
Commissie: Voertuigen
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
41199
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 23 mei 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, [merk en type], datum eerste toelating maart 2002, kilometerstand 105.372 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 9.161,10 exclusief BTW, inclusief kosten rijklaar maken. De levering vond plaats op of omstreeks 30 mei 2008. De consument heeft op 11 januari 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Bij aankoop is overeengekomen dat de ondernemer de distributieriem zou vervangen. Dat heeft hij niet gedaan. Bij aflevering heeft de ondernemer medegedeeld dat de riem al in juli 2007 bij een kilometerstand van 97.500 was vervangen. In januari 2010 is de distributieriem gebroken bij een kilometerstand van 143.800. Omdat dit bij de koop ter sprake is gekomen, had de ondernemer het zekere voor het onzekere moeten nemen en voor aflevering de riem en de spanrollen moeten vervangen. Nu dat niet is gebeurd, houdt de consument de ondernemer aansprakelijk voor de motorschade die door het breken van de riem is ontstaan. Die is door een expert vastgesteld op € 3.050,15. De kosten van het onderzoek van de expert bedroegen € 459,35. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Na twee jaar en 40.000 kilometer wil de ondernemer geen aansprakelijkheid meer accepteren voor de gevolgen van het breken van de distributieriem. De auto is niet bij hem in onderhoud geweest en over de oorzaak van het breken van de riem is de ondernemer niets bekend. Beoordeling van de bevoegdheid De commissie heeft het volgende overwogen. In de laatste alinea van de e-mail van de consument aan de ondernemer van 14 januari 2010 dringt de consument aan op een snelle afwikkeling van de klacht, omdat hij de auto nodig heeft om zijn brood te verdienen. De vraag doet zich in dat geval voor of hier nog sprake is van een consumentenkoop, of dat sprake is van een zakelijk gereden auto. De commissie is slechts bevoegd om geschillen te behandelen tussen ondernemers en consumenten. Het Reglement Geschillencommissie Voertuigen definieert het begrip “consument” als volgt: de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De commissie is van oordeel dat voor het antwoord op de vraag of een wederpartij van een ondernemer bij het aangaan van een overeenkomst heeft gehandeld voor zichzelf privé, dan wel als vertegenwoordiger van een bedrijf of onderneming bepalend is hetgeen partijen dienaangaande over en weer redelijkerwijs aan hun wederzijdse wensen en uitlatingen mochten afleiden. Bij aankoop van een auto zullen in dat verband omstandigheden van belang zijn als (onder meer) de tenaamstelling van een koopovereenkomst en het kentekenbewijs, de uitrusting van een auto, het soort kenteken dat daarvoor is afgegeven en afspraken die zijn gemaakt omtrent facturering in verband met een mogelijke BTW-aftrek. In die gevallen waarin niet blijkt dat een wederpartij van een ondernemer de overeenkomst beroeps- of bedrijfsmatig aangaat en een ondernemer zulks ook niet direct hoeft te vermoeden op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden, dient te worden aangenomen dat die wederpartij optreedt als consument in de zin van het Reglement Geschillencommissie Voertuigen, omdat uit het indienen van een klacht bij de Geschillencommissie impliciet voortvloeit dat de wederpartij van de ondernemer het standpunt inneemt “consument” te zijn. Dat in de onderhavige zaak de wederpartij van de ondernemer geen consument zou zijn is niet evident. Evenmin is in deze zaak door de ondernemer aangevoerd dat hij dat niet zou zijn of is anderszins de bevoegdheid van de commissie aangevochten. In dat geval dient de wederpartij van de ondernemer als consument te worden beschouwd. Dat betekent dat de commissie zich bevoegd acht tot oordelen en dus als volgt zal beslissen. Beslissing De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 3 december 2010.