![De Geschillencommissie](/wp-content/uploads/2019/02/logo-gsc.png)
Commissie: Wonen
Categorie: Faillissement/surseance van betaling/bedrijfsbeëindiging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
68971
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 juni 2011 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en leggen van een natuurgrindvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.499,–. De levering vond plaats op of omstreeks 15 juli 2011. Het geschil betreft de vraag of de vloer voldoet aan de eisen, die de consument daaraan mag stellen. De consument heeft in januari 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De natuurstenen vloer laat los van de ondervloer. Deze is door de ondernemer tevoren als voldoende beoordeeld. De ondernemer heeft toezeggingen gedaan om de vloer te vervangen, maar vervolgens niets meer laten horen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De vloer is erg slecht aangebracht, waardoor deze op steeds meer plaatsen loslaat. De ondernemer heeft dat erkend en toegezegd de vloer te vervangen. De consument heeft telkens getracht met de ondernemer in contact te komen, wat niet gelukt is. Vervolgens is de ondernemer failliet gegaan. De consument verlangt vergoeding van de kosten om de vloer door een derde te laten vervangen, alsmede vergoeding van de kosten verbonden aan de opslag van meubels tijdens het werk. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. De grindvloer is onderzocht. Plaatselijk wordt een holle klank waargenomen waaraan een losliggende grindvloer kan worden herkend. Plaatselijk wordt ook scheurvorming in de grindvloer waargenomen. Hier is geen duidelijk herkenbare holle klank. De hechting is toch “verdacht”. Door consument is een vrijwaringsverklaring getekend voor het bepalen van de hechttreksterkte van de grindvloer; respectievelijk controle van de hechting van de dekvloer. Plaatselijk is de nog hechtende grindvloer met een kernboor ingeboord. Bij het boren kwam de grindvloer spontaan los. Dat duidt op een minimale hechting. Na het aanbrengen van de grindvloer zijn een aantal wanden betegeld en met stuc afgewerkt. Bij het verwijderen van de grindvloer is daardoor het risico aanwezig dat deze afwerkingen beschadigd raken. Met het in gebruik nemen van de vloer zijn veel meubels geplaatst. De kamer dient bij herstel van de vloer te worden uitgeruimd. De meubels dienen tijdelijk te worden opgeslagen. De keuken dient aan de linkerkant gedeeltelijk te worden gedemonteerd omdat het werkblad op de vloer is geplaatst. Door de aanwezigheid van de seal laag is herstel van de vloer zonder sloop niet mogelijk. Er kan geen bindmiddel meer worden aangebracht om de vloer te verlijmen omdat dit bindmiddel niet meer door de seal laag kan dringen. De grindvloer dient te worden verwijderd waarbij geen sloophamertjes kunnen worden gebruikt maar sanering dient te geschieden met wat men noemt “halve slag” licht gewicht hamertjes waarbij de wanden en de cement dekvloer niet mogen beschadigen. Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de geconstateerde gebreken ernstig, de vloer vertoont reeds binnen 1 jaar onthechting en scheuren. Herstel is alleen mogelijk door het volledig verwijderen van de vloer en het opnieuw aanbrengen. De bijkomende schade omdat de gehele vloer moet worden ontruimd en de meubels tijdelijk opgeslagen is aanzienlijk. De kosten van herstel raamt de deskundige op: € 6.130,– inclusief BTW Uitruimen en terugplaatsen na herstel: € 800,– Tijdelijke opslag in meubelcontainer: € 250,– Compensatie 1 week verblijf elders: € 450,– Saneren van de vloer, inclusief afvoer materialen: € 650,– Plaatselijk herstel van de draagvloer wgs. sloopwerk (egaline): € 500,– Aanbrengen van grindvloer 51 x 50 + 40: € 2.590,– Seal laag 51 x 13,55: € 690,– Stelpost herstel wandschade: € 200,– Derhalve vervangen grindvloer € 3.280,–, bijkomende schade € 2.850,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uit de rapportage van de door de commissie ingeschakelde deskundige blijkt dat de vloer niet voldoet aan de eisen, die daaraan gesteld mogen worden. Het is voor de commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat de vloer niet is aangebracht op de wijze die de consument had mogen verwachten, er is niet voldaan aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De ondernemer was zelf kennelijk ook tot die conclusie gekomen, omdat tussen consument en de ondernemer is afgesproken dat de vloer vervangen zou worden. De ondernemer heeft daar echter geen uitvoering aan gegeven. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Omdat herstel door de ondernemer niet meer tot de mogelijkheden behoort is de commissie van oordeel dat de consument een vergoeding toekomt, waarmee hij zelf de vloer zou kunnen laten vervangen. Op grond van de rapportage van de door de commissie ingeschakelde deskundige bepaalt de commissie de hoogte van het bedrag dat de consument daarvoor nodig heeft op € 3.280,–. De commissie ken te consument tevens een vergoeding toe ter compensatie van de bijkomende schade, met inachtneming van hetgeen de deskundige heeft gerapporteerd worden deze kosten begroot op € 2.850,–. Aan de consument komt derhalve een bedrag ad € 6.130,– toe. Ten overvloede wijst de commissie er op dat de consument een beroep zou kunnen doen op [het garantiefonds branchevereniging], waarbij echter op grond van de [branche]-voorwaarden een maximale uitkering geldt van € 1.361,–. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 6.130,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 7 december 2012.