Airconditioning toegezegd, maar niet gekregen

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Accommodatie    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 62661

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 2 juli 2011 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Fuerteventura in Spanje met verblijf in een appartement op basis van logies, voor de periode van 28 juli 2011 t/m 4 augustus 2011 voor de som van € 1.369,–.   Klager heeft op 11 augustus 2011 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven aan de reisorganisator.   Er was uitdrukkelijk toegezegd dat er airconditioning zou zijn, maar dat bleek niet het geval te zijn en dat leidde tot slaapproblemen. Er bleken in verband met het hoogseizoen ook geen appartementen met airconditioning beschikbaar te zijn. Ik heb nog een ventilator aangeschaft, maar dat bood onvoldoende soulaas. Overdag was het circa 30° C en ’s nacht bleef het warm. Door te weinig nachtrust voelde ik me niet fit en voelde ik me af en toe misselijk. Daardoor kon ik ook niet de gewenste activiteiten ontplooien. Aan terugkeer naar Nederland hebben we niet gedacht omdat we dachten dat dat niet mogelijk zou zijn.   Klager verlangt een vergoeding van de gehele reissom.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven aan klager.   Ten onrechte was op de site vermeld dat er sprake was van airconditioning. In verband met het hoogseizoen kon er geen andere accommodatie met airconditioning worden aangeboden. De door klager aangeschafte ventilator is vergoed (€ 38,–) en er is een vergoeding van 15% van de reissom aangeboden (€ 204,70) ofwel meer dan 50% van de accommodatieprijs.   De reisorganisator heeft d.d. 13 september aangeboden de aangekochte ventilator te vergoeden (€ 38,–) en 4 oktober 2011 is nog eens een vergoeding aangeboden van € 204,70, zodat in totaal is aangeboden € 242,70.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Voorop moet worden gesteld dat ten gevolge van een omissie ten onrechte is vermeld in de reisbrochure dat er sprake zou zijn van airconditioning en dat is ook nog eens mondeling bevestigd. Aldus mocht klager ervan uitgaan dat er airconditioning zou zijn. Daarmee staat vast dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming. Tussen partijen is ook in confesso dat klagers vakantie niet is geworden wat zij er vantevoren van had mogen verwachten en dat het aan de commissie is om een bedrag te bepalen.   Op grond van alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en kosten heeft moeten maken, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 300,– (inclusief het reeds aangeboden bedrag van € 242,70). Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 5 januari 2012.