elektriciteit een bedrag van € 120,– gemoeid. Dit bedrag dient de ondernemer aan de consument te betalen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 120,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 3 oktober 2011.