Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg
Categorie: Dienstverlening
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
204235/215015
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënt klaagt in dit geschil over beloftes die de zorgaanbieder gedaan zou hebben. Cliënt heeft zijn klacht bij de klachtencommissie van de zorgaanbieder voorgelegd, maar deze wees de klacht af. Zorgaanbieder zou uitspraken gedaan hebben over de duur en frequentie van de gesprekken tussen primaire behandelaar en cliënt. Deze primaire behandelaar werkt alleen niet meer bij zorgaanbieder. Hierdoor kan deze de belofte niet nakomen. De commissie sluit zich aan bij het oordeel van de klachtencommissie van de zorgaanbieder. Zorgaanbieder heeft zich voldoende ingespannen in het verlenen van zorg aan cliënt. De klacht wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak
In het geschil tussen
de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting MET ggz, gevestigd te Roermond
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 15 september 2023 te Eindhoven.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft het niet nakomen van toezeggingen door de zorgaanbieder en het niet meenemen van bewijsmateriaal bij de beoordeling van de klacht.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De cliënt heeft zich onder behandeling gesteld bij de zorgaanbieder. Op een gegeven moment is hij overgeplaatst naar een ander behandelteam. Ondanks toezeggingen van de zorgaanbieder dat er niets zou wijzigen aan de behandeling, is de duur van de behandeling ingekort en de frequentie van de sessies afgenomen. Bovendien heeft hij tegen de afspraak in een andere behandelaar toegewezen gekregen. De klachtencommissie van de zorgaanbieder heeft de klacht ongegrond verklaard, maar daarbij heeft de zorgaanbieder geen acht geslagen op de geluidsopname van een gesprek, waaruit de gedane toezeggingen blijken. De cliënt verzoekt de commissie om de klacht te beoordelen en daarbij de geluidsopname mee te nemen.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De cliënt is sinds 2002 in behandeling bij de zorgaanbieder. Er zijn diverse reorganisaties geweest en in 2020 is de cliënt vanuit het FACT-team Roermond overgeplaatst naar MCZ Roermond, omdat MCZ meer gespecialiseerd is in zijn problematiek. De cliënt was het niet eens met de overplaatsing en uiteindelijk is afgesproken dat hij wel naar het team MCZ zou gaan, maar dat hij zijn primair behandelaar, de heer [naam], mocht behouden. In de periode daarna is de heer [naam] langdurig uitgevallen vanwege ziekte en daarna gaf hij aan geen patiënten meer te willen begeleiden met de problematiek waarmee de cliënt bekend is. Dit heeft ertoe geleid dat een andere primair behandelaar werd aangesteld, mevrouw [naam]. De cliënt gaf hierna wederom aan terug te willen naar het FACT-team. Ook wil hij graag een mannelijke behandelaar, maar deze zijn er niet. De cliënt wil zich niet onder behandeling stellen binnen de Chronische Basis GGZ. Op verzoek van de cliënt wordt geen behandeling ingezet. De zorgaanbieder heeft zich ingespannen om een passende begeleiding aan de cliënt te bieden. De geboden gesprekken zijn vooral steunend en ventilerend van aard. De frequentie die de zorgaanbieder kan bieden is één keer per twee weken een persoonlijk gesprek van 45-60 minuten en in de tussenliggende weken een telefonische afspraak. Ingeval van crisis kan hij een beroep doen op de bereikbaarheidsdienst van MCZ. Frequentere afspraken zijn niet mogelijk, maar de cliënt kan een Wmo-indicatie aanvragen voor ondersteuning door een ambulant begeleider.
Beoordeling van het geschil
De cliënt klaagt over het niet nakomen van toezeggingen die door de zorgaanbieder zijn gedaan over het behouden van zijn primair behandelaar en de duur en frequentie van de gesprekken. De klacht heeft hij voorgelegd aan de klachtencommissie van de zorgaanbieder, maar die heeft geen acht geslagen op het door de cliënt aangeleverde bewijsmateriaal in de vorm van een geluidsopname van een gesprek met de zorgaanbieder. De commissie leidt uit de omschrijving van de klacht af dat de kern van de klacht is gelegen in het feit dat de klachtencommissie de geluidsopname niet heeft betrokken bij de beoordeling van de klacht.
Ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling van de klacht sluit de commissie zich aan bij het oordeel van de klachtencommissie. De zorgaanbieder heeft de cliënt geïnformeerd over (de redenen van) de wijziging van de zorg. Het feit dat de primair behandelaar zijn taken ten opzichte van de cliënt heeft neergelegd en – zo begrijpt de commissie – inmiddels zelfs in het geheel niet meer werkzaam is bij de zorgaanbieder, ligt buiten de invloedssfeer van de zorgaanbieder. Dat betekent dat de zorgaanbieder, ongeacht een gedane toezegging, feitelijk niet meer aan de wens van de cliënt tegemoet kan komen. De zorgaanbieder heeft zich daarna voldoende ingespannen om passende zorg te leveren die zoveel mogelijk aansluit bij de wensen en de behoeften van de cliënt. De begeleiding die thans aan de cliënt wordt geboden, is het maximaal haalbare binnen de mogelijkheden van de zorgaanbieder.
De commissie heeft kennisgenomen van de transcriptie van de geluidsopname van het gesprek dat op
31 augustus 2020 heeft plaatsgevonden. Aan de hand van deze transcriptie komt de commissie tot de conclusie dat geen sprake is van onzorgvuldig handelen door de zorgaanbieder. De gedane toezegging ziet op het behouden van de primair begeleider, de heer [naam], die zoals gezegd, uit eigen beweging zijn begeleidende taak ten opzichte van de cliënt heeft neergelegd. Deze toezegging kan dan ook feitelijk niet meer door de zorgaanbieder worden nagekomen. Daarnaast ziet de toezegging op het continueren van zorg, waarbij het niet de bedoeling is om een behandeling of begeleiding aan te bieden waar de cliënt niet achter staat. Door de zorgaanbieder wordt echter ook uitdrukkelijk aangegeven dat veranderingen niet altijd te vermijden zijn. Niet gebleken is dat er een harde toezegging is gedaan dat de duur en de frequentie van de begeleiding zoals deze in het FACT-team werd geboden, geheel ongewijzigd zouden worden voortgezet in het team MCZ. Dit leidt ertoe dat de commissie van oordeel is dat de klacht, ook na kennisneming van de transcriptie, ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit
mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. D.J.L. Jonker en de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. N. Graumans, secretaris, op 15 september 2023.