Bedragen in bijlage bij offerte hadden in offerte moeten staan

De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Factuur    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 132935/149906

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klacht gaat over de hoogte van de factuur die de notaris gestuurd heeft en de communicatie vanuit de notaris. De in rekening gebrachte kosten kwamen niet overeen met de offerte waarmee akkoord is gegaan. De notaris heeft geen verweer gevoerd en is niet op de zitting verschenen. De commissie verklaart de klacht gegrond. De bedragen hadden in de offerte moeten worden vermeld.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.

Het geschil betreft het handelen van de notaris en de kosten die in rekening zijn gebracht voor de levering van de nieuwe woning van de cliënte.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt puntsgewijs op het volgende neer.

1. Vanaf het begin was de notaris onduidelijk in de communicatie; maakte hij fouten en ging niet in de op klachten daarover.

2. De offerte waarmee akkoord is gegaan bedroeg € 1.132,53 (€ 882,53 voor het opstellen van de aktes en € 250,– voor het opstellen van de koopovereenkomst). Bij de uiteindelijke afrekening bleek het te betalen bedrag flink hoger door allerlei posten die niet eerder genoemd of flink verhoogd waren.

De cliënte voelt zich belazerd. Zij heeft een vervelend gevoel overgehouden aan de gang van zaken. Het pdf-bestand bij de offerte heeft de cliënte pas in december 2020 ontdekt. Zij heeft dit de notaris niet aangerekend hoewel in de offerte niet naar dat bestand werd verwezen. De claim ‘goedkoopste notaris van de regio’ kan de notaris schrappen. Door alle niet vermelde bijkomende kosten klopt dit niet.

Toen de cliënte de afrekening ontving, heeft zij meteen bezwaar gemaakt tegen een aantal posten die volgens de cliënte ten onrechte zijn berekend. Een deel van de kosten heeft de notaris naar de cliënte overgemaakt. De cliënte maakt thans nog bezwaar tegen de volgende in rekening gebrachte kosten: – honorarium werkzaamheden laag tarief overdrachtsbelasting 2x € 95,–; – opslag negatieve rente; – kosten overboeking. De cliënte verlangt een in redelijkheid vast te stellen vergoeding.

Standpunt van de notaris
De notaris heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op de klacht de reageren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de
notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en
redelijk handelende notaris.

De notaris heeft geen verweer gevoerd en is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen. Het door de cliënte verlangde ligt daarom in beginsel voor toewijzing gereed.

De notaris heeft niet gehandeld zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris verwacht mag worden. De commissie overweegt daartoe het volgende.
De door de notaris verstrekte offerte is onduidelijk, want niet volledig. In de offerte wordt niet expliciet verwezen naar de bijlage, hoewel in de bijlage nog bedragen staan vermeld die honorarium betreffen.

Dergelijke bedragen dienen niet in de bijlage maar in de offerte te worden vermeld.

Het is de commissie niet duidelijk waarop een honorarium van € 95,– voor werkzaamheden “laag tarief overdrachtsbelasting” gebaseerd is. De notaris dient aan de cliënte de in rekening gebrachte kosten terug te betalen: 2 x € 95,–.

Voor ‘kosten overboeking’ is een bedrag van in totaal € 49,– in rekening gebracht, terwijl in de offerte een bedrag is genoemd van in totaal € 35,–. Dat betekent dat een prijsstijging van 40% is doorgevoerd. In reactie op de e-mail van de cliënte van 31 januari 2021 heeft de notaris slechts geantwoord dat sprake was van een ‘lichte’ prijsstijging per 1 januari. Zonder nadere toelichting kan een prijsstijging van 40% niet worden geaccepteerd. De commissie brengt het bedrag terug tot het in de offerte genoemde bedrag van € 35,–. De notaris dient een bedrag van € 14,– aan de cliënte terug te betalen.

Voorts heeft de notaris een bedrag van € 26,50 voor “opslag negatieve rente” in rekening gebracht. In
reactie op de e-mail van de cliënte van 31 januari 2021 heeft de notaris geantwoord dat de wijziging in de landelijke negatieve rente op voorhand niet bekend was. Deze reactie is zonder nadere toelichting niet duidelijk ten aanzien van de berekende opslag Het is begrijpelijk dat er negatieve rente verschuldigd is, maar het is de commissie niet duidelijk waar de opslag negatieve rente op is gebaseerd. De notaris dient een bedrag van € 26,50 aan de cliënte terug te betalen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

De notaris zal overeenkomstig het reglement worden veroordeeld in de proceskosten bestaande uit het door klager betaalde klachtengeld van € 52,50. Ook is de notaris op grond van het reglement
behandelingskosten aan de commissie verschuldigd.

Wat partijen verder hebben aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

Verklaart de klacht gegrond.

Veroordeelt de notaris tot betaling aan de cliënte van een bedrag van € 230,50 (€ 190,– + € 14,– +
€ 26,50) te vermeerderen met de daarover verschuldigde BTW, te voldoen binnen twee weken na de
verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de notaris overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de cliënt te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de notaris aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. M. de Waal, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 25 maart 2022.