Commissie: Notariaat
Categorie: Informatieplicht
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
100013
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening door de notaris bij de afwikkeling van een nalatenschap.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt de klacht, zoals ter zitting nader toegelicht, op het volgende neer.
De cliënte treedt op als klaagster namens haar dochter. De ex-echtgenoot van de cliënte is overleden en heeft zijn dochter uit het huwelijk met cliënte benoemd tot erfgename. De tweede echtgenote van erflater is bij testament aangewezen als executeur testamentair. De executeur heeft zich doen bijstaan door haar broer. De notaris is opgetreden als boedelnotaris.
De cliënte verwijt de notaris een slordige en onattente afhandeling van de – naar haar mening – vrij eenvoudige nalatenschap. De nalatenschap bestond uit geldrekeningen en het eigendomsrecht op een (verhuurd) appartement. De bemiddeling door de notaris tussen de enig erfgename en de executeur testamentair was onvoldoende. De belangen van de erfgename zijn onvoldoende behartigd, nu door de notaris onvoldoende actie is ondernomen om inzage te verkrijgen in de onderliggende facturen bij de afrekening en verantwoording van de door de executeur gedane hoge financiële uitgaven. Bovendien zijn door de notaris fouten gemaakt en was zij slecht bereikbaar.
Ter zitting heeft de cliënte benadrukt dat zij nimmer een factuur of afrekening heeft gezien die door de executeur testamentair in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap is betaald, terwijl dit wel is toegezegd.
De cliënte verzoekt de commissie om in redelijkheid en billijkheid een schadevergoeding vast te stellen.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer.
De notaris bestrijdt dat zij haar werkzaamheden slordig of niet adequaat heeft uitgevoerd. De notaris stelt dat zij rekening heeft gehouden met de verschillende belangen, gevoelens en emoties van partijen, die vaak teruggrijpen op ervaringen uit het verleden en die zich vertalen naar het heden. Zij heeft getracht om zoveel mogelijk recht te doen aan alle betrokkenen en stelt zich op het standpunt dat de geleverde diensten in overeenstemming zijn met de gedane offerte en de verstuurde nota’s. De vergissingen en fouten die daarbij zijn gemaakt, zijn direct hersteld en daarbij is met het vaststellen van de hoogte van de declaratie rekening gehouden.
Desgevraagd heeft de notaris ter zitting verklaard dat de nalatenschap is afgewikkeld en dat de eindafrekening is opgesteld en voor akkoord door de executeur en de erfgename is ondertekend.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
Bij aanvang van de zitting heeft de commissie geconstateerd dat klaagster geen afneemster van de diensten van de notaris is en niet valt onder de begripsomschrijving ‘cliënt’ ex artikel 1 van het Reglement Geschillencommissie Notariaat. Door klaagster is echter gesteld dat zij als gemachtigde van haar dochter optreedt. De gemachtigde van de notaris heeft ter zitting verklaard hiermee in te stemmen en afstand te doen van de eis tot het overleggen van een schriftelijke volmachtverklaring.
De commissie neemt de klachten derhalve in behandeling en overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de overgelegde stukken en het ter zitting gestelde is komen vast te staan dat de cliënte, na het overlijden van haar vader, als erfgename is benoemd en dat zij deze erfenis heeft aanvaard. Door de erflater is zijn (tweede) echtgenote als executeur testamentair benoemd, welke benoeming eveneens is aanvaard. Aan de cliënte is nagelaten een (verhuurd) appartement en gelden op een viertal bankrekeningen. Aan zijn echtgenote heeft de erflater alle roerende zaken nagelaten.
De klachten van de cliënte zijn naar het oordeel van de commissie klachten die in de kern de werkzaamheden van de executeur testamentair betreffen en niet de notaris.
Onweersproken is komen vast te staan dat de notaris diverse werkzaamheden heeft verricht,
waaronder het opstellen van de verklaring van executele, het opstellen van de verklaring van erfrecht, het verzorgen van de aangifte van erfbelasting, wijzigen van de tenaamstelling van het tot de nalatenschap behorend registergoed bij het kadaster en het onderhouden van contacten met betrokkenen bij de nalatenschap.
Cliënte beklaagt zich erover dat zij ruim 15 maanden verstoken is gebleven van informatie over de werkzaamheden van de executeur en financiële informatie. De commissie overweegt dat het verstrekken van deze informatie en het verlenen van inzage in de rekeningen een verplichting van de executeur is en niet een verplichting van de notaris. De cliënte heeft de notaris weliswaar om hulp gevraagd, echter op de notaris rustte vervolgens een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis. Onweersproken is dat de notaris de executeur mondeling en schriftelijk namens de cliënte om inzage heeft gevraagd, alsmede dat de executeur aan dit verzoek geen gehoor heeft gegeven. Naar het oordeel van de commissie valt hiervoor de notaris geen verwijt te maken, te minder nu onweersproken is dat van de door de executeur uitgevoerde werkzaamheden een eindafrekening is opgesteld die door de notaris in een akte is vastgelegd, welke akte door de cliënte voor akkoord is ondertekend.
De klacht over de slechte bereikbaarheid van de notaris is onvoldoende geconcretiseerd en aldus niet komen vast te staan en wordt om die reden afgewezen.
Voor zover overige door partijen aangevoerde argumenten c.q. klachten niet zijn besproken, kan daarvan worden afgezien, omdat deze niet tot een andere beslissing kunnen leiden.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de commissie niet komen vast te staan dat de notaris niet heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. De door de cliënte gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen. Door de cliënte wordt niet bestreden dat de werkzaamheden waarvoor de notaris gefactureerd heeft zijn uitgevoerd; de vergoeding komt de commissie ook niet onredelijk voor. Onvoldoende is gebleken dat de cliënte schade heeft geleden door toedoen van de notaris.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de cliënte gevorderde af.
Aldus beslist op 26 april 2016 door de Geschillencommissie Notariaat.