Autoreparatie duurt te lang, consument wil contract ontbinden.

De Geschillencommissie




Commissie: Private Lease    Categorie: Beëindiging overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 202281/206364

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een private lease contract dat consument heeft met de ondernemer. Consument heeft een lease op een auto van ondernemer. De auto staat een paar maanden bij een dealer voor reparatie, maar consument vindt dat dit geen redelijke reparatietermijn is. Consument wil een nieuwe auto van de ondernemer of ontbinding van het contract. Ondernemer geeft aan dat er een onderdeel nodig was dat een lange levertijd heeft. Consument heeft de gerepareerde leaseauto weer opgehaald. De commissie oordeelt dat de overeenkomst niet ontbonden kan worden, omdat de leaseauto weer in gebruik is door de consument. Ook geeft de commissie aan dat, hoewel de reparatietermijn lang was, de ondernemer niet verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is ongegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Private Lease (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juni 2023 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door de heren [naam] en [naam].

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Het geschil betreft de duur van een reparatie aan een leaseauto.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Ik heb een private leasecontract bij [naam financieringsbedrijf] sinds 20 oktober 2021. Het leasecontract betreft een [naam auto]. Deze staat sedert 21 november 2022 voor reparatie bij een [naam auto]dealer. Op 1 februari 2023 heeft de consument de ondernemer bericht dat zijns inziens een redelijke reparatietermijn niet meer aan de orde is en de ondernemer verzocht om levering van een andere [naam auto] dan wel te komen tot ontbinding van het huidige contract. De ondernemer is daar niet mee akkoord gegaan. Op 8 februari 2023 was de auto nog steeds niet gerepareerd.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Op 1 februari 2023 is de ondernemer op de hoogte gesteld dat de private leaseauto van de consument sinds 21 november 2022 met een storing bij het autobedrijf staat. Gedurende de periode dat de consument niet over zijn eigen auto kon beschikken heeft hij een vervangende auto tot zijn beschikking gekregen. Omdat de vervangende auto geen elektrische auto betreft, is daarbij aangeboden dat de ondernemer de brandstofkosten van de vervangende auto wil vergoeden op basis van de te overleggen van tankbonnen. De reparatie aan de leaseauto betreft het vervangen van de On Board Charger (OBC) en de Tractiebatterij. De Tractiebatterij bleek nog niet te zijn ontvangen door het autobedrijf. Zodra deze zou zijn ontvangen, kon worden begonnen met de reparatie. Uiteindelijk kon, na ontvangst, de auto worden gerepareerd en is deze door de consument op 27 februari 2023 opgehaald. De geopolitieke situatie is de oorzaak dat de levertijd van onderdelen voor de auto-industrie zeer lang kon oplopen. Dit is zowel voor de importeur als de leasemaatschappij een gegeven welke buiten de invloedsfeer van de ondernemer staat.

Beoordeling van het geschil
Uit hetgeen partijen hebben ingebracht, alsmede is toegelicht ter zitting, stelt de commissie vast dat de ondernemer de communicatie tussen de consument en het autobedrijf heeft vlot getrokken door zelf actief naar de stand van zaken te informeren en de consument te berichten. Daarbij is een vervangende niet elektrische auto aangeboden alsmede vergoeding van de brandstof nu de leaseauto een elektrische auto betreft. De auto is inmiddels gerepareerd en door de consument inmiddels en met genoegen in gebruik genomen, zodat van ontbinding van de overeenkomst geen sprake meer kan zijn. Met de consument is de commissie van oordeel dat de reparatie te lang heeft geduurd. Echter, gelet op de toen spelende geopolitieke omstandigheden kan de ondernemer geen verwijtbaar handelen worden verweten. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Private Lease, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer C.J. Bal, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 6 juni 2023.