Bedrijfsmatige verhuur vaartuig. Klager geen consument.

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2010
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT08-0025

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   De bevoegdheid van de commissie in verband met de vraag of klager als consument is aan te merken.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Klager heeft het vaartuig in december 2006 aangeschaft en deze werd in april 2007 geleverd. Klager is eigenaar van de boot. Met [naam andere ondernemer] heeft klager afgesproken dat zij gebruik mogen maken van de boot van klager. [naam andere ondernemer] selecteert een aantal ‘members’, die gebruik mogen maken van het vaartuig van klager en [naam andere ondernemer] zorgt daarbij dat de boot in juiste staat blijft en dat liggeld en verzekeringspenningen worden betaald. Voor het gebruik door de ‘members’ betaalt [naam andere ondernemer] aan klager een vergoeding. Klager is zelf verantwoordelijk voor ‘grote’ veranderingen aan het schip, zoals de zeilen en lieren, voor zover dat geen schade betreft.  Klager heeft aan [naam andere ondernemer] het onderhoud uitbesteed, waardoor hij zich bezig kan houden met zeilen. Daarbij geeft klager een beperkte groep andere zeilers de mogelijkheid gebruik te maken van zijn boot.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer bevestigt dat de koopovereenkomst is gesloten met klager en niet met [naam andere ondernemer].   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Volgens artikel 3 van haar reglement heeft de commissie tot taak geschillen tussen een consument en een ondernemer te beslechten. Als consument wordt volgens artikel 1 aangemerkt een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een bedrijf.   De commissie stelt vast klager gebruik maakt van een juridische constructie die door betrokken partijen “fractional sailing” wordt genoemd. In casu houdt dat in dat klager een nieuwe boot heeft aangeschaft bij de ondernemer en van deze boot eigenaar is geworden, terwijl klager tegelijkertijd met een ander bedrijf, te weten [naam andere ondernemer], heeft afgesproken dat zijn boot ook door andere personen (‘members’) kan worden gebruikt. Voor dat gebruik betaalt [naam andere ondernemer] een vergoeding aan klager.   In het licht van de vraag of klager als consument kan worden aangemerkt, acht de commissie in dit geval van doorslaggevend belang dat klager enig eigenaar van de boot is en dat de inhoudelijke klacht over de boot in kwestie – namelijk het scheefliggen van de boot – inherent is aan het schip en niet beïnvloed wordt door het feit dat er meerdere gebruikers zijn. Op grond daarvan beschouwt de commissie klager als consument. In andere gevallen (bijvoorbeeld bij andere klachten) zou de commissie overigens tot een ander oordeel kunnen komen.   De commissie acht zich zodoende bevoegd het geschil te behandelen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 12 december 2008.