Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
53735
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 28 december 2010 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van [een spel], samen met het artikel [draadloze knoppen], tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 20,– in totaal. Levering heeft niet plaatsgehad. De consument heeft op 30 december 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Ik heb het spel en de [draadloze knoppen] op 28 december 2010 via internet besteld en de betaling van € 20,–, vermeerderd met € 1,95 verzendkosten, gedaan. Daarmee was de koopovereenkomst afgerond. De volgende dag ontving ik van de ondernemer een e-mail waarin de overeenkomst werd geannuleerd omdat “wegens de enorme populariteit van dit product onze voorraad geheel is uitgeput”. Ik ben hiermee niet akkoord gegaan. Er is een rechtsgeldige overeenkomst gesloten die door de ondernemer dient te worden nagekomen. Op 30 december 2010 heb ik in de webwinkel van de ondernemer gezocht naar de door mij bestelde artikelen. Het bleek dat de ondernemer de beide onderdelen van het spel nog steeds verkocht, maar dan afzonderlijk, voor een prijs van € 100,98 in totaal. De ondernemer is niet gerechtigd de prijs eenzijdig te verhogen. Het lijkt erop alsof de ondernemer onder valse voorwendsels van de overeenkomst heeft geprobeerd af te komen. Ik heb de ondernemer laten weten dat ik daarmee geen genoegen nam. Deze was echter niet bereid het bestelde product alsnog tegen de overeengekomen prijs te leveren. Begin januari 2011 heb ik een laatste exemplaar van het bestelde spel met de [draadloze knoppen] in een winkel zien liggen tegen een prijs van € 65,– in totaal. Ter beëindiging van de klacht heb ik de ondernemer toen voorgesteld dat hij de meerprijs van € 45,– binnen een week aan mij zou overmaken, zodat ik de artikelen in die winkel zou kunnen kopen. Het risico dat het product intussen uitverkocht zou zijn, nam ik daarbij voor eigen rekening. De ondernemer is niet op dit voorstel ingegaan en heeft de door mij gestelde termijn laten passeren. Inmiddels zijn de artikelen in de genoemde winkel niet meer verkrijgbaar. Ik zal het aanbod dus niet herhalen. Ik wens thans alsnog levering van het bestelde tegen de overeengekomen prijs, dan wel een vergoeding van € 100,98, zijnde de totaalprijs van de door de ondernemer via zijn webwinkel aangeboden afzonderlijke onderdelen, verminderd met de door mij betaalde oorspronkelijke koopsom van € 20,–, die ik inmiddels heb terugontvangen. Nadat ik het geschil bij de commissie aanhangig had gemaakt, heeft de ondernemer mij een schikkingsvoorstel gedaan, inhoudende dat ik de [draadloze knoppen] kan bestellen voor de prijs van € 59,99 en dat ik daarnaast een ander spel kan uitzoeken ter waarde van maximaal € 40,99, omdat [het spel] niet meer leverbaar is. Ik heb dit aanbod afgewezen. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft geen standpunt aan de commissie kenbaar gemaakt. Bij e-mail d.d. 8 maart 2011 heeft de ondernemer het hierboven beschreven aanbod aan de consument gedaan. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Een van de grondbeginselen van het Nederlandse burgerlijk recht is dat partijen bij een overeenkomst over en weer de daaruit voortvloeiende verplichtingen moeten nakomen. In geval van niet-nakoming door een der partijen wordt deze schadeplichtig jegens de andere partij. De consument heeft het bestaan van de hierboven beschreven koopovereenkomst genoegzaam aangetoond. De ondernemer is deze overeenkomst niet nagekomen. De daarvoor aangevoerde grond, te weten dat het bestelde artikel niet meer leverbaar zou zijn, wat daarvan ook zij, ontslaat de ondernemer niet van zijn verplichtingen jegens de consument. De ondernemer is dus schadeplichtig geworden jegens de consument. Diens schade kan gesteld worden op € 45,–, zijnde het verschil tussen de met de ondernemer overeengekomen prijs en de laagste prijs waarvoor de consument hetzelfde artikel in een winkel heeft zien liggen. Weliswaar heeft de consument dit niet aangeschaft en inmiddels blijkt dat ook niet meer mogelijk te zijn, maar de consument had het, in afwachting van de reactie van de ondernemer op zijn voorstel, al kunnen kopen en daarmee zijn schade kunnen beperken. Dat hij dat niet heeft gedaan, dient voor zijn eigen rekening te komen. Bovendien heeft hij volgens zijn eigen stelling het risico op zich genomen dat de artikelen hangende de reactie van de ondernemer uitverkocht zouden zijn. De door de consument gevorderde vergoeding (€ 100,98, verminderd met het door hem terugontvangen bedrag) is dus niet toewijsbaar. Een veroordeling van de ondernemer om het bestelde alsnog tegen de overeengekomen prijs te leveren is niet mogelijk, omdat het door de consument gewenste spel kennelijk niet meer in de handel is. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 45,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 26 mei 2011.