Commissie: Reizen
Categorie: Beëindiging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
59776
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 23 mei 2011 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een rondreis naar Indonesië met verblijf in hotels voor twee personen, voor de periode van 5 juni 2011 tot en met 26 juni 2011 voor de som van € 4.715,–. De reis is door klager vanwege droevige familieomstandigheden geannuleerd. Klager heeft op 14 juli 2011 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Door een sterfgeval in de naaste familie konden wij de reis niet meemaken en moesten noodgedwongen annuleren. De door ons afgesloten annuleringsverzekering dekte de schade niet volledig. Het verzoek om (een gedeelte van) de voor ons resterende kosten voor zijn rekening te nemen, is door de reisorganisator afgewezen. Klager verlangt minimaal een vergoeding van € 500,– per persoon. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Op zichzelf wordt betreurd, dat klager de reis heeft moeten annuleren vanwege verdrietige familieomstandigheden. De totale annuleringskosten bedroegen € 4.717,50. De door klager afgesloten annuleringsverzekering heeft aan klager € 3.000,– uitgekeerd. Klager heeft verzocht om aan hem € 500,– per persoon te vergoeden. Hierop kan niet worden ingegaan, aangezien het niet voldoende verzekerd zijn voor risico van klager blijft. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Het betreft hier een geval van onderverzekering. Dit in die zin, dat klager een annuleringsverzekering heeft afgesloten, waarvan de maximale uitkering € 3.000,– bedraagt, terwijl de annuleringskosten voor klager € 4.717,50 bedragen. Klager heeft de reisorganisator verzocht om (een gedeelte van) het voor zijn rekening te blijven bedrag te vergoeden. Naar het oordeel van de commissie heeft de reisorganisator dit verzoek terecht en op goede gronden afgewezen. Ten principale geldt dat de omstandigheden die aanleiding zijn voor de annulering, hoezeer ze ook betreurd kunnen worden, voor rekening en risico van klager komen. Zoals algemeen bekend mag worden verondersteld, kan dit risico financieel worden afgedekt door het afsluiten van een annuleringsverzekering. Klager wist of althans had kunnen weten op grond van de door hem afgesloten annuleringsovereenkomst, dat in geval van annulering voor deze reis de maximale uitkering, zijnde € 3.000,– niet voldoende zou zijn. Klager heeft derhalve het risico van onvoldoende verzekerd te zijn bewust genomen. De reisorganisator kan dan ook hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld, omdat het hier een overeenkomst betreft tussen klager en een derde partij. Dit nu klemt temeer, daar de reisorganisator klager een annuleringsverzekering heeft geboden met een volledige dekking. Klager heeft hiervan om hem moverende reden geen gebruik van gemaakt. Hoewel de commissie het eveneens betreurt, dat klager de door hem geplande reis vanwege droevige familieomstandigheden heeft moeten annuleren, kan dit feit er te enen male niet toe leiden, dat de klacht voor toewijzing in aanmerking komt. Hetgeen door klager ter verdediging van zijn standpunt is aangevoerd kan het gegeven oordeel van de commissie niet anders maken. In deze voegt de commissie nog toe, dat ter zitting de vertegenwoordiger van de reisorganisator uitsluitend vanwege coulance overwegingen heeft aangeboden een korting te geven van € 750,– op een door klager bij de reisorganisator voor 1 januari 2012 af te sluiten reis. De commissie heeft op verzoek van partijen dit vastgelegd in het bindend advies, maar merkt hierbij nog op, dat deze gedane geste van de reisorganisator niet kan worden gezien als onderdeel van het juridisch oordeel van de commissie. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 27 september 2011.