Commissie: Voertuigen
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55745
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 7 januari 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, [merk en type], datum eerste toelating 4 mei 2005, kilometerstand 127.790 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 11.950,–. De levering vond plaats op of omstreeks 27 januari 2011. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In de advertentie voor de onderhavige auto op internet werd de auto aangeboden met een rolhoes/hoedenplank. Deze was bij aflevering niet aanwezig. Ondanks herhaalde toezeggingen van de ondernemer om deze na te leveren, heeft hij de rolhoes/hoedenplank niet geleverd. De ondernemer wil de consument niet tegemoet komen, omdat de consument bij inruil van zijn oude auto heeft verzwegen dat deze een niet deugdelijk functionerend stuurhuis had, waardoor een dure reparatie noodzakelijk was. De consument heeft een proefrit gemaakt met de gekochte auto en zijn auto achtergelaten bij de ondernemer. Hij was in de veronderstelling dat de verkoper of een andere medewerker van de ondernemer met zijn oude auto een proefrit had gemaakt, het probleem had onderkend en met inachtneming van dat probleem de inruilprijs had vastgesteld. De consument had wel bemerkt dat zijn oude auto minder goed stuurde, maar wist niet dat het gebrek zo ernstig was. Ondertussen heeft de consument ook het vermoeden gekregen dat de airco niet goed functioneert. Omdat hij geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer wenst de consument dat hij voor garantieaanspraken naar een ander bedrijf toe kan, waaraan de garantieverplichtingen zouden moeten worden overgedragen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer heeft mij in het verkoopgesprek helemaal niet gevraagd of de auto in orde was. De kwestie met de airco is inmiddels door de ondernemer verholpen. Ik schat dat de kosten van een gebruikte rolhoes inderdaad rond de € 75,– à € 100,– liggen, wanneer je er één via [een veilingsite] zou kopen. De consument verlangt de levering van de rolhoes/hoedenplank, overdracht van de BOVAG-garantie aan een ander garagebedrijf. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Bij de onderhandelingen over de aankoop van de auto en de inruil van de auto van de consument heeft de ondernemer expliciet aan de consumentgevraagd of de in te ruilen auto gebreken vertoonde. De consument heeft aangegeven dat hij veel onkosten aan de auto had gehad, maar dat deze op dat moment in orde was. De ondernemer vond de consument betrouwbaar, had geen reden om aan zijn woorden te twijfelen en heeft daarom geen proefrit gemaakt. Bij aankoop ontbrak de rolhoes en de consument had dat kunnen zien. Desondanks heeft de ondernemer toegezegd deze na te zullen leveren. Na aflevering van de gekochte auto en inlevering van de inruilauto bleek dat van die laatste de stuurbekrachtiging nauwelijks werkte. De oorzaak daarvan zat in het stuurhuis. De ondernemer heeft de consument daar telefonisch op aangesproken, waarop die ontkende het gebrek te hebben bemerkt. Daarop heeft de ondernemer hem gezegd met de levering van een rolhoes te zullen wachten totdat dit probleem was opgelost. Enkele dagen later belde de consument opnieuw over de rolhoes. In dat gesprek heeft hij aangegeven van het probleem met het sturen op de hoogte te zijn geweest en dat de ondernemer dat gemerkt zou hebben als hij een proefrit had gemaakt. Uiteindelijk is voorgesteld om voor de consument een gebruikte rolhoes te zoeken, wat hij acceptabel vond. Het zoeken van zo’n hoes kost tijd, want hij moet passen bij de kleur van het interieur. Vervolgens is de consument de ondernemer blijven bellen, maar die was niet aanwezig vanwege ziekte. Dat wilde de consument niet geloven. Vervolgens kwamen er nog een aantal mails met allerlei aantijgingen en toen heeft de ondernemer besloten om niet meer te reageren. De ondernemer wil alleen nog tegen betaling de desbetreffende rolhoes leveren. Overdracht van garantie is niet aan de orde. Wanneer er iets aan de auto mankeert dat onder de BOVAG-garantie hersteld moet worden, zal de ondernemer dat doen. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Tijdens het verkoopgesprek is wel degelijk gevraagd of de in te ruilen auto mankementen vertoonde. De auto had ongeveer 350.000 kilometer op de teller staan. De consument is eerst naar een auto bij ons komen kijken. Bij die gelegenheid heeft hij daar een proefrit mee gemaakt. Vervolgens is hij naar een andere auto gaan kijken, maar ten slotte is hij teruggekomen om over de door ons aangeboden auto te praten. In dat gesprek is gevraagd naar de toestand van zijn in te ruilen auto. Er worden dagelijks 10, 15 auto’s bij ons bedrijf neergezet, vaak ook nog door mensen die uiteindelijk niet bij ons kopen. Wij kunnen niet in elke auto die ter inruil aangeboden wordt een proefrit gaan maken. Het stuurhuis behoefde reparatie en wellicht was ook de pomp van de stuurbekrachtiging defect. Wij hebben de auto niet meer gerepareerd. Deze is de handel in gegaan. We hebben er nog € 250,– voor gekregen. Ik heb wel een rolhoes binnengekregen, maar daar was een pinnetje van afgebroken, waardoor die niet bruikbaar was. Ik ben toen naar een andere gaan zoeken, maar om een tweedehands exemplaar te vinden dat past bij het interieur van de auto viel niet mee. De consument kon geen geduld opbrengen en begon te bellen en te mailen en toen vonden wij het wel genoeg. Ik denk dat een gebruikte rolhoes ongeveer € 75,– kost. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. In deze zaak is voldoende gebleken dat de consument bij het inruilen van zijn auto op de hoogte was van het feit dat deze op zijn minst bij het sturen (af en toe) gebreken vertoonde. Voorts staat vast dat de consument hierover heeft gezwegen tegenover de ondernemer. Tussen partijen is een koopovereenkomst tot stand gekomen, waarbij de ondernemer de auto van de consument heeft ingekocht. Dat betekent dat de consument als verkoper van zijn oude auto heeft in te staan voor de verkopersverplichtingen, waaronder de verplichting om een auto te leveren die aan de overeenkomst voldoet. Een koper mag (op grond van artikel 7:17, lid 2 tweede volzin van het Burgerlijk Wetboek) verwachten dat een auto de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn. Een koper kan zich niet op het ontbreken van die eigenschappen beroepen, wanneer een gebrek hem bij het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn. De commissie is van oordeel dat de consument niet aan zijn verkopersverplichtingen ten aanzien van de ingeruilde auto heeft voldaan. Gelet op het gebrek aan de stuurinrichting, voldeed de auto bij inruil niet aan de eisen die de ondernemer daaraan mocht stellen: de auto was niet volledig geschikt voor ene normaal gebruik, althans niet zonder aanzienlijke reparatie. Dat gebrek was redelijkerwijs ook niet kenbaar voor de ondernemer. Een dergelijk gebrek laat zich visueel niet vaststellen en onder normale omstandigheden mag een inkopend ondernemer er van uitgaan dat een aangeboden inruilauto geen mankementen vertoont, tenzij hij uit opmerkingen van de klant moet begrijpen dat hij een nader onderzoek had moeten instellen. In dit geval heeft de consument echter geen enkele opmerking gemaakt die de ondernemer erop had moeten of kunnen attenderen dat de auto een behoorlijk mankement vertoonde. Het zwijgen van de consument zou mogelijkerwijs een grond op kunnen leveren voor de ondernemer om zich op de vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling te beroepen. De ondernemer heeft dat niet gedaan, maar de commissie begrijpt zijn standpunt inzake de rolhoes aldus, dat de ondernemer voorstelt de gevolgen van de gesloten overeenkomst te wijzigen in die zin dat hij zal zijn ontslagen van de verplichting om de rolhoes alsnog te leveren. Het bepaalde in artikel 6:230, lid 2 Burgerlijk Wetboek biedt een rechter de mogelijkheid zulks te doen. De commissie zal ook die weg volgen en de ondernemer volgen in diens voorstel, zoals te lezen in zijn verweer. Het voorgaande betekent dat de ondernemer is ontslagen uit de verplichting tot levering van de rolhoes. In dat geval dient te worden beslist als na te melden. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, op 28 juni 2011.