Commissie: Voertuigen
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE03-0479
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 oktober 2002 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe Volkswagen Bora tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 21.599,99.
De levering vond plaats op of omstreeks 2 januari 2003.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op de overeenkomst met de consument zijn niet de BOVAG-standaardregels van toepassing, maar de Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden voor Volkswagen, zoals vermeld in de overeenkomst. Derhalve is de commissie niet bevoegd het geschil te behandelen. De BOVAG kan niet achteraf participeren in de door mij met de consument gesloten overeenkomst.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Van een garage die lid is van de BOVAG mag ik toch verwachten dat, nu het niet gaat om fabrieksgarantie, de BOVAG-voorwaarden worden nageleefd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Niet in geschil is dat de ondernemer lid is van de BOVAG (afdeling NDA).
Blijkens artikel 2 van het Algemeen besluit BOVAG afdeling NDA van 23 januari 2001 (verder: het Algemeen besluit) zijn de leden verplicht om de standaardbepalingen te hanteren.
Uit artikel 1, aanhef en onder b, van het Algemeen besluit komt naar voren dat het hanteren van andere dan de standaardvoorwaarden slechts is toegestaan, indien deze voorwaarden de consument op geen enkele wijze in een ongunstiger positie plaatsen dan de positie waarin deze zich zou bevinden indien de standaardvoorwaarden zouden worden gehanteerd.
Nu blijkens de door de ondernemer gehanteerde Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden geschillen die uit de overeenkomst voortvloeien aan de gewone rechter dienen te worden voorgelegd, is de commissie van oordeel dat de consument door het toepassen van genoemde voorwaarden in een ongunstiger positie is komen te verkeren, mede gezien de hoge kosten die met het voeren van een procedure voor de gewone rechter gemoeid zijn.
Derhalve rustte op de ondernemer de verplichting om de standaardbepalingen (de Algemene voorwaarden van de BOVAG) toe te passen.
Ingevolge artikel 6, vierde lid, van het Algemeen besluit is de BOVAG, indien het lid nalaat de standaardbepalingen te hanteren en de consument zich wendt tot de Geschillencommissie Voertuigen, gemachtigd om namens het lid de toepasselijkheid van de standaardbepalingen met de consument overeen te komen en dient het lid zijn volledige medewerking te verlenen aan geschillenbeslechting door de commissie.
De BOVAG is, nadat de consument zich tot de commissie heeft gewend, namens de ondernemer op 30 januari 2004 de BOVAG-standaardbepalingen overeengekomen. Naar het oordeel van de commissie is de BOVAG hiertoe bevoegd, nu de ondernemer de BOVAG daartoe gemachtigd heeft bij het Algemeen besluit, aan welk besluit de ondernemer ingevolge zijn lidmaatschap van de BOVAG afdeling NDA is gebonden.
Deze inbreuk op de contractsvrijheid van de ondernemer, voortvloeiende uit zijn lidmaatschap van de BOVAG en het Algemeen besluit, wordt gerechtvaardigd door het belang dat de BOVAG blijkens de considerans van het Algemeen besluit beoogt te dienen, te weten uniformiteit en duidelijkheid in de relatie tussen autobedrijf en publiek. Geconstateerd wordt dat juist het ontbreken van bedoelde duidelijkheid heeft geleid tot het geschil omtrent de bevoegdheid van de commissie, zodat de BOVAG terecht van de bevoegdheid om namens de ondernemer de standaardbepalingen met de consument overeen te komen gebruik heeft gemaakt. Immers, de consument is er bij het aangaan van de overeenkomst kennelijk van uitgegaan dat hij zich, gezien het BOVAG-lidmaatschap van de ondernemer, op de BOVAG-standaardbepalingen zou kunnen beroepen indien – zoals in het onderhavige geval – niet op basis van fabrieksgarantie wordt geageerd.
De commissie is dan ook van oordeel dat de BOVAG standaardbepalingen op de overeenkomst tussen de ondernemer en de consument van toepassing zijn.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Auto op 22 maart 2004.