Bekendmaking voor inwerkintreding strijdig met algemene voorwaarden

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Tariefbepalingen    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 41388

De uitspraak:

Behandeling van het geschil   De Geschillencommissie Energie en Water (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 29 november 2010 de eindbeslissing aangehouden. De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.   De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken, waaronder een brief van de ondernemer d.d. 27 januari 2011 met bijlagen en brieven van de consument d.d. 7 januari 2011 met bijlagen en 1 februari 2011.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft kopieën van stukken overgelegd die hij voor en na het aangaan van de overeenkomst met de ondernemer heeft ontvangen, te weten: brochure over de overstapservice van de ondernemer, een bevestiging aanmelding, een bevestiging levering, een brief d.d. 28 januari 2010 waarin de ondernemer onder meer melding maakt van de wijziging van de gastarieven per 1 januari en 1 juli van een kalenderjaar en een overzicht van het bijzondere kortingstarief voor gas dat met de consument is overeengekomen, zijnde € 0,30228 per m³ all in. In zijn brief d.d. 1 februari 2011 neemt de consument het standpunt in dat de commissie geen acht mag slaan op de door de door de ondernemer verstrekte gegevens, omdat deze zijn verstrekt na het verstrijken van de door de commissie in het tussenadvies genoemde termijn van twee weken na de verzenddatum van het tussenadvies. Voorts brengt de consument, kort samengevat, naar voren dat de door de ondernemer overgelegde stukken, die hij niet alle kent, geen duidelijke informatie bevatten op grond waarvan de consument ten tijde van het sluiten van de leveringsovereenkomst erop verdacht had moeten zijn dat het overeengekomen tarief voor gas per 1 januari 2010 drastisch zou kunnen worden verhoogd.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft de volgende stukken in kopie overgelegd: bevestiging aanmelding, een printuitdraai van informatie die de vergelijkingssites geven voordat een contract wordt afgesloten en printuitdraaien van de desbetreffende vergelijkingssite waarop informatie wordt verstrekt met betrekking tot de contractsvormen. Op grond van deze stukken is de ondernemer van mening dat de consument redelijkerwijs moet hebben begrepen dat het starttarief een bijzonder laag tarief was en dat per 1 januari 2010 een ander tarief zou kunnen gaan gelden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie verwerpt het standpunt van de consument dat de door de ondernemer overgelegde stukken niet in de beoordeling mogen worden betrokken omdat deze zijn overgelegd na het verstrijken van de door de commissie in het tussenadvies gestelde termijn. De commissie zou die stukken uitsluitend buiten de beoordeling kunnen houden, indien de in het tussenadvies gestelde termijn als fataal zou zijn aangemerkt. Dat is niet het geval, zodat de commissie de door de ondernemer overgelegde stukken bij de beoordeling van het geschil zal betrekken. In het tussenadvies is de eis gesteld dat de aan de consument ten tijde van het aangaan van de overeenkomst ter beschikking staande informatie van dien aard moet zijn geweest dat de consument begreep, althans redelijkerwijs had moeten begrijpen, dat het starttarief een bijzonder laag tarief was en dat per 1 januari 2010 een ander tarief zou kunnen gaan gelden. Aan die eis voldoen de door de ondernemer overgelegde stukken niet. In de “Bevestiging aanmelding” is uitsluitend vermeld dat een contract is afgesloten voor een jaar tegen een vast tarief voor elektriciteit en een variabel tarief voor gas. Hoe vaak en per welke data het tarief voor gas aan wijziging onderhevig is en wat de aard van die wijziging is wordt niet vermeld. De consument heeft overigens laten blijken dat hij wel wist dat het tarief voor gas eens per half jaar zou worden aangepast, maar dat hij hieruit begreep dat de aanpassing verband hield met een wijziging van de olieprijs. De overgelegde printuitdraai, afkomstig van de website [websitevermelding waar energieprijzen te vinden zijn], houdt niet meer in dan een vergelijking tussen de totale leveringskosten over een jaar tussen de ondernemer en het “referentieproduct” op het adres van de consument van een andere leverancier, overigens met vermelding van een laatste prijswijziging per 7 januari 2010, wat betekent dat deze informatie nog niet beschikbaar was ten tijde van het aangaan van de overeenkomst tussen partijen in oktober 2009. Hetzelfde geldt voor de printuitdraai, afkomstig van dezelfde website, met betrekking tot de contractvoorwaarden. Deze uitdraai is gedateerd 3 mei 2010 en kon dus evenmin in oktober 2009 bekend zijn. Ten aanzien van het variabele gastarief wordt hierin vermeld dat tot 1 juli 2010 een actietarief geldt met 10 cent inclusief BTW korting op de huidige reguliere gasprijs van de ondernemer en dat daarna tot 31 december 2010 die korting 8 cent zal bedragen. Deze informatie is dus volstrekt irrelevant voor de situatie ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. De printuitdraai getiteld “Details over energieleverancier en tarieven per product” houdt ten aanzien van het actietarief voor gas niet meer in dan dat dit product een laag instaptarief kent en dat de tarieven meestal per 1 juli worden aangepast, wat significante invloed kan hebben op de kosten per jaar. Ook dit stuk, gesteld dat dit ten tijde van het aangaan van de overeenkomst ter beschikking van de consument stond, wat niet zeker is, bevat geen zodanige informatie dat de consument rekening kon houden met een drastische verhoging van het tarief per 1 januari 2010.   In de overgelegde productvoorwaarden (de ondernemer heeft een beter leesbaar exemplaar overgelegd) is niets te vinden over de aanpassing van een speciaal actietarief, noch in de Algemene Voorwaarden waarnaar in de productvoorwaarden wordt verwezen. In de – door de consument overgelegde – brief van de ondernemer d.d. 28 januari 2010 wordt vermeld dat het gastarief behorende bij het energiecontract van de consument variabel is en normaliter per 1 januari en 1 juli van een kalenderjaar wordt gewijzigd. Daargelaten dat deze mededeling moeilijk kan worden opgevat als een concrete tariefswijziging per 1 januari 2010, is deze te laat gedaan, namelijk op een tijdstip nadat de tariefswijziging al was ingegaan, wat in strijd is met artikel 19, lid 1 van de toepasselijke Algemene voorwaarden, dat voorschrijft dat tariefswijzigingen uiterlijk op de dag van ingang bekend moeten worden gemaakt. De overige door partijen overgelegde stukken bevatten geen relevante informatie met betrekking tot tariefswijzigingen, noch per 1 januari, noch per 1 juli 2010. De commissie komt tot de slotsom dat ten tijde van het aangaan van de leveringsovereenkomst tussen partijen geen informatie ter beschikking van de consument stond waaruit deze heeft afgeleid of redelijkerwijs heeft moeten afleiden dat het overeengekomen actietarief voor gas per 1 januari 2010 drastisch zou (kunnen) stijgen, terwijl over een concrete aanpassing van het tarief per 1 juli 2010 in het geheel geen informatie voorhanden is. Dat betekent dat de ondernemer voor het gedurende de looptijd van de overeenkomst (van 2 oktober 2009, de begindatum van de levering, tot en met 1 oktober 2010) geleverde gas het overeengekomen actietarief dient te hanteren.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer brengt voor het aan de consument geleverde gas over de periode van 2 oktober 2009 tot en met 1 oktober 2010 het in september 2009 overeengekomen actietarief in rekening en crediteert de consument voor hetgeen hij over die periode te veel in rekening heeft gebracht. Terugbetaling van hetgeen de consument te veel mocht hebben betaald dient te geschieden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 20 mei 2011.