Commissie: Voertuigen
Categorie: Non conformiteit
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
149349/159795
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kocht een auto van de ondernemer. De auto had bekende problemen aan de motor. De ondernemer stelt dat de schade door de consument is veroorzaakt. De schade is immers een gevolg van onvoldoende smering. Tevens is uit het logboek van het voertuig gebleken dat de consument twee keer met een storingsmelding is doorgereden. De commissie heeft een deskundigenonderzoek laten uitvoeren. Met de deskundige is de commissie het eens dat het kortstondig doorrijden met de storingsmelding niet de oorzaak van de motorschade kan zijn. De commissie komt dan ook tot de conclusie dat er sprake is van een motorgebrek die de consument niet had hoeven verwachten. Echter, gelet op de leeftijd en kilometerstand van de auto, acht de commissie het voorstel van de ondernemer alleszins redelijk. De klacht is gegrond, maar de ondernemer hoeft het klachtengeld niet aan de consument te vergoeden.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De commissie heeft een onderzoek laten doen door de heer [DESKUNDIGE], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.
De behandeling van het geschil heeft op 29 juni 2022 te Den Haag plaatsgevonden.
Aan elk van beide partijen is de gelegenheid gegeven om aan de commissie kenbaar te maken of een mondelinge behandeling wenselijk wordt geacht.
Partijen hebben niet meegedeeld dat zij een mondelinge behandeling wenselijk achten.
Partijen zijn daarom niet opgeroepen om ter zitting aanwezig te zijn.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 oktober 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte [AUTOMERK], type [MODEL], tegen een door de consument te betalen prijs van € 16.695,–.
De overeenkomst is op 8 november 2019 uitgevoerd.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft de auto in 2019 gekocht en daarbij een zelfde soort auto ingeruild. Die auto had de bekende en aan de [TYPE] motor inherente problemen.
In december 2020 heeft de consument in het kader van een terugroepactie zijn auto door een merkdealer laten inspecteren. Het betrof een controle van de distributieriem en een software update. Bij de controle zijn geen bijzonderheden gevonden.
Een half jaar later is de auto in storing gevallen. De oorzaak was de verpulvering van de distributieriem en vervuiling van de motor. Op de reparatie wordt geen garantie verleend. Dat is niet correct. Als de distributieriem in 2020 niet in orde was bevonden, was wel 100% garantie verleend.
Op het moment van het defect bedroeg de kilometerstand 170.500 km. De consument had vanaf de aankoop 55.128 km met de auto gereden en na het vervangen van de distributieriem in 2018 was 77.500 km met de auto gereden. De vervangstermijn van de riem is 6 jaar of 100.000 km.
Navraag leerde de consument dat de verkoper verantwoordelijk is voor het herstellen van het defect.
De ondernemer is van mening dat hij niet tot kosteloos herstel hoeft over te gaan. De consument is wel bereid om de kosten van het vervangen van de distributieriem zelf te dragen. Partijen zijn niet tot een oplossing gekomen.
Bij brief van 15 september 2021 is de ondernemer schriftelijk in gebreke gesteld.
De consument verlangt dat de resterende kosten door de ondernemer worden gedragen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft de auto met 6 maanden BOVAG-garantie op 29 oktober 2019 aan de consument verkocht en geleverd. In 2018 was de distributieriem bij een kilometertand van 93.000 km vervangen door een merkdealer. Vanuit de importeur heeft eind 2020 een terugroepactie plaatsgevonden. De consument heeft de auto met een kilometertand van 148.000 km bij de merkdealer gebracht voor de controle. De distributieriem bleek in orde te zijn. De terugroepactie hield verband met het gewijzigde advies van de importeur van het vervangingsinterval. Dat werd gewijzigd van 170.000 km of 10 jaar, naar 100.000 km of 6 jaar. Op 10 juli 2021 is de auto bij een kilometerstand van 170.500 km in storing gevallen en bij de ondernemer aangeboden. De ondernemer stelde vast dat sprake was van een probleem met betrekking tot de distributieriem. Die was te breed en door verpulvering daarvan trad motorvervuiling op. Ook was de oliedruk te laag.
De merkdealer en de importeur bleken niet bereid de consument tegemoet te komen, waarna de ondernemer met de consument in overleg is getreden om tot een oplossing te komen. De consument is niet akkoord gegaan met de voorstellen van de ondernemer. Na de ingebrekestelling van 15 september 2021 heeft de ondernemer de auto nader onderzocht en met een camera in de motor gekeken. Er bleek inderdaad sprake van motorschade in de vorm van grote schuurgroeven op de cilinderwanden. Deze schade, die het gevolg is van onvoldoende smering, is door de consument zelf veroorzaakt. Uit het logboek van de auto bleek dat de consument twee keer met een storingsmelding op het dashboard is doorgereden. De eerste keer heeft de consument 21 km met de auto doorgereden, de tweede keer 7 km.
Hoewel de ondernemer van mening is dat hij niet op grond van non-conformiteit door de consument kan worden aangesproken, is hij de consument tegemoet gekomen om tegen een gereduceerd tarief zowel de motor als de distributieriem te vervangen en rekening houdend met de omstandigheid dat de consument twee maanden lang de beschikking had over een leenauto. Het aanbod hield een door de consument bij te betalen bedrag van € 2.650,– in.
De consument heeft een op het display een oranje service lampje zien branden met de melding motorstoring, “laat de auto repareren” en een afbeelding van een motorblok. Het oranje service lampje blijft branden.
Naar de mening van de ondernemer is geen sprake van non-conformiteit. Het mankement is ruim 1,5 jaar na de aflevering opgetreden. Mogelijk heeft de merkdealer de distributieriem in 2020 onjuist beoordeeld of was het advies van de importeur om het interval te verlagen niet juist. Dit zijn omstandigheden die zich na de aflevering hebben voorgedaan zodat van non-conformiteit geen sprake kan zijn.
Naar aanleiding van het rapport van de deskundige merkt de ondernemer het volgende op.
De deskundige toonde zich op voorhand al negatief en bevooroordeeld over het betreffende type motor. Het rapport is dan ook niet objectief te noemen. De ondernemer is het niet eens dat sprake is geweest van een latent aanwezig gebrek en dat het kortstondig rijden met een te lage oliedruk de opgetreden schade niet heeft veroorzaakt. Van een eerder smeringsprobleem is volgens de ondernemer geen sprake geweest. De ondernemer blijft erbij dat de motorschade door de consument zelf is veroorzaakt. De conclusie van de deskundige dat een dergelijk gebrek niet behoeft te worden verwacht bij een product dat aan redelijk te stellen eisen voldoet is een juridische conclusie die niet door een deskundige kan en mag worden getrokken.
Van non-conformiteit is geen sprake nu het gaat om een gebruikte auto met een kilometerstand van 170.000 km. Van een dergelijke auto mag niet worden verwacht dat deze geen gebreken vertoont. Een slijtageprobleem zoals vastgesteld is door de deskundige levert geen non-conformiteit op. De consument dient zich te wenden tot de importeur en/of de merkdealer die de auto in 2020 heeft onderzocht.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport het volgende vastgesteld.
Vaktechnisch oordeel over de klachten
Onderzoek: en we niet met garage Lavrijsen tot een overeenkomst komen hebben we besloten deze stap te zetten. De deskundige heeft, na kennis te hebben genomen van de beschikbare stukken, partijen op 21 april 2022 uitgenodigd voor het uitvoeren van het onderzoek.
Bevindingen
De deskundige heeft bij het onderzoek het volgende vastgesteld: De afgelezen tellerstand is 170.200 kilometer De koopovereenkomst d.d. 29-10-2019 vermeldt een tellerstand bij levering van 115.372 kilometer, daarom is er vanaf de aankoop 54.828 kilometer met de auto gereden. De distributieriem vertoont aan de rugzijde craquelé vorming. Volgens voorschrift van [AUTOMERK] is de breedte van de riem met een kaliber gecontroleerd, deze blijkt te breed te zijn geworden. Aan de oliedrukregelplunjer is nagenoeg geen vervuiling vast gesteld. Ook is er met een endoscoop het inwendige van de cilinders gecontroleerd, daarbij is vastgesteld dat het hoonpatroon aan de drukzijde plaatselijk is verdwenen, aldaar zijn aanloopplekken waarneembaar. Er zijn verticale krassen in de cilinderwand aanwezig.
Overwegingen/conclusie
Het verdwenen hoonpatroon aan één zijde van de cilinders, de aanloopplekken en krassen zijn kenmerken van een gebrekkige smering. Uit de aard en de omvang van de schade valt af te leiden dat er sprake is geweest van een langdurig proces. Kortstondig rijden met een te
lage oliedruk leidt hier niet toe. Volgens de onderhouds-,werkplaatshistorie blijkt er al voor de aankoop in 2019 een oliedruk, smeerprobleem te zijn geweest. Vanuit de praktijk is algemeen bekend dat dit type motor problemen kent met de oliedruk, met de smering. De fabrikant heeft er bij het ontwerp voor gekozen om de distributieriem te smeren met de motorolie. De olie tast echter de distributieriem aan
waardoor deeltjes afbrokkelen en vezels door de olie worden meegevoerd. Daardoor vervuild de motor inwendig waaronder delen zoals oliedrukregelklep en elektrokleppen van de nokkenasverstelling. De olieaanzuigzeef raakt verstopt, het gevolg daarvan is problemen met de oliedruk en smering. De distributieriem is te breed geworden en vertoont craquelé -vorming ten teken dat deze door de olie is aangetast en al na ca. 77.000 km vervangen dient te worden. Gesteld kan worden dat er al een latent aanwezig gebrek aanwezig was ten tijde van de aankoop in 2019. Een dergelijk gebrek hoeft men niet te verwachten van een product welk aan redelijk te stellen eisen voldoet.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het onderhavige geschil klaagt de consument over een motorprobleem waardoor de auto in storing is geraakt. Bij een eerste onderzoek bleek dat de distributieriem te breed was en dat verpulvering daarvan was opgetreden, met motorvervuiling tot gevolg. Bij een nader onderzoek bleek sprake van motorschade als gevolg van onvoldoende smering van de motor. Partijen twisten vervolgens over de vraag of de motorschade het gevolg is van een latent gebrek dan wel is opgetreden als gevolg van het kortstondig doorrijden met een brandend storingslampje door de consument.
Met de deskundige is de commissie van oordeel dat het enkele kortstondig doorrijden met een brandend storingslampje de geconstateerde en ook door de ondernemer erkende motorschade niet heeft veroorzaakt. In de eerste plaats duidt het gaan branden van het storingslampje op een reeds bestaand gebrek/probleem en in de tweede plaats was slechts sprake van een oranje lampje dat niet aangaf dat de auto onmiddellijk moest worden stilgezet. Ook duidt de aard en de omvang op een reeds langer bestaand slijtage proces en de consument heeft na de melding niet veel kilometer gereden.
Hoewel het juist is dat het niet aan een deskundige is om de vraag naar de conformiteit te beoordelen, staat het de deskundige vanzelfsprekend vrij om een oordeel uit te spreken over de kwaliteit van de motor en de oorzaak van het opgetreden gebrek. Het is juist de taak van de deskundige om de commissie aldus voor te lichten. Van een niet objectief rapport of van een bevooroordeelde deskundige is dan ook volgens de commissie geen sprake.
Uit de bevindingen van de deskundige blijkt voorts dat sprake is geweest van een langdurig slijtageproces, het voortijdig in 2018 vervangen van de distributieriem wijst ook daarop. De conclusie is dan ook dat sprake is van voortijdige en niet in redelijkheid te verwachten slijtage en daardoor opgetreden motorschade.
In zoverre is de klacht van de consument dan ook gegrond. Dit neemt echter niet weg dat sprake is van een wat oudere auto met een hoge kilometerstand. Daarbij dient ook te worden bedacht dat de consument door het vervangen van de motor en de distributieriem in een financieel betere situatie zou geraken dan het geval zou zijn als het gebrek zich niet had voorgedaan.
Dit alles afwegende komt de commissie tot het oordeel dat de klacht van de consument weliswaar gegrond is, maar dat het voorstel van de ondernemer om voor een bedrag van € 2.650,– zowel de motor als de distributieriem te vervangen alleszins redelijk is en overeenstemt met de beslissing die de commissie zou hebben genomen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 21 lid 1 onder b van het reglement is de ondernemer in dit geval niet gehouden het klachtengeld te vergoeden en evenmin gehouden tot een bijdrage in de behandelingskosten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer voert desgewenst door de consument de volgende werkzaamheden uit:
– Vervanging van de motor;
– Vervanging van de distributieriem,
en brengt daarvoor een bedrag van € 2.650,– inclusief BTW aan de consument in rekening.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. M. Nieuwenhuijs en A. Vis, leden, op 29 juni 2022.