
Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI05-2362
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 oktober 2005 met de reisorganisator gesloten overeenkomst met betrekking tot een vliegreis naar Monastir, Tunesie en verblijf in een hotel op basis van half pension voor twee personen van 8 oktober 2005 tot en met 15 oktober 2005. De reissom bedroeg € 841,92 in totaal. Standpunt van klaagster Het standpunt van klaagster luidt in hoofdzaak als volgt. De reis is geboekt voor € 250,– per persoon en deze is ook bevestigd. Vervolgens kreeg klaagster te horen dat iemand anders deze reis had geboekt en zij zodoende alleen nog tegen € 90,– per persoon meerprijs de reis kon boeken. Er werd geen alternatief aangeboden voor dezelfde prijs. Het bleek achteraf niet zo te zijn dat het hotel en de vlucht vol zou zitten. Klaagster verzoekt de commissie een vergoeding vast te stellen van € 180,–. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Er is sprake van een herroeping. Voorafgaande aan de boeking van klaagster heeft een van de cliënten de reis naar Tunesië geannuleerd zodat deze tegen een gereduceerde prijs aangeboden kon worden op de internetsite. Op het moment dat klaagster deze reis wilde boeken, is helaas al door een andere cliënt geboekt. Het boekingssysteem was echter op dat moment nog niet ge-update. Hierdoor ontving klaagster automatisch een bevestiging met de prijs van € 250,– per persoon. Vervolgens is het computersysteem ge-update en is de boeking van klaagster op aanvraag gesprongen. Gelukkig kan klaagster uiteindelijk de reis tegen normaal tarief aangeboden worden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De reisorganisator verwijst naar de toepasselijkheid van artikel 2 lid 2 van de ANVR Reisvoorwaarden. Zij heeft in de briefwisseling ook aangegeven dat zij een beroep doet op de termijn van acht kantooruren na aanvaarding. Hij ziet daarmee echter over het hoofd dat de fase van de aanvaarding is overgegaan in de fase van een overeenkomst door de boekingsbevestiging. Het stond de reisorganisator daarom niet meer vrij om een aanbod in te trekken. Door de boeking onvoorwaardelijk te bevestigen heeft hij zich zelf die mogelijkheid ontnomen. De tekst van de boekingsbevestiging die is verzonden, geeft ook niet aan dat een voorbehoud wordt gemaakt of dat een bepaalde periode wordt gereserveerd waarin de reisorganisator er nog op kan terugkomen. Er is ook geen sprake van toepasselijkheid van artikel 4 lid 5 van de ANVR Reisvoorwaarden waarnaar in een mail van 24 oktober 2005 wordt verwezen omdat zich geen verhoging van de reissom voordoet op grond van de twee daaraan voorafgaande leden. Er is sprake van een normale boekingsbevestiging en het is duidelijk geworden door de toelichting van de reisorganisator dat dan echter nog niet is nagezien of de reservering al door een ander is ingevuld. De bevestiging is een automatisch aangemaakt exemplaar, zonder dat al in de daadwerkelijk planningsgegevens inzicht bestaat. Deze wijze van inkleden blijft voor risico en rekening van de reisorganisator waar de reiziger daarvan niet op de hoogte is noch kan zijn en zich moet kunnen richten naar de mededelingen van de reisorganisator zoals die door hem of haar worden ontvangen. De commissie acht het bedrag van € 180,– daarom toewijsbaar nu de reisorganisator kan worden gehouden aan de oorspronkelijk overeengekomen prijs. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De reisorganisator betaalt aan klaagster in totaal een vergoeding van € 180,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 45,– aan klaagster te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 26 april 2006.