
Commissie: Reizen
Categorie: Informatie schriftelijk
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
97902
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 14 april 2015 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf voor 2 personen in Villa Moron de la Frontera in Spanje op basis van logies, gedurende de periode van 29 mei tot en met 12 juni 2015, voor de som van € 1.840,–.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.
In verband met de nabijheid van een varkens- en stierenfokkerij heeft klager in de geboekte accommodatie overlast ondervonden van stank en vliegen. Het was amper mogelijk om buiten te zitten en bovendien kreeg de echtgenote van klager last van hartklachten. De echtgenote van klager is hartpatiënt en mag niet in de buurt komen van varkens. Was de nabijheid van varkens in de beschrijving bekend gemaakt, dan had klager deze accommodatie niet geboekt.
Klager heeft de klacht op zaterdag, de dag na aankomst, gemeld. Op zondag werd hij door de reisorganisator teruggebeld en pas op maandag werd een alternatief aangeboden, dat 120 kilometer verwijderd lag van de geboekte accommodatie. Bij aankomst bleek dat dit huis een (buiten)schilderbeurt kreeg, met als gevolg veel geluids- en andere ongemakken.
Ter zitting heeft klager nog verklaard dat de varkens dichterbij stonden dan de reisorganisator aangeeft. De stieren stonden direct naast de gehuurde accommodatie. De betreffende boerderijgebouwen stonden wel 700/800 meter van de weg.
Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen, met inachtneming van 4 verloren vakantiedagen, telefoonkosten en extra kilometers.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.
Na melding van de klacht is onmiddellijk contact opgenomen met de collega’s in Spanje. Deze gaven aan dat inderdaad een varkens/stierenhouderij aanwezig is, maar dat deze is gelegen op 700/800 meter van het vakantiehuis. Een ‘waarschuwende’ melding hiervan in de beschrijving op de website achten zij daarom niet noodzakelijk. Voor sommige gasten blijken de stierenstallen juist een attractie. Enkel bij ongunstige wind kan geuroverlast ontstaan. Dit is echter nimmer een gegronde reden voor een kosteloze overplaatsing naar een alternatief vakantiehuis. Wanneer het voor klager om gezondheidsredenen van belang is de nabijheid van varkens te mijden, had hij zelf voorafgaand aan de boeking bij de reisorganisator moeten informeren. Juist nu het vakantiehuis landelijk is gelegen, zoals blijkt uit de foto’s op de website en de vermelding dat het om een oude boerderij gaat.
De Spaanse collega’s hebben het bericht over de stankoverlast direct aan de eigenaar van de vakantiewoning gemeld, en omdat deze 2 vakantiehuizen bezit, heeft zij uit coulance kosteloos haar andere vakantiehuis, dat op 100 kilometer van het oorspronkelijk geboekte vakantiehuis ligt, aan klager aangeboden. Dit huis heeft een hogere sterrenkwalificatie (5 sterren ten opzichte van 4 sterren voor het geboekte huis) en derhalve een hogere huursom, maar daarvoor is geen vergoeding gevraagd. Klager heeft dit aanbod geaccepteerd en heeft dit huis op 1 juni 2015 betrokken. Hierna heeft de reisorganisator niet meer van klager vernomen en was in de veronderstelling dat het verblijf zorgeloos werd voortgezet. Klager heeft pas na terugkomst de reisorganisator geïnformeerd ter zake de klachten over het alternatieve huis.
Het huis (sinds 2012 door de reisorganisator aangeboden) werd 27 maal verhuurd en na het verblijf van klager nog 7 maal. Er is nimmer een klacht over de omgeving ontvangen.
De reisorganisator acht vergoeding van de huursom niet gerechtvaardigd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De tussen partijen geldende overeenkomst wordt beheerst door de ANVR Reisvoorwaarden, waaruit het volgende voortvloeit.
De reisorganisator is verplicht de reisovereenkomst uit te voeren overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van deze overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben. De inhoud van de overeenkomst tussen partijen wordt bepaald door hetgeen op het boekingsformulier is vastgelegd alsmede door de verwachtingen die met het door de reisorganisator gepubliceerde reisaanbod zijn gewekt. Van belang is derhalve wat klager mocht verwachten.
Hoewel in het dossier sprake is van meer ergernissen begrijpt de commissie uit het vragenformulier, uit de correspondentie tussen partijen en uit het verhandelde ter zitting dat de stank- en vliegenoverlast in het aanvankelijk geboekte vakantiehuis en de invloed daarvan op de gezondheid en het welbevinden van klager en zijn echtgenote de voornaamste klacht is. De commissie overweegt daarover het volgende.
In de beschrijving van de accommodatie op de internetsite van de reisorganisator is vermeld dat het om een boerderij gaat, al sinds 1918 in bedrijf. De foto’s tonen een landelijk gebied. Men kan in een dergelijke setting in alle redelijkheid agrarische bedrijven verwachten, met alle kenmerken die daarbij horen. De commissie ziet hier geen reden voor een expliciete vermelding van de aard van de agrarische bedrijven in de omgeving. De commissie kan zich voorstellen dat de nabijheid van bepaalde (boerderij)dieren (of zelfs -gewassen) voor sommige mensen niet wenselijk is. In dat geval is het echter aan de reiziger om zijn wensen, eisen of beperkingen vooraf aan de reisorganisator kenbaar te maken, zodat deze kan adviseren over een in dat specifieke geval geschikte accommodatie. Klager had er derhalve beter aan gedaan om vooraf de beperkingen van zijn echtgenote kenbaar te maken.
Voorts is de commissie van oordeel dat het aanbod van de accommodatieverschaffer om (zonder meerkosten) haar andere huis ter beschikking te stellen coulant was. De ongemakken die klager als gevolg van deze verhuizing ondervond, geven evenmin aanleiding voor een gegronde klacht nu de klacht over het geboekte huis ongegrond is en klager geheel vrijwillig heeft ingestemd met de verhuizing.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht is ongegrond.
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 20 november 2015.