Beschadigingen dermate ernstig dat deze niet binnen normof tolerantie vallen

De Geschillencommissie




Commissie: Bouw-en afbouwmaterialen    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 47580

De uitspraak:

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.   In voormeld tussenadvies heeft de commissie de deskundige gevraagd zich nader uit te laten over, samengevat weergegeven, de volgende vraagpunten: de aard en de omvang van de aanwezige krassen, of bekend is hoe de krassen zijn ontstaan, wat de kosten zijn van het polijsten van het gehele aanrechtblad en [het door de ondernemer gesuggereerde middel].   De deskundige heeft zich per brief van 1 juli 2011 uitgelaten over deze aanvullende vragen van de commissie. De deskundige heeft in deze brief, eveneens samengevat weergegeven, uiteengezet dat volgens hem het voor de ondernemer en de consument duidelijk is dat de 3 krassen bij levering en montage zijn geconstateerd en erkend. De deskundige geeft aan dat hij duidelijk heeft gezien en vermeld dat er krasjes zijn niet diep maar over een flink oppervlak van circa 80 cm2 en dat hij heeft aangegeven dat het gerepareerd kan worden ter plaatse. Uit de door hem ingewonnen inlichtingen blijkt volgens de deskundige dat het natuursteen blad in het werk gepolijst kan worden en dat de kosten hiervan € 1.000,– inclusief BTW bedragen. Voor de deskundige is het duidelijk dat er zichtbaar krassen zitten die er niet horen en niet vallen binnen welke norm of tolerantie dan ook. Deze krassen moeten verwijderd worden.   De consument heeft niet inhoudelijk gereageerd naar aanleiding van het aanvullend deskundigenrapport.   Vaststaat dat het door de ondernemer geleverde (tweede) aanrechtblad bij de levering en montage beschadigd was. Anders dan de ondernemer heeft aangevoerd, waren de beschadigingen dermate ernstig dat deze niet binnen de norm of tolerantie vallen. Zoals de commissie eerder heeft overwogen, heeft de consument in beginsel aanspraak op levering van een onbekrast aanrechtblad.   Hiernaast acht de commissie het niet aannemelijk dat er bij het gebruik van het aanrechtblad, hoe voorzichtig ook, geen enkel krasje zal zijn ontstaan.   Uit het aanvullende deskundigenrapport blijkt dat het mogelijk is het aanrechtblad ter plaatse te laten repareren. Hiermee wordt ook voorkomen dat met de (de)montage van het aanrechtblad (nieuwe) beschadigingen ontstaan aan het aanrechtblad en/of de keukentegels.   De commissie acht het in dit geval het meest redelijk dat de consument het aanrechtblad door een door hem aan te wijzen derde laat herstellen en dat hij van de ondernemer een vergoeding krijgt voor de beschadigingen die zijn ontstaan bij de levering en de montage. De krasjes die later zijn ontstaan moet de consument voor eigen rekening nemen. Ook zal de consument na de herstelwerkzaamheden beschikken over een als het ware nieuw aanrechtblad, zodat enige compensatie vanwege oud voor nieuw op zijn plaats is. Alle omstandigheden in aanmerking nemend acht de commissie een vergoeding van € 750,– redelijk en billijk.   De commissie is van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is, omdat de ondernemer niet zoals door de consument gevraagd verplicht zal worden een nieuw aanrechtblad te leveren, maar ‘slechts’ een schadevergoeding behoeft te betalen.   De consument heeft de factuur van de ondernemer onbetaald gelaten tot een bedrag van € 611,95. Dit bedrag wordt verrekend met de schadevergoeding van € 750,– die de ondernemer aan de consument verschuldigd is, zodat de ondernemer per saldo nog € 138,05 aan de consument dient te voldoen. De ondernemer dient tevens het door de consument betaalde klachtengeld aan hem te vergoeden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 138,05. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag van € 611,95 wordt terugbetaald aan de consument.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Bouw- en Afbouwmaterialen op 27 september 2011.