Annulering reis naar Goa door reisorganisator vooral vanwege oorlog in Afghanistan.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Beëindiging    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI02-0046

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 14 september 2001 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Goa in met verblijf in een hotel op basis van logies+ontbijt, voor de periode van 22 december 2001 t/m 6 januari 2001 voor de som van € 2.828,–.

Klager heeft op 18 oktober 2001 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 15 oktober 2001 heeft de reisorganisator laten weten dat hij de reis naar Goa annuleerde. De annulering werd gedaan met een beroep op overmacht in verband met de aanslagen in Amerika op 11 september 2001 en de situatie in Afghanistan. Er was geen negatief reisadvies voor het betrokken gebied. Goa is hemelsbreed ongeveer 2200 km van Kabul gelegen.
De annulering heeft mijn vakantiebelangen aangetast. Ik ben werkzaam in het onderwijs en dus aan bepaalde periodes voor mijn vakanties gebonden. In dit geval de kerstvakantie.
Een redelijk alternatief is niet geboden. Men bood ons een reis naar de Canarische eilanden. Dat is onvergelijkbaar met Goa. Voorts is ons een reis naar Miami geboden, nota bene in Amerika alwaar op dat moment “poeder”-aanslagen plaats vonden.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.

In overleg met de reisorganisatie en het ANVR hebben wij op 12 oktober 2001 uit veiligheidsoverwegingen besloten de chartervluchten naar Goa te annuleren. Deze beslissing was niet alleen gebaseerd op de aanslagen van 11 september 2001 maar vooral op het binnenvallen van Amerikaanse troepen in Afghanistan in oktober 2001. Wij hebben het zekere voor het onzeker genomen. Wij hebben iedereen op 12 oktober 2001 op de hoogte gesteld en de mogelijkheid geboden om kosteloos de reis te annuleren en tevens een andere reis te boeken uit één van onze brochures met 5 % korting.
Het was helaas niet mogelijk voor klager om met de vertrekdatum te schuiven. Voor ons was het niet mogelijk om voor de kerstperiode nog een bevredigende vakantiebestemming te vinden.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Een negatief reisadvies was niet gegeven. Gezien de ligging van Goa ten opzichte van Afghanistan kon op 12 oktober 2001 niet van een voor de reizigers gevaarlijke situatie worden gesproken.
Klager is gezien zijn beroep gebonden aan de schoolvakanties voor wat betreft het opnemen van vakanties. Een annulering op 12 oktober 2001 stelde hem voor grote problemen zoals blijkt uit het gegeven dat de reisorganisator geen redelijk alternatief heeft kunnen vinden omdat klager niet met de vertrekdatum kon schuiven. De door de reisorganisator aangeboden alternatieven acht de commissie niet redelijk. Ten eerste is Gran Canaria een niet met Goa te vergelijken vakantiebestemming en ten tweede was Miami geen alternatief nu de aanslagen in Amerika hadden plaats gevonden en men aldaar te maken had met antrax-aanslagen.
Klager heeft zelf de nodige moeite genomen teneinde te trachten zijn schade te beperken in die zin dat hij op 31 oktober 2001 aan de reisorganisator heeft voorgesteld om hem via een Engelse charter vanuit Londen naar Goa te laten vliegen op vrijdagavond 21 december 2001. Daarop is de reisorganisator om hem moverende redenen evenwel niet ingegaan.

Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.

De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 272,26. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van €  56,72 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op  11 juli 2002.