Commissie: Water
Categorie: Tariefbepalingen
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
40640
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft een door de ondernemer ingevoerde tariefswijziging voor de levering van drinkwater. De consument heeft op 20 december 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft het tarief met terugwerkende kracht verhoogd. Wij menen dat een tariefswijziging pas na bekendmaking daarvan van kracht kan worden. In ons geval was dat 10 oktober 2009. Op die datum ontvingen wij een brief van de ondernemer, gedateerd 8 oktober 2009, waarin werd meegedeeld dat hij per 1 januari 2007 een nieuwe tariefstructuur had ingevoerd, met voor bewoners van woningcomplexen, zoals het onze, aanzienlijke financiële gevolgen. Daarbij werd tevens meegedeeld dat als gevolg van een gebrek in de administratie van de ondernemer wij niet, zoals anderen kennelijk wel, tijdig in 2006 over de aanstaande tariefswijziging waren geïnformeerd. Niettemin kondigde de ondernemer aan dat hij het nieuwe tarief met terugwerkende kracht ook voor ons zou toepassen, weliswaar niet vanaf 1 januari 2007, maar “vanaf de laatste door u ontvangen jaarafrekening” (welke datum dat precies is was niet duidelijk). De laatste jaarafrekening had betrekking op 2008 en was gedateerd 10 februari 2009. Op grond daarvan moesten wij € 487,81 bijbetalen. Op 20 oktober 2009 ontvingen wij echter opnieuw een afrekening met betrekking tot 2008, op grond waarvan nog eens € 1.550,96 moest worden bijbetaald. Wij hebben hiertegen geprotesteerd, maar de ondernemer heeft ons bezwaar van de hand gewezen, zonder in te gaan op de inhoud daarvan. In artikel 24 van de algemene voorwaarden wordt bepaald dat een tariefswijziging niet eerder van kracht wordt dan tien dagen nadat de klant daarover is geïnformeerd. Het is een goed gebruik dat een wijziging ingaat op de eerste dag van een kalendermaand. In ons geval zou dat 1 november 2009 zijn. In elk geval kan de ingangsdatum niet eerder liggen dan 20 oktober 2009, tien dagen na de ontvangst van de brief van de ondernemer d.d. 8 oktober 2010. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer doet een beroep op een advertentie die hij heeft geplaatst in enkele regionale dag- en weekbladen. Wij vinden die wijze van publicatie om twee redenen onvoldoende. De eerste reden is dat de inhoud daarvan uiterst summier is in verhouding tot die van de brief die de ondernemer in 2006 aan bepaalde klanten heeft gestuurd, waarvan de ondernemer heeft toegegeven dat die brief niet aan ons is gestuurd. De tweede reden is dat de inhoud van de advertentie misleidend is voor afnemers zoals wij, omdat daarin wordt gesteld dat de meeste afnemers door de nieuwe tariefstructuur erop vooruitgaan, terwijl nu juist voor ons de wijziging zeer nadelig is. Weliswaar wordt in de advertentie verwezen naar de vindplaats van de nieuwe tariefstructuur via internet, maar de positieve inhoud van de advertentie stimuleert niet om van de nieuwe tariefstructuur in detail kennis te nemen. De reden waarom het nieuwe tarief voor ons extra ongunstig uitpakt is niet zozeer dat de verhouding tussen de leveringskosten en het vastrecht is gewijzigd, maar dat het vastrecht, in tegenstelling tot voorheen, voor elke aansluiting afzonderlijk in rekening gebracht wordt, zodat het vastrecht bij ons een optelsom is geworden van het vastrecht van alle individuele aansluitingen in ons appartementencomplex. Wij maken tegen de wijziging in de tariefstructuur op zich geen bezwaar, omdat wij de motieven die de ondernemer daarvoor heeft wel begrijpen. Ons bezwaar richt zich alleen tegen de ingangsdatum. De consument verlangt dat de ondernemer de afrekeningen herziet aldus dat tot 1 november 2009, althans tot 20 oktober 2009, wordt afgerekend tegen het oude tarief en vanaf 1 november 2009, althans vanaf 20 oktober 2009, tegen het nieuwe tarief. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Naast de publicaties in de verschillende regionale dag- en weekbladen, hebben wij reeds in november 2006 ook per brief grootverbruikers, woningbouwbedrijven, andere verhuurders en verenigingen van eigenaren geïnformeerd over de nieuwe tariefstructuur. De consument heeft die brief onverhoopt niet mogen ontvangen. Publicatie heeft echter conform artikel 24 van de toen en nu geldende Algemene Voorwaarden Drinkwater plaatsgevonden. De wijziging is hiermee tijdig en juist aangekondigd, zodat de nieuwe tariefstructuur voor een ieder per 1 januari 2007 van kracht is geworden. De genoemde algemene voorwaarden zijn in overleg met de Consumentenbond tot stand gekomen en derhalve kan de in die voorwaarden geregelde wijze van bekendmaking van tariefswijzigingen niet als onredelijk worden beschouwd. Wij hadden het nieuwe tarief voor de consument dus met ingang van 1 januari 2007 kunnen toepassen. Uit coulance hebben wij het gewijzigde tarief voor de consument laten ingaan op 1 februari 2008, zijnde de begindatum van de periode waarop de laatste jaarafrekening voorafgaande aan onze brief aan de consument d.d. 8 oktober 2009 betrekking heeft. De onduidelijkheid over de juiste begindatum hebben wij weggenomen. De consument is dus ruimschoots tegemoetgekomen in zijn bezwaar, ongeacht de vraag of dit gegrond is. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Volgens artikel 24, lid 1 van de Algemene Voorwaarden Drinkwater, waarvan de consument de toepasselijkheid niet heeft betwist, treden wijzigingen van de tariefregeling/-verordening in werking tien dagen na de dag waarop de wijzigingen bekend zijn gemaakt, tenzij in de bekendmaking een latere datum van in werking treden is vermeld. Volgens artikel 24, lid 2 geldt als bekendmaking een kennisgeving, geplaatst in een of meer dag- of weekbladen die in het gebied waarin het bedrijf drinkwater levert verspreid worden, dat de voorwaarden, voorschriften en regelingen zijn gewijzigd, bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te [plaatsnaam] zijn gedeponeerd en bij het bedrijf ter inzage liggen en aldaar kosteloos verkrijgbaar zijn. De vraag die in dit geschil moet worden beantwoord is of de per 1 januari 2007 ingevoerde wijziging in de tariefstructuur ten opzichte van de consument tijdig en naar aard en inhoud voldoende duidelijk kenbaar is gemaakt. De commissie is van oordeel dat dit niet het geval is. De ondernemer heeft erkend dat de consument de brief d.d. 24 november 2006, die de ondernemer heeft gestuurd aan een categorie van afnemers waartoe ook de consument behoort, niet heeft ontvangen. Een kopie van de tekst van die brief bevindt zich bij de stukken van het geschil. In die brief worden de belanghebbenden uitvoerig geïnformeerd over de wijziging van de tariefstructuur en de specifieke consequenties die deze voor organisaties zoals die van de consument tot gevolg heeft. Het belangrijkste onderdeel van de wijziging is dat het vastrecht voor collectieve aansluitingen als volgt wordt berekend: Aantal verbruiksadressen dat de collectieve watermeter van drinkwater voorziet maal het vastrecht voor een basisaansluiting en – indien van toepassing – de bijdrage precario. Vervolgens wordt ingegaan op de betekenis van deze wijziging voor de jaarafrekening van de collectieve afnemer en wordt een gewenningkorting verleend voor de jaren 2007 en 2008, welke nader wordt gespecificeerd. De ondernemer heeft het vanwege de specifieke gevolgen die de wijziging in de tariefstructuur heeft voor collectieve afnemers zoals de consument kennelijk noodzakelijk gevonden die collectieve afnemers daarover afzonderlijk gedetailleerd te informeren. Een advertentie in een of meer dag- of weekbladen, die volgens artikel 24 van de algemene voorwaarden op zich voldoende is, zou dan ook naar het oordeel van de commissie slechts dan als een volwaardig remplaçant kunnen dienen van de genoemde brief, indien die advertentie dezelfde informatie bevat als de brief. Dat is echter niet het geval. De advertentie is in algemene bewoordingen gesteld, is kennelijk bedoeld voor de individuele afnemer en wijst niet op de nadelen voor collectieve gebruikers, welke nadelen aanzienlijk kunnen zijn. Het feit dat in de advertentie een verwijzing staat naar de vindplaats van de tekst van de tariefstructuurwijziging doet hieraan niet af omdat de tekst van de advertentie niet duidelijk maakt dat (bepaalde categorieën) afnemers er verstandig aan doen de gewijzigde tariefstructuur in detail te raadplegen. De commissie komt tot de slotsom dat de berichtgeving over de wijziging van de tariefstructuur ten opzichte van de consument ontoereikend is geweest. Pas bij de brief van de ondernemer aan de consument d.d. 8 oktober 2009, waarin is meegedeeld dat gebleken is dat aan een aantal afnemers de brief van 24 november 2006 niet is verzonden, is de consument op de hoogte gesteld van de aard en de ingangsdatum van de tariefswijziging. Daarbij speelt ook een rol het feit dat de ondernemer niet alleen heeft verzuimd aan de consument een exemplaar van de brief d.d. 24 november 2006 te sturen, maar ook heeft nagelaten het nieuwe tarief direct met ingang van 1 januari 2007 ten opzichte van de consument toe te passen, waardoor het probleem in een veel eerder stadium onderkend zou zijn. Terecht stelt de consument zich dan ook op het standpunt dat voor haar de tariefswijziging ingevolge het bepaalde in artikel 24, lid 1 van de algemene voorwaarden pas op 20 oktober 2009 kan ingaan. De consument heeft nog melding gemaakt van een gebruik dat tariefswijzigingen ingaan op de eerste dag van een kalendermaand. Voor zover een dergelijk gebruik al mocht bestaan is het voor de commissie niet komen vast te staan dat dit gebruik bestaat in de kring van leveranciers van drinkwater en hun afnemers, op grond waarvan zou mogen worden afgeweken van de letterlijke tekst van de desbetreffende bepaling in de algemene voorwaarden. De commissie zal dus als datum van ingang van de nieuwe tariefstructuur 20 oktober 2009 aanhouden. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer herziet de afrekeningen van het aan de consument geleverd drinkwater in de jaren 2008 en 2009 aldus dat tot 20 oktober 2009 wordt afgerekend tegen het oude tarief en vanaf 20 oktober 2009 tegen het nieuwe tarief. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 9 november 2010.