Beperking BOVAG garantie onder omstandigheden toegestaan (2)

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE07-0044

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een op 21 augustus 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte Opel Zafira 1.8 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 12.300,–. De levering heeft op 31 augustus 2006 plaatsgevonden.   De consument heeft omstreeks medio november 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Tijdens de garantieperiode is de consument een aantal malen bij de ondernemer geweest om diverse werkzaamheden te laten uitvoeren.   Op een gegeven ogenblik ging de waterpomp kapot. De auto werd voor de derde maal op de boot gezet. Ondanks de BOVAG-garantie bracht de ondernemer voor het vervangen van de waterpomp een bedrag van € 122,72 in rekening, zijnde de helft van de kosten van de reparatie. De ondernemer stelde zich op het standpunt dat er slechts een garantie van drie maanden en voor 50% van de kosten was overeengekomen.   In de werkplaats hingen wel diverse borden met daarop de tekst drie maanden BOVAG-garantie 50%. Op de factuur stond garantie 3 maanden 50%. Op de factuur stond ook vermeld dat leveringen volgens de BOVAG-voorwaarden geschieden. Navraag bij de BOVAG leerde de consument dat de standaard BOVAG-garantie zes maanden 100% is.   De door de ondernemer gegeven garantie is in strijd met de BOVAG-voorwaarden waaraan de ondernemer zich heeft verbonden. De consument stelt zich op het standpunt dat hij erop mocht vertrouwen dat de ondernemer conform de BOVAG-voorwaarden zou handelen en voor garantiewerkzaamheden geen kosten in rekening zou brengen.   Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.   Alle klachten zijn inmiddels verholpen. Hij is na de aflevering vijfmaal bij de ondernemer geweest. De ondernemer heeft eenmaal de kosten van de boot betaald. Hij beperkt zijn vordering tot het ten onrechte door de ondernemer aan hem in rekening gebrachte bedrag van € 122,72 en het door hem betaalde klachtgeld.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Alle klachten zijn door de ondernemer verholpen. De consument heeft zelfs zijn tevredenheid daarover aan hem kenbaar gemaakt.   In de showroom van de ondernemer hangen duidelijke grote borden met betrekking tot onze levererings- en garantievoorwaarden. Een medewerker van de ondernemer heeft de consument geïnformeerd over deze zaken en de consument is daarmee akkoord gegaan.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie stelt voorop dat het ingevolge artikel 15 van de BOVAG-voorwaarden is toegestaan dat de ondernemer geen of minder garantie verleend dan de gebruikelijke zes maanden BOVAG-garantie, mits de consument daarvan uitdrukkelijk en schriftelijk afziet.   Naar het oordeel van de commissie kan niet gezegd worden dat door het ophangen van borden in het bedrijf van de ondernemer en het vervolgens vermelden van de zinsnede 3 maanden BOVAG-garantie 50% op de factuur van 31 augustus 2006 en op de onderliggende koopovereenkomst van 21 augustus 2006 de koper uitdrukkelijk schriftelijk heeft verklaard van BOVAG-garantie af te zien.   Het is ook op andere wijze niet aannemelijk geworden dat partijen over deze kwestie hebben gesproken en dat de consument in ruil voor het doen van afstand van zijn recht op volledige BOVAG- garantie een prijs-of ander voordeel heeft weten te bedingen.   Aldus heeft de consument een aanspraak op de gebruikelijke BOVAG-garantie en stond het de dat ondernemer niet vrij de consument voor de onder garantie uitgevoerde reparatie van de waterpomp een bedrag van 50% van de kosten in rekening te brengen.   De commissie zal de ondernemer dan ook veroordelen tot terugbetaling van dat bedrag aan de consument.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 122,72,–. Betaling dient plaats te vinden binnen twee weken na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 22 maart 2007.